Ga naar de inhoud
Aan de slag met de Omgevingswet
Zoeken in deze site
Kruimelpad
Home  Regelgeving  Regels voor activiteiten  Milieubelastende activiteiten hoofdstuk 3 Bal  Nutssector en industrie  Behandelen, regelen en meten van aardgas
Sla navigatie over (Menu)
Menu
  • Home
  • Actueel
  • Bijeenkomsten
  • Regelgeving
  • Praktijk
  • Digitaal stelsel
  • Thema's
  • Contact
Terug naar navigatie (Menu)

Milieuregels voor het behandelen, regelen en meten van aardgas in het Bal

Voor het behandelen, regelen en meten van aardgas gelden algemene rijksregels. Deze milieuregels staan in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Er kan onder de Omgevingswet een omgevingsvergunning nodig zijn.

Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) maakt deel uit van de Omgevingswet.

Dit valt eronder

De milieubelastende activiteit behandelen, regelen en meten van aardgas wordt in paragraaf 3.4.2 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral gebruik van energie en de gevolgen voor externe veiligheid door de aanwezigheid van aardgas.

De milieubelastende activiteit bestaat uit de kernactiviteit en eventuele functioneel ondersteunende activiteiten.

Kernactiviteit

De kernactiviteit is het behandelen van aardgas, het regelen van aardgasdruk en het meten van de hoeveelheid of kwaliteit van aardgas.

De installatie voor het behandelen, meten en regelen van aardgas heeft:

  • een ontwerpcapaciteit van minimaal 10 Nm3/u en een werkdruk aan de inlaatzijde van minimaal 1.600 kPa, of
  • een ontwerpcapaciteit van minimaal 650 Nm3/u en een werkdruk aan de inlaatzijde van minimaal 10 kPa

De ontwerpcapaciteit is de hoeveelheid gas per tijdseenheid waarvoor een installatie is ontworpen. De werkdruk aan de inlaatzijde is de druk waarbij de installatie constant kan functioneren onder normale bedrijfsomstandigheden. Er is bijvoorbeeld geen sprake van een storing.

Het behandelen, regelen en meten van aardgas vormen een onderdeel in het gastransportsysteem en gasdistributiesysteem. Deze zijn noodzakelijk voor aardgasverbruikstoestellen.

Functioneel ondersteunende activiteiten

Bij de kernactiviteit kunnen ook functioneel ondersteunende activiteiten voorkomen. In de tabel staan voorbeelden van deze activiteiten.

Voorbeelden van functioneel ondersteunende activiteiten

Functioneel ondersteunende activiteit

Paragraaf Bal

Stookinstallatie 3.2.1
Opslagtank voor vloeistoffen 3.2.8
Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking 3.2.9
Facilitaire zaken zoals onderhoud en beveiliging geen
Parkeerplaats geen

Let op: er kunnen nog andere functioneel ondersteunende activiteiten voorkomen die hier niet genoemd zijn. Bij twijfel beoordeelt het bevoegd gezag of een concreet geval een functioneel ondersteunende activiteit is.

Deze milieuregels uit het Bal gelden

Bij de milieubelastende activiteit staat welke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit inclusief de functioneel ondersteunende activiteiten. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.

paragrafen van H4 en H5 Bal

Paragraaf titel

Paragraaf Bal

Regelen en meten van aardgas (bij niet vergunningplichtige activiteiten) 4.29
Energiebesparing (bij niet vergunningplichtige activiteiten) 5.4.1

Daarnaast kunnen voor de functioneel ondersteunende activiteiten nog eigen regels en vergunningen gelden. Kijk hiervoor in de betreffende paragraaf van het Bal of in regels van gemeente, provincie of waterschap.

In deze situaties is een omgevingsvergunning vereist

Voor de kernactiviteit geldt dat er een omgevingsvergunning nodig is als het gaat om een installatie met:

  • een werkdruk aan de inlaatzijde van meer dan 10.000 kPa
  • een gastoevoerleiding met een diameter van meer dan 50,8 cm

Er geldt een vergunningplicht omdat een individuele beoordeling van de situatie nodig is.

Voor andere activiteiten die onder het behandelen, regelen en meten van aardgas vallen geldt geen vergunningsplicht. Voor de functioneel ondersteunende activiteiten kan wel een vergunning nodig zijn.

Informeren van het bevoegd gezag

Het bedrijf moet uiterlijk 4 weken van tevoren algemene gegevens aanleveren bij het bevoegd gezag. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om naam, adres, begrenzing van de locatie en begindatum van de activiteit.

In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren. De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.

Welke regels en voorschriften nog meer gelden

Niet alle regels voor het behandelen, regelen en meten van aardgas staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:

  • het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
  • het omgevingsplan van de gemeente, bijvoorbeeld over geur
  • de omgevingsverordening van de provincie
  • de waterschapsverordening van het waterschap
  • een eventuele omgevingsvergunning


Delen

  • Delen op Facebook
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Twitter

PDF maken

  • Download PDF

Vraag het onze experts!

Heeft u een vraag over de Omgevingswet of onderliggende wetgeving? Of wilt u iets weten over praktische toepassingen of digitale voorzieningen?

> Vragenformulier

Tel: 088 - 797 07 90
Bereikbaar op werkdagen van 9.00 - 12.00 en van 13.00 tot 16.30 uur.

Alle informatie om je voor te bereiden op de Omgevingswet.

Interbestuurlijke samenwerking

Het programma Aan de slag met de Omgevingswet is een samenwerkingsverband van gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen (UvW) en het Rijk. Het programma ondersteunt overheden, maatschappelijke partners, bedrijven, initiatiefnemers en belanghebbenden om te kunnen werken met de wet.

Over deze site

  • Programma Aan de slag
  • Informatiepunt Ow
  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Contact

Volg ons

  • @aandeslagow
  • Omgevingswet op LinkedIn
rijksoverheid
uni_van_waterschappen_1
vng-logo_1
interprovinciaal_overleg