Regelgeving asbest
Hieronder treft u een overzicht van de belangrijkste wet- en regelgeving over asbest.
De volgende regelingen worden hier besproken:
- Besluit bouwwerken leefomgeving
- Asbestverwijderingsbesluit 2005
- Besluit asbestwegen
- Arbeidsomstandighedenbesluit
- certificatieschema's (bijlage VIIIa)
- Productenbesluit asbest
Besluit bouwwerken leefomgeving
In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) zijn de relevante regels rondom asbest in bouwwerken samengevoegd uit het voormalige Bouwbesluit en het Asbestverwijderingsbesluit.
Uit het Bbl volgt de maximaal toelaatbare concentratie asbestvezels in de binnenlucht en de plicht om de meeste verwijderingswerkzaamheden vooraf te melden bij het bevoegd gezag. Daarnaast is in het Bbl de verplichting neergelegd om een inventarisatierapport te laten opstellen voorafgaand aan de verwijdering.
Als een eigenaar van een gebouw asbest uit een bouwwerk wil (laten) verwijderen, moet hij daar in de meeste gevallen melding van doen bij de gemeente. Daarbij maakt het niet uit hoeveel asbest hij wil verwijderen. In het Bbl staat aangegeven wanneer en onder welke voorwaarden een melding gedaan moet worden. Het asbest moet in de meeste gevallen verwijderd worden door een gecertificeerd asbestverwijderingsbedrijf. (Zie de website van Ascert voor een overzicht van gecertificeerde asbestinventarisatie- en asbestverwijderingsbedrijven.)
In sommige gevallen mag een particulier de asbestverwijdering zelf uitvoeren. Ook in dat geval moet hij melding doen bij de gemeente.
De hoofdregel is dat ten minste vier weken voor de aanvang van de werkzaamheden de sloopmelding bij het bevoegd gezag gedaan wordt. In een beperkt aantal gevallen, bijvoorbeeld mutatieonderhoud, kan deze termijn verkort worden tot vijf werkdagen. Soms is er geen sloopmelding nodig. De eisen waaraan een sloopmelding moet voldoen staan ook in het Bbl.
Asbestverwijderingsbesluit 2005
Het Asbestverwijderingsbesluit 2005 geeft na de inwerkintreding van de Omgevingswet de verplichting om een asbestinventarisatierapport te hebben bij de verwijdering van asbest uit objecten en bij het opruimen na incidenten met asbest.
Besluit asbestwegen
Het Besluit asbestwegen geeft aan dat het verboden is een weg, een pad of een erf dat asbest boven een bepaalde concentratie bevat voorhanden te hebben. Het verbod geldt niet als de eigenaar heeft aangetoond dat deze concentratie niet overschreden wordt. Daarnaast geldt het verbod niet als het asbest voor 1 juli 1993 is aangebracht en de weg is afgedekt met asfalt, klinkers of beton.
Arbeidsomstandighedenbesluit
Het Arbeidsomstandighedenbesluit geeft voor asbest met name concrete bepalingen in:
- hoofdstuk 2, afdeling 5 (bouwproces)
- hoofdstuk 4, afdeling 5 (aanvullende voorschriften asbest)
- hoofdstuk 8, afdeling 1 (persoonlijke beschermingsmiddelen)
Het Arbeidsomstandighedenbesluit schrijft onder andere voor dat een bedrijf dat asbest wil verwijderen of wil opruimen, eerst een asbestinventarisatierapport moet laten opstellen door een gecertificeerd inventarisatiebedrijf. Zo'n rapport beschrijft de risicoklasse waarin de werkzaamheden met asbest worden ingedeeld (1, 2 of 2a).
Er zijn enkele specifieke uitzonderingen. Deze staan in het besluit.
Werkzaamheden met een laag risico (klasse 1) hoeven niet door een gecertificeerd bedrijf gedaan te worden. Ook een bedrijf met kennis op asbestgebied deze werkzaamheden doen.
Het Arbeidsomstandighedenbesluit en vooral de bijbehorende regeling wordt op regelmatige basis gewijzigd. De meest recente informatie is te vinden op het Arboportaal van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
In de Arbo-regeling zijn in bijlage 13a (behorend bij artikel 4.27) de werkveldspecifieke certificatieschema's opgenomen voor de procescertificaten asbestinventarisatie en asbestverwijdering.
Certificatieschema's voor werken met asbest
Een van de instrumenten die het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) inzet om veilige en gezonde arbeidsomstandigheden te bevorderen, is certificatie. Voor bepaalde werkzaamheden met asbest is een wettelijk certificaat verplicht. De bedoeling van het certificaat is, dat de gebruiker een ‘gefundeerd vertrouwen' mag hebben dat aan de te stellen eisen is voldaan.
Certificaten worden aan de certificaathouders verstrekt door certificerings- en keuringsinstellingen (cki's) die daartoe door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn aangewezen. Zij toetsen of het product, het systeem of de deskundige persoon aan criteria voldoen. Certificatie-eisen worden opgesteld door deskundigen van partijen die bij een onderwerp betrokken zijn (verenigd in een Centraal College van Deskundigen (CCvD)). Dit zijn bijvoorbeeld klanten, gebruikers, producenten en certificerende instellingen. Als de eisen voldoen aan de voorwaarden van de overheid, dan worden ze door de minister van SZW vastgesteld en krijgen ze daarmee een wettelijke status.
Ascert (stichting certificatie asbest) is de door de minister van SZW aangewezen beheersstichting in het werkveld asbest. Ascert vervult binnen het werkveld asbest een coördinerende en faciliterende rol voor SZW. Ascert verstrekt zelf geen certificaten. Dit is voorbehouden aan de cki's. Op de site van Ascert zijn de certificatieschema's en een overzicht van gecertificeerde asbestverwijderings- en inventarisatiebedrijven te vinden.
Productenbesluit Asbest
Het Productenbesluit geldt voor zowel bedrijven als particulieren. Het besluit bevat het verbod op het produceren, op de markt brengen, invoeren, in voorraad houden, verkopen, toepassen en hergebruiken van asbesthoudende producten. De regels gelden niet voor bodemverontreinigingen met asbest en asbesthoudend afval, voor zover het gaat om verwijdering door verbranden of storten van asbest, maar wél op nuttige toepassing van asbesthoudende afvalstoffen.