‘Zet de landelijke opgaven op 1’ – RIO’s aan het woord: Vanessa Viva Koomen
Regionale Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO’s) ondersteunen gemeenten en uitvoeringsorganisaties (omgevingsdienst, waterschap, veiligheidsregio, GGD) bij de invoering van de Omgevingswet. Vanessa Viva Koomen is een van hen. Zij heeft de regio’s in Zeeland en West-Holland in haar portefeuille. In deze nieuwe serie interviews met RIO’s zoomen we in op hun dagelijkse praktijk.
Waarom ben je RIO geworden, wat doe je precies en wat is aantrekkelijk aan die rol?
‘De functie van RIO vind ik waardevol omdat ik groot voorstander ben van de geest van de Omgevingswet. In die rol ben ik nu meer dan een jaar actief. De geest van deze wet roept op om op alle overheidsniveaus de handen ineen te slaan en integraal samen te werken bij de opgaven, binnen de fysieke leefomgeving, waar we voor staan. Onderwerpen zoals klimaatadaptatie, energietransitie, woningnood en het stikstofdossier vragen om aandacht en vooral actie.’
‘Ik denk dat de Omgevingswet op deze en andere beleidsterreinen ons gaat faciliteren. Juist door die integrale samenwerking kan er sneller en efficiënter worden gewerkt en daarvan kunnen we als afzonderlijke overheidsorganisaties veel leren. We zijn toch gewend om in ons eigen coconnetje te denken met onze eigen doelstellingen. Ik vind het een eer om op regionaal niveau hierop regie te voeren en samen te werken met lokale partijen.’
Wat valt je in de aanloop naar inwerkingtreding op het vlak van toezicht en handhaving het meeste op?
‘Er speelt altijd van alles rondom het onderwerp vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Decennialang wordt discussie gevoerd om aan de ‘voorkant’ veel meer samen op te trekken zodat je aan de ‘achterkant’ zo min mogelijk hoeft te handhaven en te beboeten. De hoop was dat dit met de Omgevingswet en de wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) zou gaan veranderen. De invoering van de Wkb en de Omgevingswet zijn 2 belangrijke stelselwijzigingen die met elkaar verweven zijn voor wat betreft uitvoering en beleid. Er is destijds voor gekozen om voor deze 2 wetswijzigingen een afzonderlijk implementatietraject te organiseren. We zien nu dat het aanbod steeds meer naar elkaar toe groeit en er integraler gewerkt wordt binnen deze 2 implementatietrajecten.’
‘De raakvlakken van deze 2 wetswijzigingen zijn groot. Partijen worstelen met het VTH-domein onder de Omgevingswet en met de invloed van de Wkb op het VTH-domein. Daar ligt een grote behoefte tot ondersteuning vanuit het landelijke programma.’
Heb je in je regio al samenwerking met rijkspartijen gezien? En welke?
‘Er is sprake van samenwerking maar dat kan nog beter. De essentie van de Omgevingswet gaat ook om samenwerken. In de praktijk bestaat er nog een duidelijke gelaagdheid op landelijk, regionaal en lokaal niveau. We zouden meer kunnen werken met netwerkstructuren waarin een afvaardiging van alle lagen aanwezig is. Minder lineair gelaagd en hiërarchisch denken, maar meer integraal, cyclisch en vanuit 1 overheid.’
‘Het zou fijn zijn als er meer rijkspartijen actief meedoen in de aangeboden regionale oefen- en kennissessies. Uiteindelijk werken er ook op het gebied van vergunningen op landelijk, regionaal en lokaal niveau ambtenaren. Het is mooi om die expertise samen te brengen en met elkaar te kunnen oefenen.
Je bent toch gelijkwaardig aan elkaar en we moeten gezamenlijk dat leerproces in. Soms lijkt het meer te gaan om hiërarchie terwijl je inhoudelijk stappen wilt zetten.
Die gezamenlijkheid zou ik willen benadrukken. Als je als rijksambtenaar denkt dat oefenen in de regio goed zou aansluiten: Doe mee. Sluit aan bij werkgroepen, regionale overleggen, bestaande netwerken et cetera! Het is altijd goed om ook zicht te hebben op het operationele gedeelte van het beleid. De Omgevingswet is een gezamenlijke opgave.’
Het zou fijn zijn als er meer rijkspartijen actief meedoen in de aangeboden regionale oefen- en kennissessies.
Welke concrete voorbeelden van samenwerking heb je in jouw regio’s gezien?
‘Er zijn een heel aantal regionale overleggen, geïnitieerd door de regio’s zelf. Ik bied in mijn regio’s een cyclisch opgebouwd ondersteuningstraject aan (zie afbeelding, red.). Dat doen we nu een jaar en we zitten nu in de derde cyclus. Deze aanpak biedt structuur, continuïteit en de inspiratie om tot regionaal eigen netwerkstructuren te komen. Uiteindelijk is dat wat ik als RIO wil: dat de regio zelf structuren en netwerken ontwikkelt waar zij onder andere de Omgevingswet integraal met elkaar samenwerken.’
‘Het gaat in deze cycli, bestaande uit circa 12 sessies en diverse workshops per cyclus, om continuïteit bieden in het oefenen-testen-oefenen-testen. Dit om de regionale partijen zo goed mogelijk bewust bekwaam naar de inwerkingtredingsdatum te begeleiden. Als het even kan zonder Tijdelijk Alternatieve Maatregel (TAM).’
Welke tips wil je aan de rijkspartijen mee geven als het gaat om samenwerken in de regio?
‘Zet de landelijke opgaven op 1. Denk vanuit de vraag wat Nederland nodig heeft en laat je eigen ego of functie achterwege. We moeten terug naar de hoofdlijn en terug naar de bedoeling van deze invloedrijke stelselwijziging. Dat is eigenlijk niet zo heel ingewikkeld. Maar te vaak gaat het nog om de vraag: ‘What’s in it for me?’.’
Zet de landelijke opgaven op 1. Denk vanuit de vraag wat Nederland nodig heeft en laat je eigen ego of functie achterwege.
Wat vind je van de pdf De Omgevingswet: de Rijksoverheid doet mee met vergunningverlening?
‘Ik vind het een prachtige pdf (pdf, 3.8 MB) en heb deze ook gedeeld in mijn regio’s. Het is belangrijk dat we vanuit gelijkwaardigheid en integriteit samenwerken, ook bij het verlenen van vergunningen met impact op onze fysieke leefomgeving en het welzijn van mensen.’
In deze interview-serie met RIO’s stelt men elkaar een estafettevraag. De vraag van Leana Vlok aan jou luidt: Wij zijn in de regio, met de Omgevingswet, aan het bouwen aan een ecosysteem waarin we elkaar kunnen helpen en versterken. Heb jij tips of leerpunten voor ons bij het versterken van de netwerken in onze regio’s?
‘De samenhang tussen de regio’s kan inderdaad nog meer worden versterkt. We kunnen op bepaalde terreinen nog wel wat meer uniformiteit bewerkstelligen, bijvoorbeeld als het gaat om data en een meer uniforme benadering, werkwijzen en kaders. Met uiteraard ruimte voor maatwerk. Dat zou een enorme meerwaarde zijn.
We hebben als RIO’s te weinig zicht op de voortgang van implementatie bij provincies, waterschappen, omgevingsdiensten en andere ketenpartners. Ik werk met een implementatie dashboard voor gemeenten, vanuit de VNG-systemen. We zouden erg gebaat zijn met inzage op de implementatievoortgang van ketenpartners waarmee wij wel integraal worden gewacht samen te werken en die bij ons in de regio’s volop samen oefenen in de aangeboden sessies. Echter er bestaan nog geen integrale dashboards.’
‘Verder helpt het opzetten van netwerkgroepen met landelijke, bovenregionale thematische netwerken. Bijvoorbeeld een netwerkgroep ‘Wkb en de Omgevingswet’, ‘Energietransitie’, ‘Interbestuurlijk samenwerken’ of ‘Tijdelijk omgevingsplan’. Je brengt dan partijen uit verschillende lagen samen: lokaal, regionaal en rijksoverheid/landelijk. Deze partijen versterken elkaar in een netwerk met hun kennis en ervaring.’
‘En tot slot: Regionale structuren versterken. In Zeeland en West-Holland loopt een pilot waarbij gemeenten kunnen inloggen in hun eigen regionale kenniskaart. Zo kunnen ze op hun implementatieproces sturen. Dat moedigt aan om elkaar te helpen en te ondersteunen waardoor de regionale netwerken worden versterkt. Je moet deze tool dan wel introduceren vanuit integrale samenwerking en niet als een controlemiddel van elkaars organisatie.’
Vanessa, welke vraag moeten we stellen aan Marijke Besselink?
‘Wat betekent voor jou de geest van de Omgevingswet en waar zit jouw inspiratie?’
Meer informatie
Interviews met RIO's
De Omgevingswet brengt verschillende thema's bij elkaar. Dat vraagt om samenwerking in de 'keten', met alle betrokken partijen. In een serie interviews geven Regionaal Implementatiecoaches Omgevingswet (RIO's) een inkijkje in hun dagelijkse werk en vertellen ze over de samenwerking in hun regio's. Dit is het 8e interview, er volgen er meer.