Dit valt eronder
De milieubelastende activiteit gebruik van ontplofbare stoffen op militaire objecten wordt in paragraaf 3.11.5 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral gevolgen voor externe veiligheid en bodem.
Het gaat hierbij om het gebruik van ontplofbare stoffen of voorwerpen van ADR-klasse 1. Hieronder vallen ook alle milieubelastende activiteiten die plaatsvinden op het militaire terrein. Ook het gebruik van ontplofbare stoffen of voorwerpen van een bondgenootschappelijke krijgsmacht vallen onder deze milieubelastende activiteit.
Defensie moet trainen en oefenen in het gebruik van ontplofbare stoffen of voorwerpen. Voorbeelden zijn het gebruik van springstoffen bij het binnendringen van gebouwen en het gebruik van kogels, granaten en vliegtuigbommen. Voor dit gebruik is unieke infrastructuur aanwezig die essentieel is voor het nationale veiligheidsbelang.
Dit valt er niet onder
De regels uit paragraaf 3.11.5 van het Bal gelden niet voor:
- het gebruik van relatief ongevaarlijke oefenmunitie
- het vernietigen van gevonden Tweede Wereldoorlog munitie
Het vernietigen van gevonden Tweede Wereldoorlog munitie geldt altijd als operationele inzet van de krijgsmacht en valt daarom buiten de milieubelastende activiteiten van Defensie. Het maakt daarbij niet uit of dit op een militair object plaatsvindt.
Deze milieuregels uit het Bal gelden
Bij de milieubelastende activiteit staat welke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Voor deze activiteit geldt alleen paragraaf 4.115 Militaire schietbaan.
In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist
Voor de milieubelastende activiteit is een omgevingsvergunning nodig voor het gebruik van ontplofbare stoffen of voorwerpen op:
- één of meer buitenschietbanen (Defensie moet wel meer dan 3 miljoen schoten per jaar afvuren op deze schietbanen)
- een permanente voorziening waarop ontplofbare voorwerpen uit militaire vliegtuigen worden geworpen
- springterreinen (op dit soort terreinen wordt het gebruik van explosieven getraind)
Hieronder vallen ook alle activiteiten die op het defensieterrein plaatsvinden.
De reden van de vergunningplicht is het risico voor de externe veiligheid.
Ook voor het brengen van ontplofbare stoffen en voorwerpen in een oppervlaktewaterlichaam geldt een vergunningplicht.
Informeren van het bevoegd gezag
Het bedrijf moet uiterlijk 4 weken van tevoren algemene gegevens aanleveren bij het bevoegd gezag. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om naam, adres, begrenzing van de locatie en begindatum van de activiteit.
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren.
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden
Niet alle regels voor het gebruik van ontplofbare stoffen op militaire objecten staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- het omgevingsplan van de gemeente, bijvoorbeeld over geluid, veiligheidsafstanden en horeca
- de omgevingsverordening van de provincie
- de waterschapsverordening van het waterschap
- een eventuele omgevingsvergunning