Regels voor beperkingengebiedactiviteit bij regionale luchthavens
Voor een beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een burgerluchthaven van regionale betekenis zijn Gedeputeerde Staten bevoegd gezag. Voor het uitvoeren van zo'n activiteit geldt een vergunningplicht.
Luchthavens van regionale betekenis
Luchthavens van regionale betekenis zijn de burgerluchthavens die niet zijn aangewezen als luchthaven van nationale betekenis.
Begrenzing beperkingengebieden
De begrenzingen van de beperkingengebieden staan in de omgevingsregeling.
Bevoegd gezag
Gedeputeerde Staten beslissen op een vergunningsaanvraag voor een beperkingengebiedactiviteit bij burgerluchthavens van regionale betekenis.
Advies en instemming
De minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft recht van advies en instemming voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een beperkingengebiedactiviteit bij een burgerluchthaven van regionale betekenis. Het instemmingsrecht is een gedeeltijke voortzetting van de ‘verklaring veilig gebruik’ uit artikel 8.49 van de Wet luchtvaart. Het doel is om zeker te stellen dat de veiligheid van het luchtruim niet in gevaar komt door het verlenen van de omgevingsvergunning.
Vergunningplicht
Het is verboden om zonder een omgevingsvergunning een beperkingengebiedactiviteit bij een luchthaven te verrichten. Dit geldt voor het plaatsen of aanleggen van objecten die in strijd zijn met een regel over de maximale hoogte van objecten uit het luchthavenbesluit van die luchthaven.
Het verbod is niet van toepassing als het bouwen van een bouwwerk voldoet aan de daarvoor geldende hoogtebeperking in het omgevingsplan. Ook is het verbod niet van toepassing op activiteiten waarvoor een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit nodig is.
Beoordelingsregels voor de vergunning
De beoordelingsregels voor een beperkingengebiedactiviteit bij een luchthaven staan in afdeling 8.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Volgens deze regels kan het bevoegd gezag alleen een omgevingsvergunning verlenen als de activiteit geen nadelige gevolgen heeft voor de staat en de werking van de luchthaven. Er zijn verschillende deelbelangen, waaronder in ieder geval:
- veilig gebruik van de luchthaven
- doelmatig beheer van de luchthaven
- ongestoorde verkeersafwikkeling bij luchthavens
- mogelijkheid tot verruiming of wijziging van de luchthaven
Deze beoordelingsregels gelden alleen voor vergunningplichtige beperkingengebiedactiviteiten bij luchthavens.