Webcollege Omgevingsregeling
De Omgevingsregeling bundelt de regels uit ongeveer 75 bestaande ministeriële regelingen. De Omgevingsregeling zorgt dat ze samen één geheel vormen.
Zo staan alle regels over hetzelfde onderwerp op dezelfde plek. Hierbij is dezelfde opbouw gebruikt als die in de Omgevingswet en de Algemene Maatregelen van Bestuur. Ook zijn de regels op dezelfde manier opgeschreven. Dit maakt ze beter leesbaar voor gebruikers (zoals gemeenten, waterschappen en initiatiefnemers).
In dit webcollege ontdekt u in 4 minicolleges de inhoud van de Omgevingsregeling.

TEKST WEBCOLLEGE OMGEVINGSREGELING
*Muziek speelt*
Beeldmerk: Aan de slag met de Omgevingswet
Beeldtitel: De Omgevingsregeling
Yvette Bijkerk - Projectleider Omgevingsregeling en Invoeringsregeling:
Welkom bij dit webcollege over de Omgevingsregeling.
Mijn naam is Yvette Bijkerk.
Ik zal u meer vertellen over de Omgevingsregeling waaraan ik gewerkt heb.
De Omgevingsregeling bundelt en harmoniseert de regels uit ongeveer 75 bestaande ministeriële regelingen en bouwt voort op de systematiek van de Omgevingswet en de basisbesluiten de Algemene Maatregelen van Bestuur: AMvB's.
De regeling is bedoeld voor alle partijen die actief zijn in de fysieke leefomgeving: burgers, bedrijven en overheden.
Bij de totstandkoming van de regeling is dan ook gebruikgemaakt van de ervaringen van praktijkprofessionals.
Hierdoor sluiten de regels beter aan op de uitvoeringspraktijk.
Dit webcollege bestaat uit vier blokken.
Allereerst neem ik u mee in de opbouw van de Omgevingsregeling en ga ik kort in op de onderwerpen die in de regeling aan bod komen.
In de volgende blokken gaan drie specialisten dieper in op de volgende onderwerpen:
Edwin Voogd neemt u mee in het onderdeel gegevens en bescheiden.
Hierbij legt hij uit aan welke aanvraagvereisten vergunningaanvragen moeten voldoen.
Linda van Berkel vertelt u over het onderwerp meet- en rekenmethoden.
In de verschillende hoofdstukken van de Omgevingsregeling zijn voor bepaalde normen en waarden meet- en rekenregels opgenomen.
Linda zal uitleggen waar welke regels terug te vinden zijn.
Tot slot licht Willem-Jan Langenbach het onderdeel toe over het begrenzen van locaties.
In de regeling worden regels gesteld voor het begrenzen van gebieden.
Die gebieden zijn niet alleen in regels beschreven maar kunnen ook getoond worden op de kaart.
Willem-Jan laat zien hoe dat werkt.
U ziet de starttijden staan zodat u snel naar een blok over een onderwerp van uw keuze kunt doorspoelen als u dat wilt.
We starten met de introductie van de Omgevingsregeling.
Beeldtitel: Introductie Omgevingsregeling
Op deze afbeelding ziet u het Huis van het stelsel van de Omgevingswet.
De Omgevingsregeling bevat een verdere uitwerking van praktische regels uit de AMvB's.
De eerste versie van de Omgevingsregeling is in november 2019 gepubliceerd.
En nu, zo'n jaar later, is de regeling gewijzigd en aangevuld via de Invoeringsregeling die is gepubliceerd in december.
De Invoeringsregeling heeft een aantal thema's en hoofdstukken aan de Omgevingsregeling toegevoegd.
Nu de Invoeringswet en het Invoeringsbesluit zijn afgerond, is naast het hoofdspoor ook het invoeringsspoor van het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht afgerond.
Die twee sporen worden vóór inwerkingtreding van het stelsel nog aangevuld door de wetten, besluiten en regelingen van het aanvullingsspoor.
Hiermee is het huis van het stelsel afgebouwd.
Op de website van Aan de slag met de Omgevingswet vindt u de uiteindelijke versies van de wetgevingsproducten.
Beeldtitel: Inhoud van de Omgevingsregeling
De Omgevingsregeling bevat eerst die vooral voor de dagelijkse uitvoering van belang zijn.
Vanaf hoofdstuk 17 volgen een aantal hoofdstukken die ingaan op bijvoorbeeld de effecten van de regeling, de consultatiereacties de technische notificaties en implementatietabellen.
Sommige hoofdstukken zijn vooral gericht tot initiatiefnemers zoals het hoofdstuk over aanvraagvereisten.
