Trillingen - bronnen en overdracht
Trillingen kunnen hinder geven aan personen, gebouwen en activiteiten door golfbewegingen via de bodem. Deze trillingen worden vooral veroorzaakt door weg- en railverkeer en industriële machines.
Overdracht trillingen
De trillingen die voelbaar zijn, bestaan uit mechanische golvende bewegingen van materialen. Anders dan bij geluid vindt de overdracht niet plaats via de lucht (gasvormig medium), maar via vaste materie (bodem, vloeren, wanden en dergelijke). Trillingen nemen af naarmate de afstand tot de bron groter is.
Personen kunnen last hebben van trillingen. Ook kan er een verstoring van activiteiten vanwege trillingen optreden bij:
- fijnmechanische industrie
- laboratoria
- computercentra
Hoewel de sterkte afneemt naarmate de afstand tot de bron groter is, kan de trilling wel degelijk ergens anders hinder of zelfs schade opleveren. Hier moeten gebouwen tegen beschermd worden.
Bronnen
Hinder of zelfs schade door trillingen kan ontstaan door:
- verkeer over de weg of het spoor (bijvoorbeeld van vrachtwagens, treinen of trams)
- machines in de industrie (zoals stansen, draaiende motoren)
- bouw- en sloopactiviteiten
De aard van deze trilling is afhankelijk van:
- het type voertuig en de belading
- de rijsnelheid
- de vorm van de oneffenheden
Wegverkeer
Als een voertuig over een oneffen wegdek rijdt, zal de weg voor korte tijd vervormen. Het wegdek herstelt zich daarna weer. Zo kan een verkeersdrempel zorgen voor extra trillingen. Verder nemen trillingen toe, naarmate de rijsnelheid van het voertuig toeneemt. Daarnaast kunnen trillingen ontstaan met een kortdurend karakter bij het passeren van vooral zware voertuigen (landbouwverkeer en vrachtverkeer).
Railverkeer
Ook bij het railverkeer is de snelheid een belangrijke factor bij het ontstaan van trillingen. Daarnaast zijn de eigenschappen van het railverkeer (onder andere belading) en de interactie met de ondergrond van belang bij het ontstaan en doorgeven van trillingen naar de omgeving (de bodem). Wanneer trillingshinder moet worden onderzocht, bestaat het onderzoeksgebied bij spoorwegen altijd tot een afstand van ongeveer 100 meter vanaf de bron.
Industrie
Bij industriële activiteiten kunnen de trillingsbronnen onder andere de volgende zijn:
- stansmachines
- draaiende motoren (met een bepaalde onbalans)
- heftrucks (of ander rijdend zwaar materieel) op een oneffen ondergrond
- storten van zware materialen op vloeren of bodems
Bouw- en sloopactiviteiten
Bij het bouwen en slopen van bijvoorbeeld bouwwerken kunnen de trillingsbronnen onder andere de volgende zijn:
- inbrengen van funderingspalen en damwanden
- machines zoals sloophamers, drilboren, trilmachines
- mobiel breken van bouw- en sloopafval
- rijdend zwaar materieel zoals hijskranen, betonmixers, vrachtwagens
- storten van zware materialen op vloeren of bodems