‘Werk samen zoals in een orkest – RIO’s aan het woord: Léon Evers
Regionale Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO’s) ondersteunen gemeenten, provincies en uitvoeringsorganisaties (omgevingsdienst, waterschap, veiligheidsregio, GGD) bij de invoering van de Omgevingswet. Léon Evers is één van hen. Hij heeft de regio’s Haaglanden en Rotterdam-Rijnmond in zijn portefeuille. In deze nieuwe serie interviews met RIO’s zoomen we in op hun dagelijkse praktijk.
Waarom ben je RIO geworden, wat doe je en wat is aantrekkelijk aan die rol?
Ik voel me als een vis in het water als RIO. Mijn directe omgeving geeft ook aan dat ik als persoon erg goed pas bij deze rol. Ik werk, vaak tegelijkertijd, aan een brede range van regelzaken. Daarbij ligt de nadruk op het aan de voorkant opstarten van zaken of het concreet leggen van verbindingen. Ik noem dat laatste social capital, het opzetten van een regionaal netwerk. Mijn eigen credo is dan ook 'netwerken is net werken'.
Mijn ervaring als programmamanager bij de introductie van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en als implementatiemanager Omgevingswet komt hierbij van pas. Dat samen werken, leren netwerken en acties op elkaar laten aansluiten in een dynamisch politiek bestuurlijke context; dáár zit mijn passie als RIO. Daar kan ik mijn tanden inzetten.
Naast mijn Rio-schap heb ik een startende onderneming in remote sensing (Auracle Netherlands) en ik werk hierbij samen met partners in Canada. Een onderwerp als geometrie is mij genoegzaam bekend. Het geven van voorlichting en training daar waar mogelijk of nodig geeft mij ook toegevoegde waarde. Dan zet ik mezelf in een leerzame positie en dat is iets wat ik iedereen toe wens. Immers, van doorlopend leren en vooral het doen in de praktijk; daarmee kom je verder.
Wat valt je in de voorbereidingen op het VTH-vlak het meeste op?
Met name de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is hierin leading. De nadruk wordt gelegd op procesbeschrijvingen en uitwisseling van best practices. Maar hoe ga je handhaven en hoe ga je toezicht houden, zijn procesvragen die ook aandacht verdienen. Ik ben het wel eens met collega’s die stellen dat nog te veel nadruk ligt op het vergunningsaspect, en te weinig op toezicht en handhaving. Maar daar zit inmiddels veel ontwikkelcapaciteit, ook regionaal.
Heb je in je regio al samenwerking met rijkspartijen gezien? En welke?
Zeker, en dat gaat het niet alleen om rijkspartijen maar ook andere partners. In de regio Rijnmond is bijvoorbeeld ook sprake van samenwerking met het Gemeentelijk Havenbedrijf. Alle rijkspartijen doen mee en daarbij is Rijkswaterstaat een belangrijke partij die haar partij ‘meeblaast’ in de regio. Het uitvoeren van ketentesten, zoals tijdens een regionale Ketentestdag, zijn voorbeelden van die samenwerking.
Welke tips wil je aan de rijkspartijen meegeven als het gaat om samenwerken in de regio?
Je ziet op alle fronten het woord ‘transitie’ terugkomen. Bewegen bij een transitie terwijl je er middenin zit, is lastig. De andere rol die vergunningverleners moeten aannemen, geldt ook voor rijkspartijen zelf. Het samenwerken in de regio is eigenlijk als meespelen in een orkest. Het gaat erom dat iedereen z’n partijtje meeblaast, maar wel met onderlinge afstemming.
Ik heb daarvan een concreet voorbeeld. Ik probeer nu, samen met de programmamanager van Rotterdam, alle communicatieadviseurs van de regio Rijnmond bij elkaar te krijgen. Met als doel het mede ondersteunen van de inrichting van het frontoffice van bevoegde gezagen. Dat is één van de minimumeisen en nu blijkt dat deze actie synchroon loopt met de opzet van een landelijke serviceketen. Kort gesteld: beter kun je zaken niet samen zo snel en synchroon voor elkaar krijgen.
Dit wordt al uitgeprobeerd in de regio Flevoland en daarna sluiten mijn regio’s direct aan. Dat betekent dat bij inwerkingtreding van de Omgevingswet de zaken bij het Klant Contact Centrum (KCC; beantwoording eerstelijns) en de gemeentelijke website goed zijn geregeld.
Ken je de pdf 'De Omgevingswet: De Rijksoverheid doet mee met vergunningverlening’?
Jazeker, en ik heb hem gedeeld. Ik merk daarbij op dat het urgentiegevoel bij vergunningverleners is toegenomen nu het erom spant wat de datum van inwerkingtreding wordt. Overigens, het zou goed zijn als naast vergunningverlening ook het toezicht- en handhavingsaspect de aandacht krijgt die het verdient.
In deze interview-serie met RIO’s stelt men elkaar een estafettevraag. De vraag van Frank van Nijkerken aan jou luidt als volgt: Kun je aangeven over welk aspect van je rol als RIO je supertevreden en trots bent en waar je je behoorlijk hebt vergaloppeerd?
Ik ben supertevreden over de regionale Ketendagen die we interbestuurlijk hebben georganiseerd. En dan met name het daaruit voortvloeiende social capital, het regionale netwerk, dat hierbij is ontstaan. Met de hoop dat na de inwerkingtreding van de Omgevingswet deze samenwerking behouden blijft. En dan met name de verbindingen tussen alle partijen in de regio, want de ketensamenwerking staat toch voorop en moet intact blijven in de geest van de Omgevingswet. Het is de facto het ‘anders werken’ maar ook het echt doen! Daar ben ik erg blij mee. En daar komt nog een bak werk uit voor de menselijke factor, als proces en systeem werkend zijn.
Waar heb ik mij vergaloppeerd? Dat betreft met name de complexiteit tussen de verschillende entiteiten, zoals bijvoorbeeld de plan juridische kant van de Omgevingswet.
Léon, welke vraag moeten we stellen aan Marije van der Galiën?
Wat ga je doen zodra de Omgevingswet is ingetreden, en alles van het programma naar de lijn is gebracht? Wat is dan de rol van de RIO en waar zit de toegevoegde waarde voor de regio?
Meer informatie
Interviews met RIO's
De Omgevingswet brengt verschillende thema's bij elkaar. Dat vraagt om samenwerking in de 'keten', met alle betrokken partijen. In een serie interviews geven Regionaal Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO's) een inkijkje in hun dagelijkse werk en vertellen ze over de samenwerking in hun regio’s. Dit is het 4e interview, er volgen er meer.