'De burger steeds beter bedienen': Een terugblik met Joost van Halem, verandermanager implementatie Omgevingswet Rijk
Binnen de Omgevingswet maken programmamanagers van diverse rijkspartijen meters met de implementatie van de Omgevingswet. In deze nieuwe serie interviews maken we kennis met deze programmamanagers. We trappen de serie af met scheidend verandermanager Joost van Halem. In de afgelopen 4 jaar was hij werkzaam als Verandermanager implementatie Omgevingswet Rijk.
Wat heb je de afgelopen 4 jaar zien gebeuren?
In de begintijd stond het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) nog duidelijk in de kinderschoenen. Toen was het een verhaal over standaarden, knopjes, aansluitingen en inrichting van het Omgevingsloket. De afgelopen 2 jaar zijn we vooral bezig geweest met vergunningverlening. Dat is wel echt een nieuw hoofdstuk. Dat geldt ook voor het Serviceteam Rijk, dat nu al 2 jaar actief is en een cruciale rol vervult in het vullen van het Omgevingsloket. Mind you, 6 jaar geleden was er nog helemaal niets te zien van/in het DSO!
Terugkijkend is er in de afgelopen periode heel veel gebeurd. Ik ben in 2015 als coördinator/projectleider begonnen bij de programmadirectie Aan de slag met de Omgevingswet van Rijkswaterstaat. De Omgevingswet was toen bijna klaar. In die periode is men begonnen met het nadenken over het Omgevingsloket. Nu, 7 jaar later werkt het loket en kan Nederland ermee aan de slag. Het is dus echt een soort ‘van nul tot nu’-verhaal.
Waar kijk je met genoegen op terug?
Waar ik persoonlijk het meest trots op ben is dat we met iedereen goede relaties hebben behouden. Dat klinkt misschien makkelijk. Mijn rol als verandermanager Rijk was vooral het inbrengen van wensen van rijkspartijen. Maar wensen inbrengen wordt al heel snel klagen en voordat je ’het weet ben je alleen maar aan het klagen: ‘het moet anders, het moet sneller’.
Natuurlijk was weleens sprake van onvrede en chagrijn maar over het algemeen hebben we de sfeer goed weten te houden. Dat werkt natuurlijk het lekkerst. Wat dat betreft heb ik de boel nooit zien escaleren. Daar komt ook mijn trots vandaan, want die onderlinge verbondenheid had gemakkelijk wél kunnen escaleren.
Maar het goede nieuws is dat overal in Nederland wordt geoefend, omgevingsplannen worden opgesteld en omgevingsvisies op tafel liggen. Dat was 7 jaar geleden écht anders. Toen had men echt geen idee. Met werksessies, roadshows en dergelijke is – met het bundelen van kennis en bij elkaar brengen van partijen – de Omgevingswet meer gaan ‘leven’.
Wat ook nog meespeelt is dat een aantal rijkspartijen al heel grote transities voor hun kiezen heeft gekregen. Bij Rijkswaterstaat ging het bijvoorbeeld om de inwerkingtreding van de nieuwe Waterwet, waarmee 8 oude waterwetten werden samengevoegd. Toen kwam de invoering van de Omgevingswet daar nog eens achteraan met het ministerie van Binnenlandse Zaken als ‘leading’ departement. Dit, en dan nog de opgelopen vertraging, heeft natuurlijk voor chagrijn gezorgd. Maar we bleven on speaking terms.
Wat had je beter willen doen?
Toen ik begon wist ik niet wat ons te wachten stond. Het ambitieniveau was daarom vrij laag. De verwachting was dat met veel zwoegen een aanvaardbaar basisniveau van het DSO zou worden behaald. Toen was de teneur: ‘Zie eerst maar eens dat het werkt’.
Nu denk ik dat we een hoger ambitieniveau hadden moeten nastreven. Met een systeem zoals menig webwinkel dat hanteert met goede online-dienstverlening. Bijvoorbeeld met track-and-tracecodes: waar staat je vergunning in het vergunningverleningsproces, et cetera.
Wat vind je leuk aan de Omgevingswet?
Mijn kinderen vragen: ‘papa, wanneer is die website nu klaar?’ Het is echt gaaf om iets te realiseren voor 17 miljoen Nederlanders waarmee men makkelijker een vergunning kan aanvragen.
Het ambtelijke bestaan dat je van tevoren vreest, bestaat inderdaad: veel vergaderen, veel meta-gesprekken, conceptuele discussies en een eindeloze ambtelijke stukkenstroom. Maar het resultaat is echt praktijkgericht. Er staat straks wel echt iets en dat praktische aspect spreekt me aan.
Dat is iets wat je over 30 jaar nog niet bent vergeten. Dan is dienstverlening conform de Omgevingswet heel logisch. Je weet dan dat je je steentje eraan hebt bijgedragen. Je doet iets goed voor burgers en dat is leuk.
