Waterbegrippen
Begrippenlijst vanuit het thema 'Water'.
Aandachtstoffen
Aandachtstoffen zijn opkomende verontreinigende stoffen waarvan in de gehele Europese Unie nog onvoldoende monitoringgegevens beschikbaar zijn voor een risicobeoordeling. Aandachtstoffen worden ook wel 'watch list'- stoffen genoemd.
Meer informatie leest u op de pagina Monitoringsprogramma KRW.
Afvloeiend/afstromend hemelwater
Afvalwater dat ontstaat doordat water uit de hemel valt, zoals regen, sneeuw, hagel en dauw. Er is een relatie met de hemelwatertaak van de gemeente. Hemelwater kan vastgehouden en geborgen worden in een waterberging. Meer informatie over afvoeren van hemelwater.
Algemene beoordelingsmethodiek (ABM)
Baggerspecie
Beheerplan
Het plan van de beheerder waarin de activiteiten en maatregelen staan voor de watersystemen die onder zijn beheer vallen. Bij Rijkswaterstaat beschrijft dit de taakopdracht.
In de beheerplannen van de waterbeheerders (Rijkswaterstaat en de waterschappen) worden de condities en maatregelen vastgelegd om de doelen uit het nationale waterplan en de regionale waterplannen ook daadwerkelijk te bereiken.
Onder de Omgevingswet verdwijnt het begrip ‘beheerplan’ en wordt op rijksniveau een Nationaal Waterprogramma vastgesteld.
Op waterschapsniveau wordt het beheerplan onder de Omgevingswet vervangen door een programma.
Nationaal waterprogramma
Bergingsgebied
Gebied waaraan op grond van de wet een functie voor waterstaatkundige doeleinden is toegedeeld, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en dat ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen.
Beschermingszone
Zone ter weerszijden van een waterstaatswerk (kernzone), waar voorschriften en beperkingen gelden ter bescherming van het waterstaatswerk.
Onder de Omgevingswet gaan de beschermingszones samen met de kernzone op in ‘beperkingengebieden’. Dit zijn gebieden waar op grond van de Omgevingswet beperkingen gelden vanwege de aanwezigheid van een werk of object, in dit geval een waterstaatswerk.
In het beperkingengebied gelden regels over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat waterstaatswerk. Zie: Beperkingengebiedactiviteit waterstaatswerk.
Bestuursakkoord Water
Overeenkomst uit 2011 tussen Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven met als doel te blijven zorgen voor veiligheid tegen overstromingen, goede kwaliteit water en voldoende zoet water. Deze afspraken lopen tot 2021 en blijven van toepassing. Meer informatie over het bestuursakkoord water
Blauwalg
Bacteriën die eruit zien als wieren. Er is een Blauwalgenprotocol dat een handvat biedt hoe om te gaan met blauwalgen op een zwemwaterlocatie. In de zwemwaterrichtlijn worden blauwalgen expliciet genoemd als gevaar voor de zwemwaterkwaliteit waar adequaat mee moet worden omgegaan.
Bprw
Beheer- en ontwikkelplan voor de rijkswateren.
In het onder de Waterwet bekende Bprw staat hoe Rijkswaterstaat invulling geeft aan het beheer en onderhoud van de infrastructuur en het combineren van de verschillende gebruiksfuncties van het water.
Het Bprw is geen apart programma onder de Omgevingswet, maar wordt integraal onderdeel van het Nationaal Waterprogramma.
Calamiteiten ( bestrijdings)plan
Plan met een een overzicht van acties die een waterbeheerder moet ondernemen bij waterstaatkundige calamiteiten. Zie ook Calamiteiten waterstaatswerk .
Meer informatie op de pagina Calamiteiten waterstaatswerk.
