Inhoud
Ruimtelijke bouwregels omgevingsplan
De ruimtelijke bouwregels én de gebruiksregels tezamen regelen de ruimtelijke inpassing van windturbines op een locatie. De ruimtelijke bouwregels bepalen onder meer de plaats en de maximale hoogte van de windturbines. Deze staan in het tijdelijk én nieuwe deel van het omgevingsplan.
Tijdelijk deel omgevingsplan
Het tijdelijk deel omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) bestaat uit de ruimtelijke regels (o.a. bestemmingsplannen en beheersverordeningen) en de bruidsschat Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). In beide delen staan ruimtelijke bouwregels.
Ruimtelijke regels
Is een windturbine voor inwerkingtreding van de Omgevingswet op een locatie toegelaten, dan staan de ruimtelijke bouwregels na de inwerkingtreding van de Omgevingswet eerst in de ruimtelijke regels van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Bruidsschat: omgevingsplanactiviteit bouwwerken
Naast de ruimtelijke regels bestaat het tijdelijk deel van het omgevingsplan ook uit een bruidsschat. In artikel 22.26 bruidsschat omgevingsplan staat een vergunningplicht om vooraf het concrete bouwplan te toetsen aan de bouwregels in het tijdelijk deel omgevingsplan. Hieronder valt ook het bouwen van windturbines. Deze omgevingsvergunning kan echter ook onderdeel vormen van een projectbesluit.
Meer informatie over deze binnenplanse vergunningplicht vindt u op de pagina ‘Omgevingsplanactiviteit bouwwerken’
Nieuw deel omgevingsplan
Vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen er ook ruimtelijke bouwregels staan in het nieuwe deel van het omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Het omzetten van regels van het tijdelijk deel naar het nieuwe deel van het omgevingsplan moet eind 2031 klaar zijn. De ruimtelijke bouwregels voor windturbines in het nieuwe deel van het omgevingsplan moeten voldoen aan het evenwichtig toedelen van functies aan locaties. Aspecten daarbij zijn onder andere landschappelijke waarden, veiligheid en het milieu.
Meer informatie hierover vindt u op de pagina ‘Toelaten windturbine op een locatie’.
In omgevingsplan via projectbesluit
Voor windparken die op een locatie zijn toegelaten via een projectbesluit staan de ruimtelijke bouwregels eerst in dat besluit. Later worden deze regels onderdeel van het omgevingsplan.
Meer informatie hierover vindt u op de pagina 'Hoofdlijnen projectbesluit: Projectbesluit kan regels van het omgevingsplan wijzigen'.
Ruimtelijke bouwregels omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit
De ruimtelijke bouwregels kunnen ook in een omgevingsvergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit staan. Dit is het geval als een initiatief niet binnen de regels van het omgevingsplan past. Later worden deze regels onderdeel van het omgevingsplan.
De ruimtelijke bouwregels bestaan dan uit de aanvraag samen met eventuele vergunningvoorschriften. Een dergelijke omgevingsvergunning moet, net als het nieuwe deel omgevingsplan, voldoen aan het evenwichtig toedelen van functies aan locaties.
Meer informatie hierover vindt u op de pagina 'Toelaten windturbine op een locatie'.
Bouwregels technische bouwactiviteit Bbl
In het Bbl staan de bouwregels voor de technische bouwactiviteit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Deze bouwregels zijn gericht op veiligheid, gezondheid, duurzaamheid en bruikbaarheid. De technische bouwregels uit het Bbl zijn bij een windturbine vooral gericht op brand- en constructieveiligheid.
Bouwregels en gebruiksfunctie
De regels voor bouwwerken in het Bbl zijn afgestemd op het gebruik van deze bouwwerken. Een toegankelijke windturbine is in het Bbl een gebouw met gebruiksfunctie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) 'overige gebruiksfunctie'. Een niet-toegankelijke windturbine heeft de gebruiksfunctie 'bouwwerk geen gebouw zijnde'.
Een windturbine moet daarbij ook voldoen aan de internationaal geldende Machinerichtlijn (2006/42/EG).
Omgevingsvergunning technische bouwactiviteit
Een windturbine hoger dan 5 meter is vergunningplichtig voor de technische bouwactiviteit. Dit staat in artikel 2.25 Bbl voor een toegankelijke windturbine en in artikel 2.26 Bbl voor de overige windturbines.
Het bevoegd gezag beoordeelt aan de hand van de aanvraag of de windturbine of het windpark voldoet aan de technische regels van het Bbl.
Meer informatie vindt u op de pagina ‘Vergunningplichtige technische bouwactiviteiten’.
Bouwregels Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
In artikel 4.430 Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staat dat windturbines ontworpen moeten zijn volgens NEN-normen. Deze ontwerpeisen gelden alleen voor windturbines op land met een rotordiameter van meer dan 2 meter (artikel 3.11 Bal). Deze regels in het Bal zijn opgenomen met het oog op de veiligheid rond windturbines.
Bouwregels vanwege bijzondere omstandigheden of locaties
Windturbines worden soms op bijzondere locaties gebouwd. Bijvoorbeeld in de uiterwaarden van een rivier of in de buurt van een natuurgebied. Daarvoor zijn dan vergunningen nodig waarin specifieke bouwregels kunnen staan. Een voorbeeld hiervan is een omgevingsvergunning beperkingengebiedactiviteit voor het bouwen in de uiterwaarden van een rivier.