Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Contact
Aan de slag met de Omgevingswet
Zoeken in deze site
  1. Home 
  2. Implementatie 
  3. Ervaringen van anderen 
  4. Praktijkverhalen projectbesluit 
Menu
  • Home
  • Actueel
  • Bijeenkomsten
  • Implementatie
  • Oefenen
  • Ondersteuning
  • Contact
  • Contact

Participatie versterkt dijken en betrokkenheid in Hollands Kroon en Den Helder

De dijken tussen Den Oever en Den Helder beschermen 1,2 miljoen inwoners van Noord-Holland tegen hoog water uit de Waddenzee. Toen bleek dat de dijken volgens de systematiek van het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma op drie plekken niet aan de normen voldeden, besloot het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier te onderzoeken op welke manieren de dijk verstevigd kon worden. Niet alleen, maar samen met de provincie Noord-Holland, de gemeenten Hollands Kroon en Den Helder én de omwonenden. Omgevingsmanager Hanneke van der Eijnden vertelt.

Voorsorteren op de Omgevingswet in een parallel proces

'Uit berekeningen bleek dat er op 3 plekken verstevigingen aan de dijk moesten plaatsvinden. Bij De Wieringer Zeewering, om het voormalige eiland Wieringen. Bij de Amsteldiepdijk, aan beide kanten omgeven door water omdat de dijk ooit als proefdijk gold voor de Afsluitdijk. En bij de Balgzanddijk, die een belangrijk afwateringskanaal afscheidt van de Waddenzee.'Hanneke van der Eijnden

'Zo'n project kent 3 fases: verkenning, planuitwerking en realisatie. Elke fase duurt ongeveer 2 jaar. De realisatie zou dan na invoering van de Omgevingswet afgerond worden. Daarom besloten we om een parallel proces in te richten, waarbij we uiteraard de huidige wetgeving toepassen, maar ook voorsorteren op een projectbesluit, zoals de Omgevingswet dat van ons vraagt', licht Van der Eijnden toe.

'Toen onze opgave duidelijk was, wilden we de omwonenden zo snel mogelijk betrekken', vervolgt Van der Eijnden. Daarom deden we in september 2018 een brede oproep voor oplossingsrichtingen en meekoppelkansen. Dit was, niet toevallig, tegelijk met het ter inzage leggen van de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD), onderdeel van de milieueffectrapportage (mer) van de provincie. 'We hebben uiteraard niet alleen een oproep geplaatst op de websites van provincie en gemeenten, maar ook zo'n 1.300 brieven gestuurd aan omwonenden van de dijk.'

Een-op-een-contact met omwonenden leidt tot waardevolle input

In de 6 weken dat de NRD ter inzage lag, organiseerde het Hoogheemraadschap 2 informatiebijeenkomsten. Tijdens de eerste bijeenkomst was er ook een plenair deel, maar de bijeenkomsten waren vooral als inloopbijeenkomsten ingericht. 'Zo kon iedereen op een voor hem of haar geschikt tijdstip langskomen, om zich te laten informeren of om ideeën in te brengen. We hadden gezorgd dat er voldoende collega's aanwezig waren met technische kennis. Vooral het een-op-een-contact leverde waardevolle input op. Dat varieerde van suggesties voor het getrapt bekleden van dijken, waardoor ze minder ver opgehoogd hoeven te worden, tot een vooruitstrevend plan om een heel kanaal te dempen.'

Na twee informatieavonden werden alternatieven voor de dijkversterking ontwikkeld. Tijdens 4 'dijkavonden' werd vervolgens ook voor deze alternatieven heel nadrukkelijk de input van omwonenden gevraagd. 'Deze avonden kondigden we aan via de nieuwsbrief waar mensen zich tijdens de informatieavond voor op hadden kunnen geven en via een advertentie in de lokale krant. Op de dijkavonden gingen we in gesprek aan de hand van beeldmateriaal waarop we oplossingen hadden uitgewerkt: welk alternatief vindt u het beste en waarom dan?'

Nieuwe metingen leidden tot kleinere opgave dijkversteviging

Ondertussen hadden de dijkbeheerders hun twijfel uitgesproken bij de berekeningen die wezen op de zwakke plekken in de dijken. Dit beeld kwam niet overeen met hun eigen waarnemingen. Daarom werd in de periode van de terinzagelegging een onderzoek ingesteld waarbij er peilbuizen in de dijk geplaatst werden om het grondwaterverloop te meten. Van der Eijnden: 'Dankzij een gelukkig toeval vond er in die periode een Noord-Noordoosterstorm plaats, met een hoge waterstand tot gevolg. Uit de peilingen bleek dat delen van de dijk in een betere conditie waren dan was aangenomen, waardoor de verstevigingsopgave kleiner werd.'

Het is lastig om aan te geven welke invloed dit gehad heeft op het participatietraject. Toen de opgave werd aangepast, hadden er al 2 dijkavonden plaatsgevonden. 'Doordat de verstevigingsopgave kleiner uitviel, was ook een deel van de ontvangen input niet meer van toepassing. Maar dit doet niets af aan het feit dat de omwonenden waardeerden dat ze vanaf het begin zo nadrukkelijk betrokken werden. Een eerdere dijkversterking van de havenkom in Den Oever had veel losgemaakt bij de omwonenden en je merkt dat ook door die recente ervaring het vroegtijdig betrokken worden erg gewaardeerd werd', aldus Van der Eijnden.