Continentaal Plat
Dat deel van de zee dat grenst aan de continenten. Het heeft een gemiddelde breedte van 75 km en een diepte tot ongeveer 130 m. Meer dan 90% van alle vis wordt hier gevangen, terwijl het oppervlak slechts 7,5% van het complete oceaanoppervlak bedraagt. Meer informatie op de pagina Exclusieve economische zone (eez)
Deltabeslissingen
Besluiten over voorstellen van de Deltacommissie die leiden toe een nieuwe manier van werken op drie terreinen: de waterveiligheid, de beschikbaarheid van zoetwater en een waterrobuuste ruimtelijke inrichting. Voor het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta zijn aparte Deltabeslissingen. Meer informatie leest u op de pagina Deltaprogramma.
Deltacommissaris
Regeringscommissaris voor het Deltaprogramma. Meer informatie leest u op de pagina Deltacommissaris.
Deltafonds
De financiële basis van het Deltaprogramma, in werking getreden op 1 januari 2013. Lees hier meer over het deltafonds
Deltawet
Volledige naam: ‘Deltawet waterveiligheid en zoetwatervoorziening’. Wet die zich richt op de maatregelen voor de bescherming tegen overstromingen en de zorg voor zoetwatervoorziening in relatie tot de verwachte klimaatverandering, waarbij de te nemen maatregelen op termijn worden ingevuld. meer informatie op de pagina Deltaprogramma.
Dijktraject
Deel van een primaire waterkering dat afzonderlijk genormeerd is.
Directe lozing
Directe lozingen zijn lozingen die rechtstreeks, al dan niet na passage van een zuiveringstechnisch werk, op het oppervlaktewater worden geloosd.
De Omgevingswet gebruikt de term ‘lozingsactiviteit’ als het gaat om een lozing van afvalwater, warmte of stoffen op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk.
Een lozing op het gemeentelijke riool en in de bodem valt niet onder deze lozingsactiviteit, maar is onderdeel van de milieubelastende activiteit. meer informatie leest u op de pagina Lozingsactiviteit op oppervlaktewater of zuivering
Drinkwaterrichtlijn
Europese richtlijn over de kwaliteit van drinkwater voor dat voor menselijke consumptie bestemd is. Het doel van de richtlijn is om de volksgezondheid te beschermen door ervoor te zorgen dat drinkwater gezond en schoon is.
Richtlijn 98/83/EG van de Raad van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water. (PbEG 1998, L330)
Duinvoet
De benedenrand van een duin. Meestal wordt de duinvoet aan de zeezijde bedoeld. Voor de berekening van de Basiskustlijn is de duinvoet vastgesteld op NAP + 3 meter. De locatie van de duinvoet is bijvoorbeeld van belang bij het bepalen of een omgevingsvergunning voor grondverzet nodig is. Meer informatie leest u op de pagina Winning oppervlaktedelfstoffen.
Ecologische toestand water
De gewenste ecologische toestand van water wordt bepaald door het watertype en de gewenste levensgemeenschap van planten en dieren die daarbij hoort, en de factoren die hiervoor bepalend zijn, zoals de inrichting, de wijze van onderhoud, het doorzicht en zuurstofgehalte en de gewenste concentraties van bepaalde stoffen die van nature in het water aanwezig zijn, zoals (onder meer) zuurstof, stikstof- en fosfaatverbindingen, chloride, bicarbonaat en sulfaat. Voor KRW-oppervlaktewaterlichamen zijn in het Besluit kwaliteit leefomgeving omgevingswaarden opgenomen voor de oppervlaktewaterkwaliteit. Een van die omgevingswaarden is het bereiken van een goede ecologische toestand of goed ecologisch potentieel.
Estuarium
Een estuarium is een overgangsgebied waar rivieren uitmonden in zee. En waar de invloed van het getij merkbaar is. De Eems-Dollard is bijvoorbeeld een estuarium
Eutrofiering
De vergroting van de voedselrijkdom in met name water, waardoor een sterke groei en vermeerdering van bepaalde soorten optreedt, waarbij meestal de soortenrijkheid of biodiversiteit sterk afneemt. Er is een handleiding bestrijding eutrofiëring .
