Preventiebeleid en veiligheidsbeheerssysteem bij Seveso-inrichtingen

Er zijn verplichtingen voor het preventiebeleid en het veiligheidsbeheerssysteem. Zo moet de exploitant onderzoek doen naar mogelijke gevaren en het preventiebeleid regelmatig actualiseren. Ook moeten een aantal punten in het veiligheidsbeheerssysteem aan de orde komen.

Verplichtingen voor preventiebeleid

Het is verplicht preventiebeleid (PBZO-document) te maken bij een Seveso-inrichting. Dit staat in artikel 4.10 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Dit preventiebeleid bevat:

  • de algemene doelen van en uitgangspunten voor het handelen van degene die de activiteit verricht. In ieder geval:
    • de aard en de omvang van de risico's van zware ongevallen
    • de uitgangspunten van het veiligheidsbeheerssysteem
    • de criteria voor de vaststelling van de risico's van zware ongevallen en
    • de uitgangspunten van de maatregelen om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan te beperken
  • de rol en de verantwoordelijkheid van het management van de Seveso-inrichting; en
  • de plicht om de beheersing van gevaren van zware ongevallen continu te verbeteren en hoge beschermingsniveaus te waarborgen

Het indienen van preventiebeleid hoeft alleen bij een nieuwe Seveso-inrichting of bij een wijziging van een Seveso-inrichting. Deze indieningsvereiste staat in de Omgevingsregeling. De exploitant van de Seveso-inrichting moet het document altijd kunnen tonen aan een toezichthouder.

Verplichtingen voor veiligheidsbeheerssysteem

De exploitant voert het preventiebeleid uit met passende middelen, structuren en een veiligheidsbeheerssysteem. Het gaat om:

  • de gevaren van zware ongevallen
  • de complexiteit van de organisatie en
  • de activiteiten die in de Seveso-inrichting worden verricht

Dit veiligheidsbeheerssysteem voldoet aan alle punten van bijlage III bij de Seveso-richtlijn.

De procedures voor identificatie van de gevaren van zware ongevallen gaan in ieder geval over:

  • onderzoek naar de risico's van zware ongevallen van een Seveso-installatie. Het gaat om de risico's tijdens ontwerpen, bouwen, gebruiken, onderhouden en wijzigen van die installatie.
  • de criteria voor het bepalen van de methode van het onderzoek.
  • de methode voor de beoordeling van de risico's van zware ongevallen. Deze is geschikt om de maatregelen te bepalen die zware ongevallen moeten voorkomen en de gevolgen beperken.

Dit staat in artikel 4.11.

Bijlage III en NTA 8620

Het veiligheidsbeheerssysteem is een organisatorische methode om goed met veiligheid om te gaan.

Bijlage III bij de Seveso-richtlijn (Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de) bevat een lijst met punten die in het veiligheidsbeheerssysteem aan de orde moeten komen:

  • het veiligheidsbeheerssysteem moet inzicht bieden in de toedeling van taken en verantwoordelijkheden van het personeel
  • de organisatorische structuur
  • de gebruiken
  • de procedures
  • de procedés
  • de hulpmiddelen

De NTA 8620 werkt de eisen verder uit. De NTA 8620 beschrijft de eisen voor een veiligheidsbeheerssysteem om risico's op zware ongevallen te beheersen. Hiermee is meestal in voldoende mate invulling gegeven aan bijlage III bij de Seveso-richtlijn.

Veiligheidsprestatie-indicatoren moeten onderdeel uitmaken van het veiligheidsbeheerssysteem. Daarmee volgt de exploitant veiligheidsprestaties en maakt hij deze inzichtelijk. De toezichthouders kunnen veiligheidsprestaties van de inrichting bespreken via deze veiligheidsprestatie-indicatoren.

Veiligheidsstudies

Met veiligheidsstudies onderzoekt de exploitant mogelijke gevaren. Zij moeten in lijn zijn met de aard en complexiteit van de risico's. De exploitant heeft heldere criteria en procedures om te kiezen welke veiligheidsstudie in welke situatie het meest geschikt is.

Bijwerken preventiebeleid en veiligheidsbeheerssysteem

Het bijwerken van het preventiebeleid en het veiligheidsbeheerssysteem gebeurt in ieder geval bij:

  • een significante wijziging van de hoeveelheid, aard of fysische vorm van een gevaarlijke stof in de Seveso-inrichting.
  • een significante wijziging van een proces waarbij een gevaarlijke stof wordt gebruikt.
  • de sluiting of de ontmanteling van de Seveso-inrichting.
  • een wijziging die significante gevolgen kan hebben voor de gevaren van zware ongevallen.

Dit staat in artikel 4.12.

Het preventiebeleid en het veiligheidsbeheerssysteem moeten actueel blijven. Regelmatig beoordelen van het beleid en het systeem is dus noodzakelijk.

In ieder geval vindt iedere 5 jaar een beoordeling plaats van het preventiebeleid. Als ontwikkelingen daarvoor aanleiding geven, moet de exploitant verplicht het beleid actualiseren. Dit kan vanwege ontwikkelingen in wetenschap of techniek zijn.

Overgangsrecht

Een Seveso-inrichting die onder het toepassingsbereik van deze paragraaf valt, moet direct preventiebeleid hebben. Omdat dit niet in alle gevallen redelijk is, staat in artikel 4.26 overgangsrecht. Dit stelt dat de exploitant het preventiebeleid na een jaar gereed moet hebben.

In de volgende gevallen moet wel direct na inwerkingtreding het preventiebeleid gereed zijn:

  • inrichtingen die nieuw in werking worden gesteld.
  • inrichtingen die door een wijziging van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen onder het toepassingsbereik van de richtlijn komen te vallen.
  • inrichtingen die van een lagedrempelinrichting een hogedrempelinrichting worden of omgekeerd.
  • als het om een bestaande BRZO-inrichting gaat.

Meer informatie

Veiligheidsvoorschriften Seveso-inrichtingen (paragraaf 4.2 Bal)




Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)

Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.

Lees meer op Inhoud Besluit activiteiten leefomgeving.