Ga naar de inhoud
Aan de slag met de Omgevingswet
Zoeken in deze site
Kruimelpad
Home  Regelgeving  Regels voor activiteiten  Regels Voedingsmiddelenindustrie 
Menu
  • Home
  • Actueel
  • Bijeenkomsten
  • Regelgeving
  • Digitaal stelsel
  • Implementatie
  • Thema's
  • Contact

Luchtvoorschriften voedingsmiddelenindustrie (paragraaf 4.28 Bal)

Voor de voedingsmiddelenindustrie gelden luchtvoorschriften uit paragraaf 4.28 van het Besluit activiteiten Leefomgeving (Bal). Het gaat onder meer om stofemissie bij het maken en bewerken van levensmiddelen of voeder.

Wanneer de regels van toepassing zijn

In hoofdstuk 3 en 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:

  • uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.28 van het Bal valt, en
  • uw activiteit onder paragraaf 3.4.8 Voedingsmiddelenindustrie valt

Voorkomen van diffuse emissies

Bedrijven moeten diffuse emissie voorkomen of beperken. Daarom moet de lucht in ruimten voor het maken en bewerken van levensmiddelen of voeder worden afgezogen.

Activiteiten met stuifgevoelige goederen

Bij het drogen, malen, branden of roosteren van voedingsmiddelen, dranken of grondstoffen of goederen kan stof vrijkomen. De afgezogen lucht moet door een geschikte filtrerende afscheider worden gevoerd. Dit is verplicht voor stoffen in de stuifklassen S1, S2, S3 of S4.

Stuifklassen

In het Bal staan vijf stuifklassen. Bijlage IV van het Bal geeft per stof een indeling in stuifklassen. In deze lijst staan de meest voorkomende stoffen:

  • S1: sterk stuifgevoelig, niet bevochtigbaar
  • S2: sterk stuifgevoelig, wel bevochtigbaar
  • S3: licht stuifgevoelig, niet bevochtigbaar
  • S4: licht stuifgevoelig, wel bevochtigbaar
  • S5: nauwelijks of niet stuifgevoelig

Stoffen in de stuifklasse 5 zijn bijvoorbeeld haver en rijst. Voorbeelden van stuifgevoelige stoffen zijn sojameel (S3) en tarwemeel (S1).

Afvoer bovendaks

Bij het maken en bewerken van levensmiddelen of voeder moet de afgezogen lucht bovendaks en omhoog gericht worden afgevoerd.

Emissiegrenswaarde stof

De emissiegrenswaarde van totaal stof is maximaal 5 mg/Nm3. Het gaat om stof dat vrijkomt bij het drogen, malen, branden of roosteren van voedingsmiddelen, dranken of grondstoffen of goederen ingedeeld in stuifklassen S1, S2, S3 of S4. Deze emissiegrenswaarde geldt niet als de emissievracht lager is dan 100 kg/jaar (artikel 4.411 lid 2 Bal).

Toezicht: maatregelen of meetplicht

De toezichthouder controleert of het bedrijf de afgezogen emissies door een geschikte filtrerende afscheider voert. Dit staat in artikel 4.411. Is dit niet het geval, dan toont het bedrijf met een eenmalige meting aan dat het voldoet aan de emissiegrenswaarde voor totaal stof. De meting moet voldoen aan de eisen uit artikel 4.414 van het Bal. Dit zijn vergelijkbare eisen als gelden voor een meting voor luchtvoorschriften die staan in hoofdstuk 5 van het Bal.

Geur

Bij het maken en bewerken van levensmiddelen of voeder kan sprake zijn van geurhinder. Het Bal stelt hier geen eisen aan. Wel staan in de bruidsschat een aantal geurvoorschriften die gelden voor de voedingsmiddelenindustrie: dit is het tijdelijk deel van het omgevingsplan. De gemeente kan deze regels omzetten naar het nieuwe deel van het omgevingsplan. Ook kan het bevoegd gezag in een maatwerkvoorschrift aanvullende eisen stellen om de emissie van geur te beperken. Dit volgt uit artikel 2.12 en 2.13 van het Bal.

Let op: er gelden ook andere voorschriften

Naast luchtvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels voedingsmiddelenindustrie.



Delen

  • Delen op Facebook
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Twitter

PDF maken

  • PDF maken

Vraag het onze experts!

Heeft u een vraag over de Omgevingswet of onderliggende wetgeving? Of wilt u iets weten over praktische toepassingen of digitale voorzieningen?

Vragenformulier

Tel: 088 - 797 07 90
Bereikbaar op werkdagen van 09.00 tot 17.00 uur.

Alle informatie om je voor te bereiden op de Omgevingswet.

Interbestuurlijke samenwerking

Het programma Aan de slag met de Omgevingswet is een samenwerkingsverband van gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen (UvW) en het Rijk. Het programma ondersteunt overheden, maatschappelijke partners, bedrijven, initiatiefnemers en belanghebbenden om te kunnen werken met de wet.

Over deze site

  • Programma Aan de slag
  • Informatiepunt Ow
  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Contact
  • Archief

Volg ons

  • @aandeslagow
  • Omgevingswet op LinkedIn
Rijksoverheid
Unie van Waterschappen
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg