Milieuregels voor rubber- en kunststofrecyclingbedrijven in het Bal
Voor rubber- en kunststofrecyclingbedrijven gelden algemene rijksregels. Deze milieuregels staan in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Het Bal maakt deel uit van de Omgevingswet. Kunststofrecyclingbedrijven hebben onder de Omgevingswet meestal geen omgevingsvergunning nodig. Rubberrecyclingbedrijven wel.
Dit valt eronder
De milieubelastende activiteit rubber- en kunststofrecyclingbedrijf wordt in paragraaf 3.5.3 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral gebruik van energie en ondoelmatig beheer van afvalstoffen.
De milieubelastende activiteit bestaat uit de kernactiviteit en eventuele functioneel ondersteunende activiteiten.
Kernactiviteit
De kernactiviteit is het voorbehandelen van ingezameld of afgegeven rubberafval of kunststofafval voor verdere recycling.
Bij een rubber- of kunststofrecyclingbedrijf vinden voorbereidende handelingen plaats, voorafgaand aan verdere recycling. Het gaat bijvoorbeeld om het scheiden, reinigen en verkleinen van afvalstoffen.
Het voorbehandelen voor verdere recycling is een handeling met afvalstoffen. Het zijn voorbereidende handelingen zoals demonteren, sorteren, verbrijzelen, verdichten, pelletiseren, drogen, versnipperen, conditioneren, herverpakken, breken, scheiden of mengen die plaatsvinden voor de (uiteindelijke) verdere recycling.
Recycling is een vorm van nuttige toepassing waardoor afvalstoffen opnieuw worden bewerkt tot producten, materialen of stoffen, voor het oorspronkelijke doel of voor een ander doel. Onder recycling valt geen verbranding en ook niet het bewerken tot brandstof of opvulmateriaal (voor het herstel van afgegraven terreinen zoals mijnbouwlocaties).
Dit valt niet onder de kernactiviteit
De regels uit paragraaf 3.5.3 van het Bal gelden niet voor het voorbehandelen van rubberafval of kunststofafval dat nog niet is afgegeven of ingezameld. Bijvoorbeeld bedrijven of particulieren die hun eigen afvalstoffen voorbehandelen voor verdere recycling.
Als het voorbehandelen niet voorafgaat aan recycling maar voorafgaat aan verdere verwijdering valt het ook niet onder de aangewezen milieubelastende activiteit.
Functioneel ondersteunende activiteiten
Bij de kernactiviteit kunnen ook functioneel ondersteunende activiteiten voorkomen. In de tabel staan voorbeelden van deze activiteiten.
Functioneel ondersteunende activiteit |
Paragraaf Bal |
---|---|
Stookinstallatie | 3.2.1 |
Opslagtank voor gassen | 3.2.7 |
Opslagtank voor vloeistoffen | 3.2.8 |
Opslag verpakte gevaarlijke stoffen | 3.2.9 |
Parkeerplaats | Geen |
Kantine | Geen |
Let op
Er kunnen nog andere functioneel ondersteunende activiteiten voorkomen die hier niet genoemd zijn. Bij twijfel beoordeelt het bevoegd gezag of een concreet geval een functioneel ondersteunende activiteit is.
Deze milieuregels uit het Bal gelden
Bij de milieubelastende activiteit staat welke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit inclusief de functioneel ondersteunende activiteiten. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Paragraaf titel |
Paragraaf Bal |
---|---|
Schoonbranden van metalen | 4.14 |
Mechanisch bewerken van diverse materialen | 4.20 |
Reinigen, lijmen en coaten van diverse materialen | 4.21 |
Verwerken van thermoplastisch kunststof | 4.26 |
Kleinschalig tanken | 4.39 |
Grootschalig tanken | 4.40 |
Vullen van gasflessen met propaan of butaan | 4.101 |
Opslaan van goederen | 4.104 |
Laden en lossen van vaartuigen of drijvende werktuigen | 4.107 |
Lozen van koelwater (bij niet vergunningplichtige activiteiten) | 4.110 |
Energiebesparing | 5.4.1 |
Voor de milieubelastende activiteit gelden ook de algemene regels van paragraaf 3.5.11. Die paragraaf gaat over het verwerken van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Het voorbehandelen van ingezameld of afgegeven rubberafval of kunststofafval voor verdere recycling is namelijk een verwerkingshandeling met afvalstoffen.
Daarnaast kunnen voor de functioneel ondersteunende activiteiten nog eigen regels en vergunningen gelden. Kijk hiervoor in de betreffende paragraaf van het Bal of in regels van gemeente, provincie of waterschap.
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist
Een omgevingsvergunning is nodig voor: het lozen van koelwater met een warmtevracht van meer dan 50 MW op een oppervlaktewater
Er kan ook een omgevingsvergunning nodig zijn vanwege het verwerken van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen. Het hangt van de soort afvalstof en handeling af of er een omgevingsvergunning nodig is voor het verwerken. In de paragraaf over het verwerken van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen is aangegeven voor welke handelingen met afvalstoffen een omgevingsvergunning nodig is.
Voor (andere) functioneel ondersteunende activiteiten kan ook een vergunning nodig zijn.
Informeren van het bevoegd gezag
Het bedrijf moet uiterlijk 4 weken van tevoren algemene gegevens aanleveren bij het bevoegd gezag. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om naam, adres, begrenzing van de locatie en begindatum van de activiteit.
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren.
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden
Niet alle regels voor rubber- en kunststofrecyclingbedrijven staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- het omgevingsplan van de gemeente, bijvoorbeeld over geluid
- de omgevingsverordening van de provincie
- de waterschapsverordening van het waterschap
- een eventuele omgevingsvergunning
Begrip: Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Lees meer over het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Begrip: Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.
Begrip: Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Lees meer over het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).