De maatwerkregel onder de Omgevingswet
Een maatwerkregel is een lokale uitwerking van een algemene regel van het Rijk of de provincie. Decentrale bestuursorganen kunnen alleen maatwerkregels stellen als ze daarvoor de bevoegdheid krijgen van een hoger bestuursorgaan. Met de maatwerkregels kunnen decentrale overheden de regels van hogere bestuursorganen toespitsen op de lokale situatie.
Situaties die zich lenen voor maatwerkregels
Maatwerkregels helpen om regels te specificeren voor:
- onvoorziene situaties
- bijzondere gevallen
- lokale omstandigheden
- het bereiken van ambities voor de kwaliteit van de fysieke leefomgeving
Bevoegdheid stellen maatwerkregels
Decentrale overheden kunnen alleen maatwerkregels stellen als een hoger bestuursorgaan de bevoegdheid geeft. Het Rijk kan die bevoegdheid geven aan provincie, gemeente of waterschap. In het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) geeft het Rijk brede mogelijkheden voor maatwerkregel. In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) geeft het Rijk heel beperkt mogelijkheden. De provincie kan de bevoegdheid alleen aan gemeente of waterschap geven. De provincie doet dit via regels in de omgevingsverordening.
Stellen van maatwerkregels
Maatwerkregels van de gemeenten staan in het omgevingsplan. Die van het waterschap in de waterschapsverordening. En maatwerkregels van de provincie in de omgevingsverordening. Het bestuursorgaan moet onderbouwen waarom de rijksregels of provinciale regels in het concrete geval niet genoeg zijn.
Maatwerk moet altijd rekening houden met de doelen van de Omgevingswet en mag daarmee niet in strijd zijn. Daarnaast moet het bestuursorgaan zich bij maatwerk aan de strekking van de rijksregels houden. Dat betekent bijvoorbeeld dat ook de maatwerkregels beste beschikbare technieken (BBT) voorschrijven. De doelen en strekking van de rijksregels staan in artikel 4.22 en 4.23 van de Omgevingswet.