Andere hoofdstukken zijn primair gericht tot het bevoegd gezag.
De Omgevingsregeling is nu aangevuld met de Invoeringsregeling.
Welke thema's vindt u nu terug?
In hoofdstuk 2 van de Omgevingsregeling staan regels in verband met de aanwijzing en geometrische begrenzing van de locaties van de Omgevingswet en de AMvB's.
Denk bijvoorbeeld aan locaties zoals snelwegen of Rijkswateren of begrenzingen rond spoorwegen.
Hoofdstuk 4 van de regeling gaat over regels voor activiteiten die de algemene regels uit het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving aanvullen en uitwerken.
Denk aan rekenmethoden voor het bepalen van emissies van dierverblijven of aan regels over de duurzaamheid van nieuwe bouwwerken.
De regels over bouwactiviteiten, die nu in de regeling Bouwbesluit de regeling Energieprestatie gebouwen en de Ministeriële regeling omgevingsrecht staan vindt u terug in hoofdstuk 5.
Het gaat om de zogenoemde erkende maatregelen: Energiebesparende maatregelen waarmee voldaan wordt aan de regel dat maatregelen met een bepaalde terugverdientijd getroffen moeten worden.
Bij het toepassen van erkende maatregelen wordt in ieder geval aan deze eis voldaan.
De energiebesparende maatregelen die op grond van het Besluit activiteiten leefomgeving genomen moeten worden de zogenoemde activiteitgebonden maatregelen en de maatregelen die u moet nemen op grond van het Besluit bouwwerken leefomgeving de zogenoemde gebouwgebonden maatregelen vindt u in de bijlagen bij de regeling.
De maatregelen zijn in aansluiting op wat op besluitniveau is bepaald, gesplitst.
De gebouwgebonden maatregelen sluiten aan op de gebruiksfuncties.
Aanvraagvereisten voor omgevingsvergunningen vindt u terug in hoofdstuk 7.
Dat hoofdstuk beschrijft welke gegevens aan de overheid moeten worden verstrekt bij het aanvragen van een vergunning.
In hoofdstuk 6 staan meet- en rekenmethoden voor initiatiefnemers.
Deze methoden worden gebruikt om aan de regels van het omgevingsplan te voldoen.
Hier staat bijvoorbeeld het meet- en rekenvoorschrift om te bepalen of aan de geluidsnorm voor een activiteit kan worden voldaan.
Hoofdstuk 8, 9 en 10 gaan over de bepalingsmethoden die een bestuursorgaan moet gebruiken bij het opstellen of wijzigen van een omgevingsplan bij het beoordelen van een vergunningaanvraag en bij het vaststellen van een projectbesluit.
In het onderdeel Monitoring en informatieverplichtingen, hoofdstuk 12 staat beschreven welke methoden bestuursorganen kunnen gebruiken voor het monitoren van de leefomgeving zoals het monitoren van de luchtkwaliteit of de toestand van het water en zwemwater.
Vaak zijn dit monitoringsverplichtingen die afkomstig zijn uit Europese richtlijnen.
In hoofdstuk 14 staan voorschriften voor het berekenen van plankosten door bestuursorganen maar ook regels over het innen van leges.
In de Omgevingsregeling zijn duidelijke regels gesteld die beschrijven wanneer leges worden geheven en hoe de hoogte daarvan wordt bepaald.
Die legesvoorschriften gelden alleen voor vergunningen en maatwerkvoorschriften waarbij het Rijk bevoegd gezag is.
De decentrale overheden kunnen in eigen verordeningen bepalingen over leges opnemen.
Daarover zijn in de Omgevingsregeling dus geen voorschriften opgenomen.
Nieuw onder de Omgevingswet is dat de uitzondering die gold voor milieu is vervallen.
Bijvoorbeeld voor vergunningen voor milieubelastende activiteiten kunnen nu ook leges worden geheven.
Tot slot is in hoofdstuk 16 het thema Digitaal Stelsel Omgevingswet toegevoegd.
In dat hoofdstuk zijn regels opgenomen over instandhouding, werking en beveiliging van de landelijke voorziening maar ook regels over de geldende standaarden voor informatie-uitwisseling en regels over de samenwerkingsfunctionaliteit.
In deze afbeelding ziet u nog eens alle thema's op een rij.
De zes waarop de Omgevingsregeling op onderdelen is aangevuld of gewijzigd en helemaal rechts het nieuwe thema: Digitaal Stelsel Omgevingswet.
Voor dit thema zijn er regels via de Invoeringsregeling aan de Omgevingsregeling toegevoegd.
Beeldtitel: De winst van de Omgevingsregeling
Sommige praktische regels uit huidige regelingen zult u niet terugvinden in de Omgevingsregeling.