Exclusieve economische zone (eez)
De Nederlandse exclusieve economische zone (eez) bestaat uit het Nederlandse deel van de Noordzee en wordt ook wel aangeduid als Nederlands continentaal plat. Het is het gebied dat zich tot 200 zeemijl (370,4 km) buiten de kust van een staat uitstrekt. Binnen deze zone heeft een staat een aantal rechten, zoals het recht op exploitatie van de aanwezige grondstoffen, het recht op visserij en recht op wetenschappelijk onderzoek.
- Meer informatie over maritieme zones op Noordzeeloket.nl
- Zie ook Maritiem ruimtelijk plan
Faalkans waterkering
Kans op verlies van waterkerend vermogen van een dijktraject waardoor de hydraulische belasting op een achterliggend dijktraject substantieel wordt verhoogd.
Falen waterkering
Het niet meer kunnen vervullen van de primaire functie. Bij een waterkering gaat het dan om de functie water keren. Er is dan meestal nog geen sprake van een feitelijke overstroming, maar de kans daarop is te groot geworden. De waterkering voldoet niet meer aan de eisen voor de waterkerende functie.
Gebiedseigen water
Water dat niet van buiten een bepaald gebied wordt aangevoerd (de bron is meestal neerslag). Altijd een mengsel van verschillende herkomsten: regenwater, grondwater (waaronder kwelwater van uiteenlopende leeftijd en samenstelling). De kwaliteit en samenstelling van het gebiedseigen water is voor een belangrijk deel bepalend voor de soort natuur en vegetatie die er voor kan komen.
Geen achteruitgangsprincipe van een waterlichaam
Er is sprake van achteruitgang als je alsAls gevolg van een ingreep in een slechtere toestandklasse van het waterlichaam komt komen als dan oorspronkelijk. Als het waterlichaam zich reeds al in de slechtste toestandklasse bevindt, is de ruimte tot verslechtering bepaald door de meetnauwkeurigheid van de norm (klassegrens). Meer informatie leest u op de pagina Waterbodemimmissietoets.
Grondwaterbeschermingsgebied
Gebied waar regels gelden voor de bescherming van de grondwaterkwaliteit in verband met de winning van drinkwater. Binnen zo’n grondwaterbeschermingsgebied kan ook weer een zone liggen die ook grondwaterbeschermingsgebied heet: in dat geval is het een bufferzone rondom een waterwingebied. Het beschermingsniveau is iets lager dan in een waterwingebied en er gelden minder verboden. Meer informatie leest u op de pagina Grondwater in de omgevingsverordening.
Grondwaterlichaam
Afzonderlijke grondwatermassa in een of meer watervoerende lagen. De Kaderrichtlijn Water en Grondwaterrichtlijn stellen eisen aan de toestand van grondwaterlichamen. Meer informatie leest u op de pagina Milieudoelstellingen grondwater en waterprogramma's.
Grondwatertaak
Het treffen van maatregelen in het openbaar gemeentelijke gebied om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de op grond van de Omgevingswet aan de fysieke leefomgeving toegedeelde functies zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de taak van een waterschap, een provincie of het Rijk behoort (artikel 2.16 onder a onder 2° van de Omgevingswet).
Grondwaterzorgplicht
Grootschalige toepassing grond en baggerspecie
Het toepassen van grote hoeveelheden grond en baggerspecie (meer dan 5000 kuub). Voorbeelden van grootschalige toepassingen zijn het toepassen van grond en baggerspecie in bouw- en wegconstructies, in terpen of in diepe plassen (zandwinputten).
Hoofdwatersysteem
Belangrijk (regionaal) netwerk van met elkaar in verbinding staande (stromende) oppervlaktewateren die via eenzelfde punt afwatert op belangrijkste regionale waterlo(o)p(en)afwateren op belangrijke waterlopen. Het hoofdwatersysteem- kan uit meerdere watertypen en daarom ook uit meerdere waterlichamen bestaan. Het Nationaal waterprogramma bevat specifieke maatregelen voor alleen het hoofdwatersysteem. Ook het Deltamodel is gericht op het hoofdwatersysteem.
