Hoe het overgangsrecht voor de omgevingsvisie van de gemeente geregeld is
De Invoeringswet Omgevingswet en het Invoeringsbesluit Omgevingswet regelen het overgangsrecht. In paragraaf 4.2.3 van het wetsvoorstel Invoeringswet Omgevingswet staat het overgangsrecht voor de omgevingsvisie van de gemeente.
Dit overgangsrecht komt in grote lijnen op het volgende neer:
- De verplichting om een gemeentelijke omgevingsvisie op te stellen, gaat niet tegelijk in met de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
- Sommige gemeenten hebben al voor de inwerkingtreding een omgevingsvisie opgesteld. Deze gemeenten worden koplopers genoemd. Deze omgevingsvisies blijven van kracht. Voorwaarde is dat ze voldoen aan de eisen van artikel 3.2 en 3.3 Omgevingswet.
- Tot de gemeente een omgevingsvisie heeft, blijven de hoofdzaken van het te voeren beleid uit het milieubeleidsplan, het verkeer- en vervoersplan en de structuurvisie gelden. Vaak bevatten deze plannen alleen hoofdzaken. Toch komt het voor dat er ook andere zaken in staan. Vandaar dat het overgangsrecht alleen gaat over de hoofdlijnen van beleid. Dit zijn dus de zaken die ook in een omgevingsvisie thuishoren.