Voor een aantal onderwerpen is ervoor gekozen de regels niet in de regeling terug te laten komen, maar op te nemen in de besluiten.
Zo zijn veel regels uit de Activiteitenregeling in het nieuwe stelsel opgenomen in het Besluit activiteiten leefomgeving.
Ook op het gebied van bouwen zijn enkele zaken die voorheen in de regeling Bouwbesluit stonden nu opgenomen in het Besluit bouwwerken leefomgeving.
Zo staan alle regels over een bepaald onderwerp op één plek.
Zoals regels over drijvende bouwwerken, CE-markering en kooldioxide meten.
In de Omgevingsregeling zijn veel verschillende regelingen nu gebundeld in één regeling.
De regels zijn geordend naar doelgroep en onderwerp en deze ordening sluit aan bij de AMvB's.
Dit draagt bij aan de vindbaarheid en inzichtelijkheid voor alle gebruikers.
Daarnaast zijn de regels verduidelijkt, onder andere door de digitale ontsluiting van de in de regeling aangewezen en begrensde locaties.
Voorheen bevatte de regelgeving kaarten in pdf-formaat.
De digitale ontsluiting zorgt voor grotere nauwkeurigheid en is gebruiksvriendelijker doordat je bijvoorbeeld kunt inzoomen.
De onderwerpen die ik met u heb doorgenomen bevatten voornamelijk regels die over de praktische uitvoering gaan.
Daarnaast bevat de Omgevingsregeling ook overgangsrecht en een opsomming van alle wettelijke regelingen die vervallen of gewijzigd worden.
Over het overgangsrecht is een apart webcollege gemaakt.
Deze kunt u terugzien op de website van Aan de slag met de Omgevingswet.
Tot zover deze inleiding en toelichting op de verschillende thema's in de Omgevingsregeling.
Hierna volgt verdieping op het onderwerp Gegevens en bescheiden de aanvraagvereisten voor omgevingsvergunningen.
Beeldtitel: Gegevens en bescheiden toevoegen
Edwin Voogd - Adviseur Omgevingswet:
Goedendag. Mijn naam is Edwin Voogd.
De afgelopen jaren heb ik bij het ministerie van Binnenlandse Zaken gewerkt aan de Omgevingsregeling en de Invoeringsregeling.
Ik neem u mee in hoofdstuk 7 van de Omgevingsregeling.
Hierin staan de regels over gegevens en bescheiden die bij een aanvraag overlegd moeten worden.
In dit webcollege gebruik ik de meer gangbare term 'aanvraagvereisten'.
Goed om te weten: in de Omgevingsregeling zijn alleen de aanvraagvereisten opgenomen voor activiteiten waarvoor het Rijk vergunningplichten heeft ingesteld in het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving.
Dat zijn de blauwe aanvraagvereisten in de afbeelding.
De aanvraagvereisten die de decentrale overheden, zoals gemeenten bij een lokale vergunningplicht hebben, staan in het geval van de gemeente in het omgevingsplan.
De gemeente beheert deze. Dat zijnde groene aanvraagvereisten in de afbeelding.
Bij het opstellen van de regels hebben we vijf uitgangspunten gehanteerd.
Het eerste uitgangspunt betreft toegankelijke regels.
Dat hebben we bereikt door aansluiting te zoeken bij de systematiek en structuur van het Besluit activiteiten leefomgeving.
Het tweede uitgangspunt is om alleen te regelen wat nodig is en vaak voorkomt bij een activiteit.
We hebben daarbij de beoordelingsregels van het Besluit kwaliteit leefomgeving gevolgd.
Dat voorkomt onnodige lasten.
Het derde uitgangspunt betreft Europese regelgeving.
Als er al Europese regels gelden voor bepaalde aanvraagvereisten dan zijn die zo letterlijk mogelijk overgenomen.
Het vierde uitgangspunt is erop gericht dat de gegevens die bekend zijn bij het bevoegd gezag, niet meer worden uitgevraagd.
En het vijfde uitgangspunt is om de lasten voor de aanvrager te verminderen door zo min mogelijk onderzoeksplichten op te leggen.
Ik zal deze punten toelichten.
Hoofdstuk 7 beslaat een flink deel van de Omgevingsregeling.
Dat komt doordat één van de uitgangspunten is dat de structuur van het Besluit activiteiten leefomgeving wordt gevolgd.
Je kunt in zijn algemeenheid stellen dat bij iedere vergunningplicht uit het Bal een set aanvraagvereisten hoort.
Niet alleen een set per hoofdactiviteit die in de Omgevingswet wordt onderscheiden maar ook voor iedere vergunningplicht bínnen die hoofdactiviteit.
