‘De Omgevingswet is als een groot bord spaghetti’
Wie bij de gemeente Bodegraven-Reeuwijk werkt, heeft sinds een jaar of 2 geen vaste functie meer. Ook zijn er geen lagen meer binnen de organisatie. Joost van der Wal moest daar flink aan wennen, maar inmiddels is hij helemaal in zijn nopjes met deze nieuwe vorm van werken. Op dit moment is hij ambassadeur van de Omgevingswet. ‘Ik ben nog best wel op zoek naar hoe dit werkt, maar dat maakt de uitdaging alleen maar groter.’
‘Noem mij liever ambassadeur. Die benaming past beter bij deze gemeente’, valt Joost van der Wal met de deur in huis. Hij doelt op de grote verandering die Bodegraven-Reeuwijk ongeveer twee jaar geleden doormaakte. Toen vervielen alle afdelingen en functies. Ook de afdelingshoofden en het MT stopten met bestaan. Want het heeft helemaal geen zin om nog in hokjes te denken, besliste de nieuwe gemeentesecretaris. Het is veel efficiënter om een ruimtelijk vraagstuk onder te brengen bij iemand die er écht gevoel voor heeft, in plaats van het noodgedwongen naar een afdeling toe te duwen. Maar wat maakt een ambassadeur dan anders? ‘Dan heb je geen vaste functie, maar een rol’, legt Van der Wal uit. ‘Die rol verandert steeds. Ik kies de opdrachten die mij aanspreken. Het kan best zo zijn dat de activiteiten die daarbij horen niet direct passen bij mijn achtergrond als ruimtelijk ordenaar.’
Burn-out
Deze nieuwe manier van werken kwam niet zonder slag of stoot. Daar kan Van der Wal over meepraten. ‘Zelf begon ik hier als coördinator van het team Ruimtelijke Ordening, Wonen en Milieu. Ik hoopte vanuit daar door te groeien naar een hogere functie. Die droom klapte uit elkaar. Toen de afdelingen en functies vervielen, was ik dus ook geen coördinator meer. Het was een roerige, onrustige tijd. Eigenlijk wist niemand precies wat hem of haar te doen stond.’ Dit leidde bij Van der Wal zelfs tot een burn-out. Maar sinds hij gezond en wel weer terug is, ervaart hij zijn hernieuwde werkplek een stuk positiever: ‘Ik doe alleen nog dingen die mij aanspreken. Ik vind het een uitdaging om een complexe opgave uit elkaar te trekken als een bord spaghetti en daarover te adviseren. Ik kan mensen enthousiasmeren. Daar ligt mijn kracht. Minder goed ben ik in juridische zaken. Ik heb nu de luxe dat ik dat aan iemand anders kan overlaten.’
De implementatie van de Omgevingswet is niet niks. ‘Een fórs bord spaghetti’, noemt Van der Wal de operatie met een knipoog. Zijn grootste uitdaging is een manier te vinden om dit proces vorm te geven in een organisatie zonder lagen en functies. ‘Ik vond het een groot voordeel dat ik niet hoefde te beginnen met een plan van aanpak van 40 kantjes. Dat past niet bij onze nieuwe werkwijze.’
Boterham met de Omgevingswet
Begin 2016 organiseerde Van der Wal 2 lunchbijeenkomsten in het gemeentehuis onder de naam “Boterham met de Omgevingswet”. Tijdens die bijeenkomsten legde hij het vraagstuk aan zijn collega’s voor. Een aantal van hen zag het wel zitten om Van der Wal bij te staan in zijn zoektocht. Zo ontstond een gemêleerd groepje: een geo/ICT-beheerder meldde zich aan, maar ook een jurist, een bestuursadviseur en een paar ruimtelijke ordenaars. De ambassadeur is daar blij mee: ‘Ik vind het belangrijk dat dit geen feestje voor ruimtelijke ordenaars wordt, die willen sowieso wel. Het is juist de bedoeling om ook al die anderen te betrekken. Het mooie is dat iedereen in dit kernteam zelf wil meedoen. Ze zijn geïnteresseerd, nieuwsgierig, weten dat er iets op hun afkomt en willen zich daar graag op voorbereiden.’
Na een half jaar gevuld met wekelijkse leersessies, besloot het kernteam dat een pilot de volgende stap was. Of een ‘probeersel’ zoals Van der Wal het zelf noemt. Om te leren werken met de kerninstrumenten van de Omgevingswet, maakt het team nu een omgevingsplan voor het buitengebied. Ze vullen de pilot in aan de hand van 3 thema’s: inhoud, participatie en ontsluiting ICT. Aan die thema’s hangen belangrijke vragen als “Wat heb je nodig om tot een omgevingsplan te komen?” en “Hoe gaan we dat samen met inwoners, belangenorganisaties, de omgevingsdienst en andere ketenpartners doen?” ‘De thema’s hielpen ons om eens goed in de Omgevingswet te duiken. Om ons te verdiepen in wat de wet betekent en wat er van ons verwacht wordt.’
Omgevingsdienst doet mee
Tegenwoordig sluiten er ook externe partijen aan als het kernteam overlegt over de voortgang van het omgevingsplan. Er zit nu zo’n 25 man aan de overlegtafel. Omgevingsdienst Midden Holland haakte bijvoorbeeld ook aan bij de pilot. ‘Dat is een belangrijke partij. Daar zitten de vergunningverleners voor bouwen en milieu, toezichthouders en handhavers. Die hebben veel contact met inwoners.’
Leren van uitproberen
De ‘nieuwe’ werkwijze van Bodegraven-Reeuwijk werpt zijn vruchten af: ‘Ik overleg regelmatig met andere gemeenten in de regio. De ene gemeente besteedt ontzettend veel tijd aan een plan van aanpak, de andere wacht al een tijd op een akkoord van het MT. Van dit soort bureaucratische processen zijn wij verlost. Bodegraven-Reeuwijk gaat snel vooruit. Dat komt volgens mij omdat we alles zo concreet mogelijk maken. Wij leren van uitproberen.’
Inmiddels hebben we een hoop informatie verzameld. We formuleerden de kansen en bedreigingen voor ons toekomstige omgevingsplan. En waar we in conflict kunnen komen. Denk aan stiltegebieden tegenover recreatie. Nu moeten we de inhoud gaan schrijven. Tegen die hobbel hikken we al 3 maanden te lang aan, vind ik. Hoe dat komt? Ik denk dat het met onwetendheid te maken heeft. Een omgevingsplan is een nieuw instrument. Ondanks dat er steeds meer voorbeelden zijn, zijn we nog niet zo bekend met de regels. Dat is heel anders dan wanneer je een bestemmingsplan schrijft. Dat proces kunnen we dromen. Daarom nam ik contact op met adviesbureau KuiperCompagnons. Per toeval kwam ik erachter dat zij een soortgelijk omgevingsplan maakten voor de gemeente Lansingerland, vlakbij Delft. Ik nodigde hen uit op ons gemeentehuis, om te vertellen over hun bevindingen. Daar staken we een hoop van op.’
Cultuurverandering
De belangrijkste opgave voor Bodegraven-Reeuwijk? ‘Meer samenwerken met inwoners en ondernemers. Begrijpelijk maken wat er in de fysieke leefomgeving gebeurt. Dat is ook de reden dat we stopten met de hiërarchische lagen. Nog niet zo lang geleden was er veel afstand. Nu participeren we in de ondernemersvereniging en bespreken we ontwikkelingen met wijkteams. In alle dorpskernen staat een ‘Huis van alles’: een ontmoetingsplek voor inwoners, maar waar collega’s van de gemeente ook kunnen werken en in contact staan met de inwoners. Veel collega’s vinden dit leuk, maar je merkt bij sommigen dat ze moeite hebben met deze andere manier van werken. Zij vinden het nog lastig om het denken in wetten en regels los te laten.’
‘De Omgevingswet betekent een fikse cultuurverandering binnen de organisatie. Dat doe je met je eigen mensen, met en voor je eigen inwoners. Volgens mij maak je een grote fout als je daarvoor een externe adviseur invliegt, zoals tegenwoordig veel gebeurt. Die kent de organisatie en de inwoners helemaal niet. Of je nu zonder plan werkt of alles dichttimmert, de kracht van een goed implementatietraject komt van binnenuit. Laat het zijn van de mensen die er werken, die moeten het in de vingers krijgen.’

CV
Wie: Joost van der Wal
Rol: Ambassadeur Omgevingswet bij de gemeente Bodegraven-Reeuwijk
Deed hiervoor: Coördinator van team Ruimtelijke Ordening, Wonen en Milieu. Daarvoor adviseur en projectleider bij een advies- en detacheringsbureau in het ruimtelijk domein
Wil nog kwijt: ‘Doe het samen: alleen ga je sneller, maar samen kom je verder!’