Milieuregels voor bunkerstations en andere tankplaatsen voor schepen in het Bal
Voor bunkerstations en andere tankplaatsen voor schepen gelden algemene rijksregels. De milieuregels staan in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Het Bal maakt deel uit van de Omgevingswet. Voor tankplaatsen voor schepen kan onder de Omgevingswet een omgevingsvergunning nodig zijn.
Dit valt eronder
De milieubelastende activiteit bunkerstations en andere tankplaatsen voor schepen wordt in paragraaf 3.8.3 van het Bal aangewezen. Deze activiteit kan schadelijk zijn voor het milieu. De nadelige gevolgen zijn vooral lozingen, gebruik van energie en gevolgen voor omgevingsveiligheid door de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen.
Deze milieubelastende activiteit bestaat uit de kernactiviteit en eventuele functioneel ondersteunende activiteiten.
Kernactiviteit
Tankplaatsen voor gemotoriseerde vaartuigen of drijvende werktuigen is de kernactiviteit.
Het gaat hier om tankplaatsen voor vaartuigen op een vaste locatie. Als het tanken van vaartuigen plaats vindt tijdens het varen valt dit hier niet onder. Een voorbeeld is een bunkerboot.
Bij het tanken van vaartuigen kan het gaan om bunkerstations, vaste afleverinstallaties aan wal of vaste afleverinstallaties op een steiger. Een bunkerstation is een drijvend bouwsel met permanente ligplaats voor het opslaan en tanken van brandstof voor schepen.
Onder vaartuigen vallen vaartuigen voor zeevaart en binnenvaart. Dit kunnen pleziervaartuigen en beroepsvaartuigen zijn.
De meeste schepen varen op diesel, maar er zijn schepen (vooral pleziervaartuigen) die benzine gebruiken. Daarom hebben bunkerstations voor de pleziervaart naast diesel ook vaak benzine in voorraad. Voor de veiligheid van de afleverinstallaties is de aanwezigheid van benzine (lichte olie) sterk bepalend. Uit risicoberekeningen blijkt dat diesel zelfstandig lastig ontbrandt. Maar diesel ontbrandt sneller door de combinatie met zelfs kleine hoeveelheden benzine.
Functioneel ondersteunende activiteiten
Bij de kernactiviteit kunnen ook functioneel ondersteunende activiteiten voorkomen. In de tabel staan voorbeelden van deze activiteiten.
Functioneel ondersteunende activiteit |
Paragraaf Bal |
---|---|
Stookinstallatie | 3.2.1 |
Opslagtank voor gassen | 3.2.7 |
Opslagtank voor vloeistoffen | 3.2.8 |
Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking | 3.2.9 |
Parkeerplaats | geen |
Kantine | geen |
Let op: er kunnen nog andere functioneel ondersteunende activiteiten voorkomen die hier niet genoemd zijn. Bij twijfel beoordeelt het bevoegd gezag of een concreet geval een functioneel ondersteunende activiteit is.
Deze milieuregels uit het Bal gelden
Bij de milieubelastende activiteit staat welke regels uit hoofdstuk 4 en hoofdstuk 5 van toepassing zijn. Deze regels gelden voor de gehele milieubelastende activiteit inclusief de functioneel ondersteunende activiteiten. Zie de tabel hieronder voor een overzicht van de regels.
Paragraaf titel |
Paragraaf Bal |
---|---|
Tanken en opslaan van LNG | 4.36 |
Tanken van CNG | 4.37 |
Opslaan van brandstoffen in bunkerstations | 4.41 |
Kleinschalig tanken van vaartuigen of drijvende werktuigen met brandstoffen | 4.42 |
Grootschalig tanken van vaartuigen of drijvende werktuigen met brandstoffen | 4.43 |
Opslaan van goederen | 4.104 |
Laden en lossen van vaartuigen of drijvende werktuigen | 4.107 |
Energiebesparing (bij niet vergunningplichtige activiteiten) | 5.4.1 |
Daarnaast kunnen voor de functioneel ondersteunende activiteiten nog eigen regels en vergunningen gelden. Kijk hiervoor in de betreffende paragraaf van het Bal of in regels van gemeente, provincie of waterschap.
Waarvoor is een vergunning nodig?
Voor de kernactiviteit geldt een vergunningplicht bij:
- opslaan van meer dan 25 m3 gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 3 in een bunkerstation (de inhoud bestaat niet geheel uit gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger)
- tanken van vaartuigen of drijvende werktuigen met LPG, LNG of waterstof
De reden van de vergunningplicht is het mogelijke gevaar voor de omgeving.
Voor de functioneel ondersteunende activiteiten kan ook een vergunning nodig zijn.
Informeren van het bevoegd gezag
Het bedrijf moet uiterlijk 4 weken van tevoren algemene gegevens aanleveren bij het bevoegd gezag. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om naam, adres, begrenzing van de locatie en begindatum van de activiteit.
In hoofdstuk 2, 4 en 5 van het Bal staat per activiteit aangegeven of het bedrijf nog andere informatie moet aanleveren.
De indieningseisen voor een vergunningaanvraag staan in de Omgevingsregeling.
Welke regels en voorschriften nog meer gelden
Niet alle regels voor tankplaatsen voor schepen staan in het Bal. Er kunnen ook regels staan in:
- het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), bijvoorbeeld energiebesparende maatregelen
- het omgevingsplan van de gemeente, bijvoorbeeld over geluid en veiligheidsafstanden
- de omgevingsverordening van de provincie
- de waterschapsverordening van het waterschap
- een eventuele omgevingsvergunning
Begrip: Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Lees meer over het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Begrip: Bevoegd gezag
Het bevoegd gezag kan zowel het Rijk, een provincie, een waterschap als een gemeente zijn. Onder de Omgevingswet heeft ieder instrument een bevoegd gezag. Het bevoegd gezag dat het instrument inzet, is ook het bevoegd gezag voor vergunningverlening, toezicht en handhaving, meldingen en het toestaan van afwijken van algemene regels.
Lees hier verder over bevoegd gezag.
Begrip: Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Lees meer over het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).