Dat wordt het meest duidelijk voor de milieubelastende activiteit.
Deze kent tientallen vergunningsplichten in het Bal en kent in principe dan ook net zoveel verschillende sets met aanvraagvereisten.
Toch hebben die verschillende sets ook één ding gemeen:
De algemene aanvraagvereisten uit paragraaf 7.1.1 die bij iedere aanvraag moeten worden verstrekt.
De algemene vereisten gaan over de gegevens van de aanvrager, de locatie een eenvoudige beschrijving van de activiteit en of en hoe aan participatie wordt gedaan.
Een volgend uitgangspunt is dat niet méér wordt verlangd dan nodig is om een aanvraag voor een omgevingsvergunning te kunnen beoordelen.
Dat hebben we gedaan door aanvraagvereisten zoveel mogelijk af te stemmen op de reden voor een vergunningplicht.
Daarmee bedoel ik dat de aanvraagvereisten zo specifiek mogelijk zijn gemaakt hoeven te worden toegevoegd.
Ook is voorzichtig omgegaan met aanvraagvereisten die tot een onderzoeksplicht leiden.
Dat beperkt de lasten voor aanvragers.
Zo wordt er bijvoorbeeld bij veel aanvragen voor een milieubelastende activiteit niet om een bodemonderzoek of energiebesparingsonderzoek gevraagd omdat dit voor de beoordeling van de aanvraag niet nodig is.
De reden voor de vergunningplicht kunt u achterhalen door naar de aard van de activiteit te kijken en te bepalen bij welke punten precies een afweging moet plaatsvinden.
Dat is vertaald naar de beoordelingsregels voor vergunningen die in hoofdstuk 8 van het Besluit kwaliteit leefomgeving staan.
Wanneer u deze beoordelingsregels naast de aanvraagvereisten legt, matchen ze vaak.
Dat is dan ook de tweede lat waarlangs we de aanvraagvereisten hebben gelegd om de aanvraagvereisten te beperken namelijk door deze nauwkeurig naast
de beoordelingsregels van de activiteit te leggen.
Ten slotte zijn er geen aanvraagvereisten nodig voor gegevens die het bevoegd gezag zelf al tot zijn beschikking heeft.
Denk hierbij bijvoorbeeld aan kadastrale gegevens.
Dit soort gegevens wordt niet standaard uitgevraagd. En dat scheelt.
Ik zal u dit laten zien aan de hand van twee voorbeelden.
Beeldtitel: Twee voorbeelden
Het eerste voorbeeld betreft aanvraagvereisten voor een vergunningaanvraag voor een milieubelastende activiteit in een gasreduceerstation.
Daarvoor laat ik u artikel 7.86 zien.
Wat opvalt, is dat u bij het eerste lid een verwijzing naar artikel 7.22a ziet.
Dat artikel blijkt om aanvraagvereisten vanwege veiligheidsrisico's te gaan de zogenoemde externe veiligheid.
Het artikel vindt u in de paragraaf Modules.
Er zijn namelijk modules gemaakt voor aanvraagvereisten die herhaaldelijk voorkomen.
Dit is voor de milieubelastende en de lozingsactiviteit gedaan.
Omdat er minder artikelen aangepast hoeven te worden zijn verwijzingen in wetgeving zo makkelijker door te voeren.
En de aanvrager krijgt voor een thema altijd dezelfde aanvraagvereisten.
Ik laat nog een voorbeeld zien: dit keer een beperkingengebiedactiviteit.
Ook hier zien we dat dit artikel kort, overzichtelijk en concreet is.
Eén van de uitgangspunten van de aanvraagvereisten die ik eerder opsomde betrof Europese regels.
Deze zijn leidend en zijn zoveel mogelijk één op één omgezet naar de Omgevingsregeling.
'Richtlijnconform' noemen we dat.
Dat is vooral zichtbaar bij de milieubelastende activiteit waarvoor de Richtlijn Industriële Emissies aanvraagvereisten bevat.
Dit is dan ook de reden dat aanvragen voor een milieubelastende activiteit bij complexe bedrijven en niet-complexe bedrijven met een IPPC-installatie dezelfde set aanvraagvereisten hebben.
Die staan in artikel 7.27 van de Omgevingsregeling.
Dit levert helaas een minder concrete set aanvraagvereisten op maar zeker voor deze bedrijven is vooroverleg met het bevoegd gezag van belang.
Dan kunnen ze samen in kaart brengen wat precies nodig is om de vergunningaanvraag goed te kunnen beoordelen.
Dat zijn deze bedrijven overigens nu ook al gewend.
Beeldtitel: Vooroverleg
Over het algemeen is het handig om, voordat een aanvraag wordt ingediend met het bevoegd gezag af te stemmen wat die aanvraag zou moeten bevatten.
Het kan namelijk zo zijn dat de aanvraagvereisten niet voldoende zijn.
In die gevallen kan het bevoegd gezag met een beroep op de Algemene wet bestuursrecht extra informatie van de aanvrager verlangen.
Maar dat zijn uitzonderingen en die moeten altijd goed gemotiveerd worden.
De extra informatie die het bevoegd gezag verlangt moet natuurlijk wel nodig zijn om de aanvraag te beoordelen.
Naast dat meer informatie nodig is, kan zeker ook het omgekeerde het geval zijn.
Dan zijn bepaalde aanvraagvereisten juist niet nodig omdat bijvoorbeeld een aanvraag een wijziging van een bestaande situatie betreft en niet een hele nieuwe situatie.
Of nu meer of minder informatie nodig is in het vooroverleg kunnen aanvrager en bevoegd gezag afstemmen wat nodig is.
Zo wordt vertraging in het proces van vergunningverlening voorkomen.
Hoofdstuk 7 is dus een fors pakket aan artikelen.
Misschien denkt u: hoe worden we daar wijs uit?
Dan heb ik goed nieuws. De aanvraagvereisten in de Omgevingsregeling en aanvraagvereisten van vergunningen uit het tijdelijk deel van het omgevingsplan
de zogenoemde bruidsschat worden in het digitaal stelsel van de Omgevingswet geplaatst.
Daardoor zal het in de praktijk niet zo vaak nodig zijn om in hoofdstuk 7 van de Omgevingsregeling zelf te kijken.
Tot zover mijn toelichting op aanvraagvereisten uit de Omgevingsregeling.
Beeldtitel: Meet- en rekenmethoden voor besluiten en monitoring
Linda van Berkel - Adviseur Omgevingswet:
Goedendag, mijn naam is Linda van Berkel.
De afgelopen jaren heb ik bij het ministerie van Binnenlandse Zaken gewerkt aan de Omgevingsregeling en de Invoeringsregeling vooral aan meet- en rekenregels voor verschillende milieuthema's.
In dit onderdeel vertel ik u meer over de meet- en rekenregels in de Omgevingsregeling.
Deze meet- en rekenregels horen bij een bepaalde waarde.
Dat kan een grenswaarde zijn, een standaardwaarde of een omgevingswaarde.
Deze waarde staat als algemene regel of als instructieregel in een van de AMvB's bij de Omgevingswet.
De meet- of rekenmethode uit de Omgevingsregeling is alleen van toepassing als er daadwerkelijk een waarde in het omgevingsplan of een programma staat.
Of als in een van de AMvB's een waarde als algemene regel staat.
De Omgevingsregeling regelt dus alleen hoe er eventueel gerekend of gemeten moet worden.
Een voorbeeld is de standaardwaarde voor toelaatbaar geluid als instructieregel voor een omgevingsplan in het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Als die waarde in het omgevingsplan is opgenomen kunt u in de Omgevingsregeling vinden hoe u moet meten of berekenen hoeveel geluid er is.
Zo weet u of aan de standaardwaarde kan worden voldaan.
Beeldtitel: Uitgangspunten bij meet- en rekenregels
Bij het opstellen van de regels hebben we een aantal belangrijke uitgangspunten gehanteerd: Er zijn alleen meet- en rekenregels opgenomen als dat echt nodig is.
Als er in Europese regelgeving meet- en rekenregels staan, dan zijn deze overgenomen.
De onderzoeklasten zijn zoveel mogelijk verminderd.
Deze uitgangspunten hebben geresulteerd in de artikelen en bijlagen van de Omgevingsregeling over meet- en rekenregels.
Alle meet- en rekenregels zijn vindbaar in één regeling. Ze zijn redactioneel geharmoniseerd.
Dat is inzichtelijker en makkelijker voor de gebruiker.
Deze meet- en rekenregels stonden verspreid over veel verschillende ministeriële regelingen en AMvB's.
De in de Omgevingsregeling opgenomen regels over invoergegevens en afrondingseisen dragen bij aan het verminderen van onderzoeklasten.
Afrondingseisen staan bijvoorbeeld bij geluid.
Daar staat dat moet worden afgerond op hele getallen.
De regels in de Omgevingsregeling sluiten ook aan bij het uitgangspunt van de Omgevingswet dat fasering van onderzoek mogelijk is.
Ook dat leidt tot minder onderzoeklasten.
De uitgeschreven meet- of rekenmethode kan in een bijlage van de Omgevingsregeling staan bijvoorbeeld de emissiefactoren voor geur bij een veehouderij.