Wat ga je missen?
Als je een tijdje hebt samengewerkt met de rijkspartijen begint er een motortje te draaien. In het begin was het eerst even hard eraan trekken. Maar toen begon het motortje te draaien, net als een maaimachine. Dan komt het besef dat het motortje niet moet gaan uitvallen want we moeten maaien. En dat is een lekker gevoel, zo van: ‘hop, daar gaan we’.
En ja, dan stap je dus van een ‘rijdend treintje’ en je ziet het verder rijden. Dat reed best lekker, denk je dan. Maar op m’n volgende werkplek ga ik weer wat bouwen en verder met een ander ‘treintje’.
Mijn interbestuurlijke collega’s ga ik ook missen. De manier van werken waarmee iedereen happy is. De meeste collega’s zijn ook al jarenlang bezig met de Omgevingswet. Die spreek je bijna dagelijks en die ga ik natuurlijk missen.
Wat ik niet ga missen is de implementatieopgave an sich, want die is klaar. Dat geldt ook voor de oefenaanpak. Het Serviceteam Rijk stáát. De business liaison managers gaan landen in het lijnmanagement. Ik wil maar zeggen: Als een klus klaar is, kun je het ook niet missen. Ik acht dit een logisch moment om te zeggen: Volgende klus!
Wat hoop je dat het komende jaar nog gaat gebeuren?
Ik hoop dat de inwerkingtredingsdatum definitief vast komt te staan en dat dan een eindspurt ontstaat. De meeste mensen gingen op school vlak voor hun proefwerk leren en dezelfde dynamiek zie ik ook bij de invoering van de Omgevingswet gebeuren. De studienerds van het programmateam, waartoe ik ook behoor, zijn natuurlijk al heel lang bezig met hun voorbereiding. Straks worden ook de normale mensen wakker.
Met die eindspurt komt alles bij elkaar. Dat wordt een drukke periode maar alle betrokkenen weten wat ze moeten doen. Na inwerkingtreding volgt een nieuw hoofdstuk. Dan komt het aan op het lijnmanagement. Op het gebied van vergunningverlening hoop ik dat de rijkspartijen de vergunningverleners van gemeenten en omgevingsdiensten op het netvlies houden.
Daarvoor zijn gelukkig wel wat hulpmiddelen beschikbaar. Bijvoorbeeld de handreiking met een overzicht van alle rijkspartijen en wie wat doet. Verder staan diverse ingewikkelde meervoudige vergunningaanvragen klaar voor gemeente en rijkspartijen om in gezamenlijkheid mee te oefenen. Op het technische vlak is door het Veranderteam een automatisch indienmachientje ontwikkeld: de BoT. De zogenoemde ‘Doorlooptijden-configurator’, voor het afstemmen van de doorlooptijden in het nieuwe vergunningproces, vormt een handig hulpmiddel. Dat geldt ook voor de VTH Inregeltest van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Je kijkt vaak naar het vraagstuk vanuit verander/transitiebril: op welke verandering bij de Rijkspartijen ben jij het meest trots en welke verandering wens je ons toe?
Ik ben trots op bewustwording bij rijkspartijen dat werken binnen het nieuwe Omgevingsloket en dan met name op het vlak van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) vallen en opstaan betekent. Leren werken in het nieuwe stelsel met gebruikmaking van het Omgevingsloket kan alleen door te oefenen en dus door fouten te maken. De juiste oefenhouding dus. Daar ben ik trots op.
Waar ik ook trots op ben is dat rijkspartijen uiteindelijk hebben besloten om voor het digitaliseren van rijksregels een gezamenlijk team op te richten. Die gedachte van gezamenlijkheid is nu heel erg logisch maar dat was toen niet het geval. Dit is de goede richting opgegaan en dat was 4 jaar geleden nog ondenkbaar.
8 jaar Omgevingswet vraagt wel wat uithoudingsvermogen en energie. Wat zorgde ervoor dat jij je eigen motor elke keer weer kon aanzwengelen?
Ik weet dat de burger hier straks blij mee is. Een loket waarin alle regels van alle overheden zijn opgenomen en dat je daarin vergunningen kunt aanvragen. Dat is gewoon fijn. Er gaat veel water door de Rijn en dat zal nog wel even doorgaan, maar uiteindelijk wordt iedereen hier beter van.
Ik heb bij de Nederlandse Spoorwegen geleerd dat verbeteringen voor klanten of burgers altijd even gedoe oplevert. Vervolgens is het wel de moeite waard. Dat is met de Omgevingswet net zo.
Tegen iedereen die bezig is met implementatie van de Omgevingswet, zou ik willen zeggen: Houd nog even vol en dan draait het. Over 3 jaar weet niemand meer beter. Kritiek en klachten? Die dienen hetzelfde doel: we willen de burger uiteindelijk steeds beter bedienen.