Wonen en Ladder duurzame verstedelijking
De Ladder voor duurzame verstedelijking geldt voor woningbouwplannen die worden aangemerkt als nieuwe stedelijke ontwikkeling.
Bij een nieuwe woningbouwontwikkeling wordt rekening gehouden met:
- de behoefte aan de stedelijke ontwikkeling
- bij een ontwikkeling buiten stedelijk gebied de mogelijkheden binnen dit gebied in de behoefte te voorzien
Voor de Ladder is het volgende van belang:
- Is het een nieuwe stedelijke ontwikkeling?
- Wat is het ruimtelijk verzorgingsgebied?
- Is er behoefte aan de ontwikkeling?
- Ligt de stedelijke ontwikkeling buiten stedelijk gebied?
Nieuwe stedelijke ontwikkeling
Eén woningbouwlocatie
In de praktijk speelt regelmatig de vraag, wanneer plannen één woningbouwlocatie vormen. Er is één woningbouwlocatie als er tussen de te realiseren woningen, ruimtelijke en functionele samenhang bestaat. Ook de afstand tussen de woningen speelt een rol. Worden de plannen door meer ruimtelijke besluiten mogelijk gemaakt. Dan is ook de mate van concreetheid van de besluitvorming van belang.
Motivering evenwichtige toedeling van functies
Ook als de Ladder niet van toepassing is, moet wel de evenwichtige toedeling van functies aan locaties worden gemotiveerd.
Ruimtelijk verzorgingsgebied
Regionale afstemming
De Ladder verplicht niet in alle gevallen tot regionale afstemming. De aard en omvang van het plan bepalen of regionale afstemming nodig is. Bij kleinschalige ontwikkelingen die geen gemeentegrens overstijgend effect hebben, is bovengemeentelijke afstemming niet nodig.
Bovenlokale woonprogrammering
De behoefte aan het woningbouwplan
Overcapaciteit
Kwalitatieve aspecten van de behoefte
De onderbouwing van de behoefte is maatwerk
- de omvang van het te kort aan woningen: kwantitatief en kwalitatief
- de mate van planvertraging en planuitval
- inzicht in het planologische schrappen van plannen die niet worden uitgevoerd
Faseren van woningbouwplannen
In het omgevingsplan kunnen regels over fasering van woningbouw worden opgenomen. Woningbouwplannen kunnen op termijn worden gesteld. Ook is het mogelijk om het realiseren van een bouwplan te koppelen aan de beschikbare behoefteruimte binnen de afgesproken woningbouwprogrammering.
De stedelijke ontwikkeling ligt buiten stedelijk gebied
- kwalitatieve aspecten van de behoefte bijvoorbeeld woonmilieus die niet binnen bestaand stedelijk gebied passen, zoals water rijk wonen, grote landgoederen
- andere functies die ter plaatse al aanwezig zijn of volgens ruimtelijk beleid, zoals in de omgevingsvisie, worden beoogd, bijvoorbeeld park, maatschappelijke functie, andere woonplannen die later worden beoogd
- aanzienlijke investeringen die eerst nodig zijn voor de inbreidingsplaatsen, bijvoorbeeld voor milieuaspecten die zich voordoen op inbreidingslocaties