Of het is een verwijzing naar een bepalingsmethode bijvoorbeeld het handboek Omgevingsveiligheid van het RIVM en soms ook naar een softwareprogramma,
bijvoorbeeld Safeti-NL voor externe veiligheid.
De bepalingsmethoden die niet zijn opgenomen als bijlage zijn in beheer bij andere organisaties.
Voor die bepalingsmethoden staat in bijlage II van de Omgevingsregeling de versie die gebruikt moet worden en de vindplaats hiervan.
Beeldtitel: Meet- en rekenregels voor initiatiefnemers
De meet- en rekenregels zijn in de Omgevingsregeling gegroepeerd per doelgroep.
Ik ga eerst in op de regels voor initiatiefnemers, daarna op de regels voor bestuursorganen.
De regels voor initiatiefnemers staan in hoofdstuk 4, 5, 6 en 7 van de Omgevingsregeling.
Ik ga in dit onderdeel verder in op de meet- en rekenregels van hoofdstuk 4, 5 en 6.
Een ander deel van dit webcollege gaat over de aanvraagvereisten van hoofdstuk 7.
Daarin staan ook meet- en rekenregels voor initiatiefnemers.
In hoofdstuk 4 van de Omgevingsregeling staan algemene regels voor milieuonderwerpen.
Deze regels horen bij de regels van hoofdstuk.
Het gaat hier maar om een paar onderwerpen.
De meeste bepalingsmethoden, zoals veel NEN-normen staan al in het Besluit activiteiten leefomgeving.
Wat staat er dan wel in Hoofdstuk 4 van de regeling?
Dat zijn: de rekenmethode voor de emissies van fijn stof en ammoniak bij veehouderijen de bepalingsmethode van de afstand voor de aandachtsgebieden externe veiligheid de energiebesparende maatregelen waarmee kan worden voldaan aan de voorschriften over energiebesparing in hoofdstuk 5 van het Bal en de bepalingsmethoden voor de afstand van het plaatsgebonden risico bij een aantal milieubelastende activiteiten.
Het gaat dan over Seveso-inrichtingen, windturbines en buisleidingen omdat hiervoor in het Bal staat dat het plaatsgebonden risico moet worden bepaald.
Voor andere milieubelastende activiteiten staat de verplichting om het plaatsgebonden risico te berekenen bij de aanvraagvereisten voor een vergunning.
Met de Aanvullingsregeling Natuur komt daar nog een aantal artikelen bij.
Bijvoorbeeld over de jacht en over de administratie bij het ringen van gefokte vogels.
Het gaat in hoofdstuk 4 van de regeling dus niet alleen om meet- en rekenregels maar ook om andere detailregelgeving bij het Bal.
In hoofdstuk 5 staan regels voor initiatiefnemers over meten en rekenen bij bouwen en slopen.
Deze regels horen bij de regels van het Besluit bouwwerken leefomgeving, ofwel het Bbl.
Voorbeelden zijn de berekeningsmethodes voor de energielabels van gebouwen de energiebesparende maatregelen waarmee kan worden voldaan aan de voorschriften voor energiebesparing in hoofdstuk 3 van het Bbl en een aantal nadere regels bij het toepassen van verschillende NEN-normen.
Een ander deel van dit webcollege gaat over de aanvraagvereisten bij een vergunning.
Dat is hoofdstuk 7 van de regeling.
Bij die aanvraagvereisten staan soms ook meet- en rekenmethoden.
De meet- en rekenmethoden bij de door het Rijk gereguleerde activiteiten vindt u dus terug in Hoofdstuk 4, 5 en 7 van de Omgevingsregeling.
Er zijn ook meet- en rekenregels voor initiatiefnemers bij decentraal gereguleerde activiteiten.
Er zijn veel activiteiten die de gemeente in het omgevingsplan regelt.
Dit zijn decentraal gereguleerde activiteiten.
Als er bij die activiteiten geur, geluid of trillingen voorkomen en de gemeente heeft hiervoor waarden opgenomen in het omgevingsplan in dezelfde vorm als de instructieregels dan vindt de initiatiefnemer de meet- en rekenregels hiervoor in Hoofdstuk 6 van de Omgevingsregeling.
Het gaat dan bijvoorbeeld over het bepalen van geluid in dBa.
Beeldtitel: Meet- en rekenregels voor bestuursorganen
Met de Aanvullingsregeling Bodem wordt in hoofdstuk 6 van de Omgevingsregeling ook de rekenmethode voor het bepalen van de toelaatbare bodemkwaliteit opgenomen.
Dat waren de meet- en rekenregels voor initiatiefnemers.
