'Maak het concreet' - RIO's aan het woord: Marije van der Galiën
Regionale Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO’s) ondersteunen gemeenten, provincies, waterschappen en uitvoeringsorganisaties (omgevingsdienst, veiligheidsregio, GGD) bij de invoering van de Omgevingswet. Marije van der Galiën is een van hen. Zij heeft de regio’s Arnhem, Nijmegen en de Achterhoek in haar portefeuille. In deze nieuwe serie interviews met RIO’s zoomen we in op hun dagelijkse praktijk.
Waarom ben je RIO geworden, wat doe je en wat is aantrekkelijk aan die rol?
Ik was werkzaam bij een gemeente waar ik mij, naast de Omgevingswet, ook met windenergie bezighield. Ik ervoer in die functie heel veel afstand tussen het Rijk en de gemeenten. Dat zorgde bij mij voor een stukje frustratie. We werken toch allemaal voor hetzelfde doel? Door mijn functie wist ik van het bestaan van de functie Regionale Implementatiecoach. Via een andere RIO werd ik gewezen op een vacature om als RIO aan de slag te gaan. Dat sprak mij heel erg aan. Het leek mij een mooie kans om een verbindende rol te spelen tussen het Rijk en andere ketenpartners en gemeenten. En vooral ook om de afstand tussen deze partijen te verkleinen. Dat vind ik dus ook het meest aantrekkelijk aan mijn rol als RIO: het verbinding maken en het verkleinen van afstand tussen verschillende partijen.
Wat valt je in de voorbereidingen op het VTH-vlak het meeste op?
Wij als RIO’s proberen zo goed mogelijk gevoel te houden met wat speelt in de regio. Dat doen we onder andere door op een goede manier relevante informatie door te spelen naar onze regio’s. Het verlenen van vergunningen en dan vooral de complexere vergunningen heeft de afgelopen tijd veel aandacht gekregen, bijvoorbeeld tijdens oefensessies. Langzaam verschuift nu de aandacht ook naar de reguliere vergunningen en naar toezicht en handhaving. Het is mooi om te zien dat binnen de regio’s de verschillende organisaties elkaar steeds beter weten te vinden en de lijntjes korter worden.
Heb je in je regio al samenwerking met rijkspartijen gezien? En welke?
Ik werk in verschillende regio’s en zie daar veel gelijkenissen maar ook verschillen. In de regio Achterhoek zijn ze bijvoorbeeld al vrij vroeg begonnen met ketentesten en oefensessies. Daar schuift dan Rijkswaterstaat vaak actief aan. In de regio Arnhem zijn ook veel sessies georganiseerd waar ook Rijkswaterstaat aan meedoet. Af en toe schuiven ook andere rijkspartijen aan, maar het is toch vooral Rijkswaterstaat waarmee wordt samengewerkt in oefensessies. Dat komt waarschijnlijk ook door hun regionale positionering. Binnen de regio Nijmegen wordt er vooral individueel geoefend. Daar heeft een rijkspartij onlangs nog een oefening uitgevoerd met de ODNR, de omgevingsdienst van de regio Nijmegen. Kortom, er is in mijn regio’s sprake van verschillende samenwerkingsvormen met veel verschillende sessies waarbij vooral Rijkswaterstaat in beeld is. En zo af en toe schuiven ook andere rijkspartijen aan.
Welke tips wil je aan de rijkspartijen meegeven als het gaat om samenwerken in de regio?
Blijf zichtbaar en maak het concreet. Geef duidelijk aan waarom gemeenten bij jou als rijkspartij aan het goede adres zijn. Dat is waarschijnlijk geen nieuws maar wel belangrijk. Het helpt bijvoorbeeld ook als een vergunningverlener aan de hand van een checklist kan zien wanneer hij/zij welke rijkspartij moet benaderen. Dat maakt het concreet. Ook onder de huidige wetgeving moeten verschillende partijen elkaar weten te vinden. De Omgevingswet zorgt ervoor dat dit meer aandacht krijgt.
Ken je de pdf 'De Omgevingswet: De Rijksoverheid doet mee met vergunningverlening’?
Jazeker, die publicatie sluit goed aan bij de praktijk en het concreet maken van het werk. De kunst is wel om ervoor te zorgen dat deze pdf in beeld blijft, want je ziet veel wisselingen van de wacht. Juist nu! Want door de overdracht van het programma naar de lijn worden steeds meer mensen erbij betrokken. Dan komt het aan op de kracht van de herhaling. En dat geldt ook voor deze pdf.
In deze interview-serie met RIO’s stelt men elkaar een estafettevraag. De vraag van Léon Evers aan jou luidt als volgt: Wat ga je doen zodra de Omgevingswet in werking is getreden, en alles van het programma naar de lijn is gebracht? Wat is dan de rol van de RIO en waar zit de toegevoegde waarde voor de regio?
Het is belangrijk om aan te sluiten bij de eigenheid van de regio. Sommige regio’s hebben alles georganiseerd via de omgevingsdiensten, andere regio’s weer niet. Je moet dus goed kijken naar hoe de regio is georganiseerd en hoe je daar op kunt inspelen. Motiveren en activeren zijn belangrijk. En vooral ook zorgen dat iedereen daadwerkelijk klaar is en dat men nu dingen gaat doen. De toegevoegde waarde van een RIO is toch vooral de verbindende factor. Die verbinding is echt belangrijk, zeker met de rijkspartijen. Je merkt dat gemeenten niet vaak in aanraking komen met rijkspartijen en dan worden ze gemakkelijk vergeten. Om een voorbeeld te geven: onlangs hoorde ik dat een gemeente een bouwvergunning had afgegeven voor iets waarvoor de gemeente niet het aangewezen bevoegd gezag was. Dat zegt iets over bewustwording; dat is nu ook belangrijk. Met de Omgevingswet zal het besef van samenwerkende bevoegde gezagen wel verder toenemen.
Marije, welke vraag moeten we stellen aan Tom Veldhuis?
Hoe houd je de energie vast in je regio met de nieuwe datum van inwerkingtreding? Hoe doe je dat?
Meer informatie
Interviews met RIO's
De Omgevingswet brengt verschillende thema's bij elkaar. Dat vraagt om samenwerking in de 'keten', met alle betrokken partijen. In een serie interviews geven Regionaal Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO's) een inkijkje in hun dagelijkse werk en vertellen ze over de samenwerking in hun regio’s. Dit is het 5e interview, er volgen er meer.