Toepassingsbereik middelgrote stookinstallaties voor niet-standaard brandstoffen (paragraaf 4.127 Bal)
Voor middelgrote stookinstallaties voor niet-standaard brandstoffen gelden inhoudelijke regels uit hoofdstuk 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). U vindt hier het toepassingsbereik (wat eronder valt) en de gegevens die bij een melding aangeleverd moeten worden.
Let op: deze regels gelden alleen als het gaat om een activiteit die valt onder paragraaf 3.2.1 Stookinstallatie, paragraaf 3.2.15 Verbranden van afvalstoffen anders dan in een IPCC-installatie en paragraaf 3.3.13 Verbranden van afvalstoffen in een IPPC-installatie.
Toepassingsbereik: dit valt eronder
De regels in paragraaf 4.127 gelden voor de middelgrote stookinstallaties voor niet-standaard brandstoffen met een thermisch ingangsvermogen vanaf 1 MWth.
Niet-standaard brandstoffen
Niet-standaard brandstoffen zijn alle brandstoffen die niet in artikel 4.1292 lid 1 van het Bal zijn genoemd. Voorbeelden van niet-standaard brandstoffen zijn:
- Rie-biomassa stook in een installatie met een hoger ingangsvermogen dan 15 MWth (omdat stoken van Rie-biomassa in een installatie < 15 MWth een standaard brandstof is)
- Procesgassen
- Pyrolyse-olie
- Kolen of bruinkool
Uitzonderingen op het toepassingsbereik
Als paragraaf 4.3 grote stookinstallatie of paragraaf 4.4 Afvalverbrandingsinstallatie en afvalmeeverbrandingsinstallatie van toepassing is op de installatie, dan gelden de voorschriften in paragraaf 4.127 niet.
Verder zijn de onderstaande installaties uitgesloten van de regels in paragraaf 4.127 (artikel 4.1338 lid 1):
- stookinstallaties waarbij het rookgas direct wordt gebruikt voor het verwarmen of drogen van producten, materialen of binnenruimten
- stookinstallaties die alleen voor de zuivering van afgassen door verbranding worden gebruikt
- stookinstallaties voor experimentele doeleinden
- stookinstallaties voor de voortstuwing van voertuigen, schepen of vliegtuigen
- verschillende sectorspecifieke stookinstallaties of warmteproducerende installaties in artikel 4.1338 lid 1 f t/m m
Samenstelregel
De samenstelregel geldt voor stookinstallaties met een ingangsvermogen van ten minste 1 MWth (artikel 4.1338 lid 2). U beschouwt het gezamenlijke vermogen van de installaties, als:
• het rookgas van de stookinstallaties wordt afgevoerd via één schoorsteen
• of als het bevoegd gezag dit technisch en economisch haalbaar vindt
Twee stookinstallaties van 0,8 MWth gelden altijd als twee afzonderlijke stookinstallaties. De samenstelregel kan invloed hebben op de emissie-eis en de meetverplichting voor de stookinstallaties.
Als de stookinstallaties in een samenstel elk een vermogen hebben van meer dan 15 MWth, past u de samenstelregel uit artikel 4.29 lid 3 van het Bal toe. Wanneer het gezamenlijk vermogen groter is dan 50 MWth, gelden voor deze stookinstallaties de regels voor grote stookinstallaties (Bal paragraaf 4.3).
Melding
Voor deze activiteit geldt geen meldingsplicht. Voor deze activiteit is altijd een vergunning nodig, omdat het om niet-standaard brandstoffen gaat (Bal § 3.2.1 artikel 3.5 lid 1). De vrijgekomen emissies kunnen namelijk andere componenten bevatten dan bij de verbranding van standaard brandstoffen.
Voorschriften
Naast toepassingsbereik en vergunningplicht gelden er bepaalde voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels middelgrote stookinstallaties voor niet-standaard brandstoffen.