In situ
Het uitvoeren van een handeling op de oorspronkelijke plaats, zonder het naar een speciaal medium te verplaatsen of de handeling op een andere locatie uit te voeren. Dit speelt onder meer bij ontgrondingsactiviteiten .
Indirecte lozing
Een indirecte lozing is een lozing op een oppervlaktewater via een werk van een derde. Zo'n werk van een derde kan bijvoorbeeld een bedrijfsriolering, afwateringsstelsel of zuiveringtechnisch werk zijn. Een indirecte lozing is een lozing die dus niet direct maar indirect op het oppervlaktewater uitkomt.
Verder lezen: Milieubelastende activiteiten in de bruidsschat
Industrieel afvalwater
Industrieel afvalwater is afvalwater afkomstig van terreinen die voor bedrijfsactiviteiten worden gebruikt. Het gaat hier niet om huishoudelijk afvalwater of afvloeiend hemelwater. Dit volgt uit artikel 2 lid 3 van de (Europese) Richtlijn stedelijk afvalwater. In het Besluit activiteiten leefomgeving staan algemene rijksregels voor het lozen van industrieel afvalwater .
Infiltratie
In de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater. Er zijn rijksregels en decentrale regels voor het infiltreren van water.
Integrale watervergunning
Term uit de Waterwet (oud) voor een vergunning waarin alle activiteiten in, op, onder of over watersystemen waren meegenomen (voor zover deze activiteiten niet door algemene regels waren gereguleerd). Met inwerkingtreding van de Omgevingswet worden er geen ‘watervergunningen’ meer verleend, maar doet een initiatiefnemer een enkelvoudige of meervoudige aanvraag om een omgevingsvergunning voor een Wateractiviteit
Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM)
Europese richtlijn die het zeemilieu beschermt tegen schadelijke menselijke activiteiten.
Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (PbEU 2008, L 164).
- Meer informatie over de Kaderrichtlijn mariene strategie.
Kaderrichtlijn maritieme ruimtelijke planning (KMRP)
Europese richtlijn die het zeemilieu beschermt tegen schadelijke menselijke activiteiten. Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (PbEU 2008, L 164). In het programma van maatregelen mariene strategie staan maatregelen over zoute wateren ter uitvoering van deze richtlijn.
Kaderrichtlijn water (KRW)
Europese richtlijn die de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater borgt.
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid
Zie ook de website eur-lex.europa.eu: PbEG 2000, L 327.
Meer informatie leest op de pagina Kaderrichtlijn water.
Kernzone waterkering
De belangrijkste zone van de waterkering, namelijk de waterkering zelf en niet de beschermingszones daaromheen. Voor de duinen is dit de zone die na een maatgevende storm moet blijven staan. Wettelijke afbakening is opgenomen in de legger.
Onder de Omgevingswet gaat de kernzone samen met de beschermingszones op in ‘beperkingengebieden’. Dit zijn gebieden waar op grond van de Omgevingswet beperkingen gelden vanwege de aanwezigheid van een werk of object, in dit geval de waterkering. In het beperkingengebied gelden regels over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de waterkering.
Keur
In de Keur staan regels die een waterschap hanteert bij de bescherming van onder andere waterkeringen, watergangen en bijbehorende kunstwerken. Deze regels voorkomen dat dijken en oevers beschadigen. Ook zijn er regels voor het onderhoud van sloten, beken, rivieren en andere waterlopen om de waterafvoer in dit oppervlaktewater te waarborgen.
Bij de Keur hoort een legger. Een legger van waterschappen bestaat uit kaarten van het beheergebied waarop staat aangegeven wat de ligging is, vorm, afmeting en constructie van rivieren, watergangen keringen en kunstwerken binnen het beheergebied van het waterschap. Ook staat er vermeld wie verantwoordelijk is voor welk onderhoud.