De meet- en rekenregels voor bestuursorganen staan in hoofdstuk 8, 9, 10 en 12.
In hoofdstuk 8 staan de meet- en rekenregels die nodig zijn bij het maken van een omgevingsplan.
Ze zijn van toepassing als een gemeente in het omgevingsplan waarden opneemt voor een bepaald onderwerp.
Bijvoorbeeld de aanvaardbare geur, geluid en trillingen.
Dit zijn voor een deel dezelfde bepalingsmethodes als die voor de initiatiefnemers in hoofdstuk 6 staan over deze onderwerpen.
Voor het maken van een omgevingsplan zijn ook meet- en rekenregels nodig voor luchtkwaliteit en voor externe veiligheid.
Voor externe veiligheid moet de afstand voor aandachtsgebieden en de afstand voor het plaatsgebonden risico worden berekend.
Deze regels staan dus ook in hoofdstuk 8 van de regeling.
Er staan in hoofdstuk 8 ook rekenregels voor een aantal programma's zoals het actieplan geluid en het onderdeel grondwatersanering van historische grondwaterverontreiniging in een waterprogramma.
In hoofdstuk 9 staan de meet- en rekenregels die nodig zijn voor het beoordelen van vergunningaanvragen voor bestuursorganen.
Hoofdstuk 10 gaat over meet- en rekenregels bij het nemen van een projectbesluit.
In deze 2 hoofdstukken worden grotendeels dezelfde meet- en rekenregels aangewezen als in hoofdstuk 8 voor het omgevingsplan.
Als laatste staan er meet- en rekenmethoden in hoofdstuk 12 van de regeling.
Dit zijn meet- en rekenmethoden die een bestuursorgaan moet gebruiken om aan te tonen of wordt voldaan aan omgevingswaarden en andere parameters.
Het gaat dan om gegevens die nodig zijn voor bijvoorbeeld het Register Externe Veiligheid de omgevingswaarden luchtkwaliteit of de monitoring voor de Kaderrichtlijn Water.
Veel meet- en rekenmethoden in hoofdstuk
Tot zover de meet- en rekenregels uit de Omgevingsregeling.
Uitleg over de meet- en rekenregels kunt u vinden bij de verschillende milieuthema's op de website aandeslagmetdeomgevingswet.nl.
Beeldtitel: Geometrische begrenzingen
Willem Jan Langenbach - Adviseur Omgevingswet:
Hallo, ik ben Willem-Jan Langenbach.
Vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken ben ik betrokken bij de Omgevingsregeling.
Ik ga u meer vertellen over het aanwijzen van locaties en gebieden in deze regeling.
In hoofdstuk 2 van de Omgevingsregeling vindt u de aanwijzing van een locatie of de geometrische begrenzing van een bepaald gebied waarvoor specifieke regels zijn opgenomen in de Omgevingswet de AMvB's en de Omgevingsregeling.
Op zo'n locatie kan een vergunningplicht voor een bepaalde activiteit uit het Besluit activiteiten leefomgeving gelden.
Ook kan het gaan om een locatie of gebied waar bepaalde instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving van toepassing zijn bijvoorbeeld regels over de waterveiligheid bij een bepaald dijktraject.
De geometrische informatie wordt in de Omgevingsregeling vastgelegd met coördinaten waarmee u de grens van een locatie of een gebied op een kaart digitaal kunt raadplegen.
Een locatie kan qua omvang heel verschillend zijn.
Het kan bijvoorbeeld een punt op een kaart zijn, maar ook een kleiner of groter gebied.
In de huidige regelgeving zijn de locaties en gebieden vaak op pdf-kaarten of in woorden weergegeven bijvoorbeeld 'binnen 10 meter van de dijk'.
Met de Omgevingsregeling is dit anders.
De locaties in de Omgevingsregeling zijn straks digitaal te raadplegen.
Het is dan ook mogelijk om in te zoomen op een bepaalde plek op de kaart.
Zo kunt u beter nagaan waar iets wel of niet mag.
Een dergelijke digitale weergave zien we nu ook al in de Wet ruimtelijke ordening waarbij gebieden getoond worden op ruimtelijkeplannen.nl.
De regels met de aanwijzing en geometrische begrenzing van locaties en gebieden zijn van belang voor zowel bestuursorganen als burgers en bedrijven.
De locaties en gebieden die worden aangewezen of begrensd kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op een oppervlaktewater, een weg een spoorweg, een defensieterrein of een cultureel erfgoed.
Beeldtitel: Voorbeeld
Hoe werkt het precies?
U ziet hier een voorbeeld van een artikel uit de Omgevingsregeling dat gaat over cultureel erfgoed.
Het eerste lid van dit artikel gaat over de aanwijzing van de begrenzing van de Droogmakerij de Beemster.
Deze droogmakerij staat op een voorlopige lijst van werelderfgoederen.
Op deze erfgoederen zijn bepaalde instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving van toepassing.
In dit artikellid wordt verwezen naar bijlage III bij de regeling.
Hierin is de geometrische begrenzing van de droogmakerij vastgelegd.
Bijlage III bevat voor veel locaties en gebieden die in hoofdstuk 2 van de regeling staan een verwijzing naar een bestandscode.
Het achterliggende bestand met coördinaten wordt een Geografisch Informatie Object kortweg GIO genoemd.
Met de code wordt een link gelegd tussen de regels en de GIO waarin het bijbehorende werkingsgebied wordt vastgesteld.
Dit is een stukje uit bijlage III bij de Omgevingsregeling dat gaat over ons voorbeeld
van Droogmakerij de Beemster.
Als we op de bestandscode klikken die hoort bij artikel 2.42, eerste lid worden de grenzen van de Droogmakerij de Beemster zichtbaar.
We kunnen inzoomen en de ligging van de droogmakerij tot op perceelsniveau bekijken.
Dat ziet er zo uit.
Beeldtitel: Voordelen
Wat zijn voordelen van regels over de aanwijzing van locaties en gebieden in de Omgevingsregeling?
Dit onderdeel van de Omgevingsregeling vergroot het gebruiksgemak van de regelgeving.
Burgers, bedrijven maar ook overheden kunnen nu in veel meer gevallen op de kaart zien waar welke regels gelden.
Voorheen was dit bijvoorbeeld slechts in woorden vastgelegd en dus niet zichtbaar op een kaart.
En als het wel zichtbaar was, werd de kaart weergegeven op een bepaalde schaal waarbij keuzes gemaakt moesten worden wat wel of niet getoond wordt of de gebieden werden versimpeld weergegeven.
Nu we de werkingsgebieden in een viewer kunnen weergeven, kunt u ook inzoomen.
Op deze manier kunt u preciezer nagaan waar regelgeving wel en niet van toepassing is.
En er zijn nog meer voordelen.
Met deze nieuwe regels onder de Omgevingswet wordt de toegankelijkheid van de digitale informatie over locaties en gebieden sterk verbeterd.
De geo-informatie komt op één centrale plek beschikbaar en er wordt op dezelfde manier begrensd.
Door de mogelijkheid om de bestanden met gebieden en bijbehorende grenzen te downloaden is het voor andere overheden mogelijk deze te importeren binnen hun eigen applicaties en te gebruiken voor bijvoorbeeld een omgevingsplan.
Dit zal bestuurslasten verminderen: ze hoeven niet zelf geometrische grenzen te trekken.
Tot slot is belangrijk op te merken dat de regels uit hoofdstuk 2 van de Omgevingsregeling ook een belangrijke rol spelen in het Digitaal Stelsel Omgevingswet, het DSO.
Initiatiefnemers kunnen straks bijvoorbeeld in het DSO nagaan of een vergunning nodig is voor hun activiteit.
Hierbij kunnen zij gebruikmaken van de geometrie van de locaties en gebieden zoals die in de Omgevingsregeling op die specifieke plek zijn vastgesteld.
Beeldmerk: Aan de slag met de Omgevingswet
Beeldtekst: www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl
De Omgevingsregeling in 4 minicolleges uitgelegd
In de Omgevingsregeling staat informatie over veel verschillende onderwerpen. Vier sprekers vertellen u hierover:
- In het eerste minicollege laat Yvette Bijkerk zien uit welke onderdelen de Omgevingsregeling is opgebouwd. Ook gaat zij kort in op de onderwerpen die in de regeling aan bod komen.
- Edwin Voogd vertelt over het onderdeel ‘Gegevens en bescheiden’ (vanaf 10.10 minuten). Hij legt uit aan welke eisen vergunningaanvragen moeten voldoen.
- Linda van Berkel vertelt u meer over de meet- en rekenmethoden in de Omgevingsregeling (vanaf 18.25 minuten). In verschillende hoofdstukken van de Omgevingsregeling zijn (normen en waarden voor) meet- en rekenregels opgenomen. Linda legt uit waar welke regels terug te vinden zijn.
- In het vierde minicollege licht Willem-Jan Langenbach het onderdeel 'Begrenzen van locaties' toe (vanaf 27.15 minuten). In de Omgevingsregeling staan regels voor het begrenzen van gebieden. Die gebieden zijn niet alleen in woorden beschreven, maar u kunt ze ook bekijken op een digitale kaart. Willem-Jan laat zien hoe dat werkt.