Veldbezoek projectgroep in september 2018

Meer participatie, minder ambtelijke sturing

Niet alleen de verandering in de opgave, maar ook andere kleine tussenstapjes zijn steeds gedeeld met de betrokken omwonenden. Uiteraard waren ook de professionele stakeholders nauw betrokken bij de verkenning. 'We hebben al vrij snel een klankbordgroep ingericht waarin onder andere Landschap Noord-Holland en Staatsbosbeheer als gebiedseigenaren betrokken waren. Maar ook vogelwerkgroepen, historische verenigingen, de Dorpsvereniging Van Ewijcksluis en andere groepen. Steeds wanneer we een informatieavond hadden, bespraken we eerst met de klankbordgroep wat er allemaal aan bod zou moeten komen.' Daarnaast werden besluiten voorgelegd aan een bestuurdersgroep en voorbereid door een ambtelijke begeleidingsgroep.

'Voor de ambtelijke groep was de werkwijze wel even wennen; zij kwamen natuurlijk pas heel laat in het proces aan bod. Eerst was er een voorbespreking in de klankbordgroep, dan de participatie in de informatie- en dijkavonden en pas daarna de bespreking in de ambtelijke begeleidingsgroep. Zij hadden dus geen sturing op wat er wel en niet naar buiten gebracht werd. Zo konden we een zo breed mogelijke uitvraag in de gemeenschap doen', licht van der Eijnden toe.

Nieuwsbrief of koffie? Hoe bereik je mensen het best?

Belangrijk bij die uitvraag waren de inzichten uit het zogenoemde leefstijlenonderzoek dat de Unie van Waterschappen door een communicatiebureau heeft laten uitvoeren. Van der Eijnden: 'Daarin zijn de verschillende attitudes in kaart gebracht die je kunt aantreffen wanneer je mensen bij een participatietraject wilt betrekken. En hoe je deze mensen kunt bereiken; sceptici, meedenkers, mensen die wantrouwend zijn. De ene groep bereik je het best via een nieuwsbrief, de ander met een informatieavond en de derde vindt het vooral belangrijk dat er koffie is. Om iedereen te kunnen bereiken hebben we dus een breed palet aan middelen ingezet.'

Voor Van der Eijnden is het overduidelijk dat het participatietraject heeft bijgedragen aan wederzijds begrip. Uiteindelijk is een voorkeursalternatief ontstaan dat bestuurlijk zal worden vastgesteld en uitgewerkt wordt in een projectplan én een projectbesluit. Om zover te komen, wordt eerst nog een interbestuurlijke sessie georganiseerd waarin de onderlinge rollen en verantwoordelijkheden besproken worden. 'Dat is ook handig omdat veel betrokkenen in meerdere projecten actief zijn, waarvan er natuurlijk nog veel volgens de huidige wetgeving worden uitgevoerd. Dan is het nuttig om elkaar regelmatig scherp te houden', verduidelijkt Van der Eijnden.

Meer aandacht voor nieuwe interbestuurlijke verhoudingen

Van der Eijnden blikt positief terug op de participatie: 'Het is altijd leuk om met enthousiaste mensen te werken en we hebben gemerkt hoeveel kennis er bij omwonenden is. We hebben zelfs een rondleiding gekregen van iemand die ons van alles over de dieren in het gebied vertelde. Je merkt echt dat er een samenwerkingsverband ontstaat.'

Er zijn ook dingen die ze een volgende keer anders zou aanpakken. 'We hebben nu de kennisgeving en de inzage voor de Notitie Reikwijdte en Detailniveau gelijk op laten lopen. Een volgende keer zou ik het ophalen van input loskoppelen van het officiële mer-spoor, omdat dit tot onduidelijkheid leidt. Daarnaast lag de focus nu heel erg op het betrekken van bewoners, maar omdat de Omgevingswet ook leidt tot een andere rolverdeling tussen overheden, zou ik een volgende keer ook meer aandacht hebben voor die onderlinge verhoudingen. En tot slot zou ik de oproep tot meekoppelkansen beter afbakenen, omdat nu de wildste ideeën binnenkwamen.'

Tot slot ziet Van der Eijnden ook kansen in de zogenoemde trajectaanpak: 'Hier wil ook het Hoogwaterbeschermingsprogramma mee gaan werken: begin met een omgevingsscan, waarin alle opgaven in een gebied worden meegenomen. Dan kun je vervolgens bepalen of je een opgave zoals een dijkversterking lijdend maakt, of koppelt aan een andere opgave. Zo werk je meer omgevingsgericht en dat is efficiënter dan achteraf te proberen om losse projecten aan elkaar te koppelen.'



Delen

  • Delen op Facebook
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Twitter

pdf maken

  • pdf maken

Vraag het onze experts!

Hebt u een vraag of suggestie over de implementatie van de Omgevingswet? Gebruik dan onderstaand formulier, het Informatiepunt Leefomgeving staat tot uw dienst!

Vragenformulier

Tel: 088 - 797 07 90
Bereikbaar op werkdagen van 09.00 tot 17.00 uur.

Alle informatie om u voor te bereiden op de Omgevingswet

Interbestuurlijke samenwerking

Het programma Aan de slag met de Omgevingswet is een samenwerkingsverband van gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen (UvW) en het Rijk. Het programma ondersteunt overheden, maatschappelijke partners, bedrijven, initiatiefnemers en belanghebbenden om te kunnen werken met de wet.

Over deze site

  • Programma Aan de slag
  • Informatiepunt Leefomgeving
  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Contact
  • Archief

Volg ons

  • @aandeslagow
  • Omgevingswet op LinkedIn
Rijksoverheid
Unie van Waterschappen
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg