Omgevingswet in vogelvlucht: blok 2 Anders werken
Het webcollege Omgevingswet in vogelvlucht is een introductie met de Omgevingswet. Edwin Voogd en Anjalie Kishoen-Misier nemen jullie in 3 blokken mee in dit webcollege.
- Blok 1 gaat over de wet zelf
- Blok 2 over het veranderen als organisatie en
- Blok 3 over het digitaal stelsel
Bij dit webcollege is ook de presentatie Omgevingswet in vogelvlucht (pdf, 2.7 MB) beschikbaar als pdf.
Let op
- U kunt dit webcollege direct afspelen op een desktop of op een Android-telefoon. Als u het webcollege op een ander apparaat (bijvoorbeeld een iPad) wilt volgen, download het dan eerst naar uw eigen apparaat.
- Klik voor ondertiteling rechts onderin de video op CC (closed captions).

Omgevingswet in vogelvlucht Blok 2: Anders werken
‘Anders werken’ is niet zo een heel lang stukje. Bij de opening hebben jullie er vanmorgen er ook al iets over gehoord, het is een transitie. Ja, hoe gaan organisaties om met veranderingen? Ja, ook de Omgevingswet brengt veranderingen met zich mee. En die kun je eigenlijk in 4 onderdelen verdelen. Meer integraal, dat zagen we ook al bij de doelstellingen van de wet, met die radartjes, het is een integrale benadering. Natuurlijk zullen er sectoren blijven, maar je zult – als je verschillende sectoren hebt – die radartjes meer in elkaar moeten laten draaien.
Gebiedsgericht werken, dat heeft iets te maken met de bestuurlijke afwegingsruimte waar we het net over hadden. Hoe lokaal wil je kleuren? Je hebt een gebied wat je wilt ontwikkelen. Ja, dan zul je een andere werkwijze op nahouden dan een gebied wat je vrij statisch houdt. Dus je kunt straks heel lokaal, gebiedsgericht diversiteit aanbrengen in een werkwijze.
Meer samenwerken, dat heb ik ook geprobeerd met dat plaatje met al die lijntjes…Als bestuursorgaan zul je het samen moeten gaan doen. Het hangt allemaal aan elkaar. En tot slot, de samenleving.
Meest sprekende daarvan is natuurlijk participatie. Daar hebben jullie vanmorgen ook al iets over gehoord. Maar de wetgever wil wel proberen daar jullie in te sturen. Hoe ga je aan de voorkant juist met planvorming om? Hoe krijg je een gemeenschappelijk doel voor ogen met verschillende stakeholders? Nou, dat zijn eigenlijk de 4 onderdelen waar anders werken om draait.
Beetje ingewikkeld plaatje, maar wat geprobeerd is duidelijk te maken dat als je als organisatie aan de slag gaat, ja, dan zou je ervoor kunnen kiezen om een positie te bepalen. Wie ben ik als organisatie? Hoe, wat wil ik met al die instrumenten die de Omgevingswet mij biedt. En er zijn gewoon verschillende strategieën, en in mogelijk. ! Eerlijk is eerlijk. Dat is gewoon zo. We zullen waarschijnlijk niet allemaal in de rechterbovenhoek zitten, vernieuwend. We zullen misschien ook gedeeltelijk juist in de rechterbovenhoek zitten voor bepaalde gebieden, waarbij je meer in de onderscheidende variant zit, dat je gebieden onderscheidt. Ik zal wel even de assen uitleggen. Daarboven staat veranderen. Ben je een organisatie die wil veranderen? Nou, daar hebben wij vanmorgen iets over gehoord. Of ben je een organisatie die zegt van: ‘Nou ja, er is een wetgeving, er is een stelsel. En natuurlijk gaan wij daarmee aan de slag, maar ik ga gewoon aanpassen’. Dat klinkt anders, hè, veranderen en aanpassen. Aanpassen dat moet je. Geen discussie. Er komt een nieuw stelsel, er komen nieuwe instrumenten, dus er gaat iets gebeuren. Maar wil ik meer de aanpassingskant op of wil ik de veranderingskant op. Nou dan heb je aan de andere as. Ben ik meer op mezelf gericht – intern gefocust – ben met mijn eigen organisatie bezig, heb mijn handen vol… Of zeg ik van: ‘Nee, ik zoek juist de externe focus’. Samenwerking met mijn partners, misschien wel regionaal. Nou, dat zijn keuzes. Dan kom je op verschillende kwadranten terecht. En dat zijn dan eigenlijk deze vier, waarbij je consoliderend; je bent vooral op jezelf gericht en je doet gewoon wat nodig is. Nou, dit is leuk, die kunnen jullie nog eens nalezen, als je straks die sheets hebt, maar ik denk dat de onderste zinnetjes steeds bij die kwadranten eigenlijk wel goed weergeven van wat er met de kwadranten wordt bedoeld. En dat is er eentje: ‘We kijken wat er moet en dat doen we gewoon’. Dat noemen we dan consoliderend. Dat kan een keuze zijn. Je kunt ook zeggen van: ‘We willen wel veranderen, maar we zijn toch nog wel even op onszelf gericht.’ Dus, we kijken vooral op efficiency en effectiviteit. We kijken wat er kan. Dan ga je al een stapje verder. Je kunt zeggen: ‘We willen voor onderdelen wel voor een gebied, wij willen wel experimenteren wat er met de Omgevingswet kan’. Dan ben je redelijk bezig, nou ja, met toch wel de kansen benutten, maar je gaat nog niet helemaal naar het extreme. Dan zeg je: ‘We kijken of het in de praktijk werkt - met bepaalde onderdelen - als een soort oefening.’
Het laatste kwadrant, dat is het vernieuwende kwadrant. Veel bestuurders zullen natuurlijk zeggen: ‘Dat willen wij.’ Dat is ook wel heel mooi, maar dat vergt natuurlijk ook wat. Want dat betekent dat je eigenlijk het hele palet mogelijkheden opent om jouw doelstellingen te halen. Maar dat betekent ook dat je veel gezamenlijk doet, dus je moet veel naar buiten willen, je moet regionaal bezig zijn. Nou, wat is nou het doel van die 4 kwadranten, die is eigenlijk om te bepalen dat je straks met een visie begint, is het misschien wel goed om na te denken: ‘Hoe steken we als organisatie nou in elkaar? Hoe positioneren wij nou onze visie?’ Dat is misschien vooral een taak die je aan zult moeten gaan met je bestuurder.
Zijn daar nog vragen over? Over het veranderonderdeel?
Vraag uit publiek: Wat wordt er van de bedrijven gevraagd? Edwin: Ja dat is een hele brede vraag….
Vervolgvraag: Ik interpreteer ook jouw kwadrant even als wat moeten overheidsinstellingen doen om die Omgevingswet goed te laten functioneren? En aan de andere kant heb je dus ook de aanvragers van de vergunningen, wat kunnen die doen, wat moeten die doen om ook bij te dragen aan een goed functioneren van de Omgevingswet?
Edwin: Kun je mij helpen? Ik weet daar niet zo’n heel concreet antwoord op.
Anjalie: Als het gaat om de veranderopgave, dan zijn die echt opgenomen voor de overheid. Dus, u heeft helemaal gelijk. Het bedrijfsleven heeft hier eigenlijk heel weinig mee te maken. Deze 4 kwadranten die mijn collega net liet zien die zijn voor de overheid. Afhankelijk van of u een consoliderende overheid bent of dat u een onderscheidend of vernieuwend of calculerend zult zijn, zult u uw programma neerzetten. Zodat op het moment dat u zegt, ik wil graag een consoliderende overheid zijn, zal er weinig anders gevraagd worden van bedrijven als dat u nu vraagt. Want u bent eigenlijk calculerend, u houdt het een beetje zoals het nu is, dus u kiest ervoor om te zeggen: ‘We houden het zo. U voldoet aan de regelgeving, wij toetsen eraan, wij doen nu dingen dat…’ Zo pakt u hem aan. Op het moment dat u dat als onderscheidend doet, dan maakt u een keuze van wat kan er in de praktijk. Stel dat dat u dan zegt: ‘Ik wil niet dat het zoals nu gaat, maar ik wil daarbij extra dienstverlening doen…’. Dan wordt er minder van het bedrijfsleven gevraagd, omdat die dan voldoet aan wat u vraagt.
Gaat u vernieuwend werken, dan is de kans groot dat u nog meer dienstverlening voor bedrijven gaat ontwikkelen. En dan hoeven ze nog minder te doen.
Gaat u dat calculerend doen, dan kijkt u naar ‘What's in it for me? Wat vinden wij handig om te doen?’ Stel u bent een Westland - ik zeg maar wat -en u heeft kassen en u wilt eigenlijk promoten dat kassen zo goed mogelijk gaan, gaat u eigenlijk zo goed mogelijk faciliteren dat die kassen zo goed mogelijk werken. Dus in feite, afhankelijk van welke veranderopgave, welke verandermethode, u kiest, zult u uw burgers dan wel uw bedrijfsleven aan dienstverlening bieden.
Edwin: Wat ik me nog kan voorstellen, op het moment dat ik erover nadenk, is dat je wel… Kijk, een van de onderdelen was de samenleving, dus participatie. Dus, dat wordt ook verwacht. Dus in die zin zou je van bedrijven, ook van bedrijven mogen verwachten dat ze aan de voorfase van hun planvorming hun omgeving daarbij betrekken. Daar gaat de Omgevingswet nadrukkelijk van uit. Dus dat is ieder geval wel wat concreter. Dat ik denk van: Ja, daar hebben bedrijven zeker iets op te pakken. En een andere wat ik me zat te bedenken is, als je die kwadranten ziet, dan geeft over het algemeen het vernieuwende kwadrant natuurlijk, zou meer mogelijkheden moeten bieden voor bedrijven. Dus, wat je als bedrijf wel zou kunnen doen met je lokale overheid kijken van: Oké, ik heb plangebieden, waar zou ik bedrijven veel creatieve ruimte willen geven om dingen te ontwikkelen. Waar we nu eigenlijk nog van niet van weten… Kan dat…? Dus dat je in die zin je wat meer open planologie toe zou laten. Dus daar zouden bedrijven zelf natuurlijk ook bij een lokale overheid op aan kunnen dringen. Dus dat zijn even twee die zo nog even bij mij ‘op poppen’. Dus wat zouden bedrijven kunnen doen, wat past dan in het stelsel?