Lees meer over de Keur in de waterschapsverordening op de pagina overgangsrecht waterschapsverordening.
Kritisch grensprofiel duin
Grensprofiel dat aan de landwaartse zijde van het duin is gesitueerd. Als het kritiek grensprofiel doorbreekt, is het duin als totaal bezweken.
Kruin
Het hoogste punt van het dijklichaam.
KRW-factsheet
Overzicht per watersysteem met een beschrijving van het watersysteem, de huidige ecologische en chemische kwaliteit, de status, doelen en maatregelen. De factsheets worden ontsloten via het Waterkwaliteitsportaal.
KRW-oppervlaktewaterlichaam
Een KRW-oppervlaktewaterlichaam is een 'onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een meer, een waterbekken, een stroom, een rivier, een kanaal, een deel van een stroom, rivier of kanaal, een overgangswater of een strook kustwater'.
Deze definitie staat in bijlage I onder A van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Het gaat om een oppervlaktewater zoals bedoeld in de kaderrichtlijn water (artikel 2, onder 10).
Kunstmatig KRW-oppervlaktewaterlichaam
Een kunstmatig KRW-oppervlaktewaterlichaam is ‘een door menselijke activiteiten tot stand gekomen KRW-oppervlaktewaterlichaam’.
Deze definitie staat in bijlage I onder A van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Dit komt overeen met een ‘kunstmatig waterlichaam’ zoals bedoeld in de kaderrichtlijn water (artikel 2, onder 8).
Kustfundament
Het kustfundament wordt zeewaarts begrensd door de doorgaande NAP -20 m lijn. Aan de landzijde omvat het kustfundament alle duingebieden en zeekeringen (ook harde).
Kustlijn
Algemeen begrip om de overgang van zee naar land aan te duiden. In Nederland wordt hiervoor de grens van de laagste laagwaterlijn aangehouden.
Kwel
Het uittreden van grondwater aan de binnenzijde van een gebied als gevolg van hogere waterstanden aan de buitenzijde van het beschouwde gebied.
Legger
Document waarin staat van wie een perceel, weg of watergang is en wie deze onderhoudt. Vaak worden ook de eigenschappen geregistreerd, zoals breedte of het profiel van de watergang. Bij een legger hoort vaak ook een stelsel kaarten, waarop de objecten zijn ingetekend. In de Waterwet is sinds 2009 een specifieke verplichting opgenomen om een legger op te stellen voor alle waterstaatswerken. Zie legger voor waterstaatwerken.
Lengte-effect overstromingskans
Het effect dat de overstromingskans van een dijktraject groter is naarmate het traject langer is.
Maatgevende hoogwaterstand (MHW)
De waterstand die maatgevend is voor het bepalen van de lokaal vereiste hoogte van de waterkering. Dit begrip is onderdeel van de normering die in de afgelopen tientallen jaren in Nederland van kracht was.
Meerpeilpiek
Meerpeilpieken houdt in dat het waterpeil kortstondig stijgt omdat het overtollige water voor langere tijd niet kan worden gespuid. Zie ook de pagina Ruimtelijke maatregelen in programma's.
Mengzone lozing
Zone in de directe omgeving van het lozingspunt waarbinnen de milieukwaliteitsnormen mogen worden overschreden.
Mors bij baggeren
Door een baggerwerktuig verplaatste, maar niet verwijderde bagger.
Nationaal Waterplan
Dit plan geeft op hoofdlijnen aan welk beleid het Rijk voert om te komen tot een duurzaam waterbeheer. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water en diverse vormen van gebruik van water.
In de Omgevingswet is dit het nationaal waterprogramma.
Nautisch onderhoud
Het op diepte houden van waterwegen voor de scheepvaart.
Nitraatrichtlijn
Europese richtlijn die als doel heeft de waterverontreiniging die wordt veroorzaakt door nitraten uit agrarische bronnen te verminderen, en verdere verontreiniging te voorkomen.
Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PbEU 1991, L676)
Noodoverloopgebied
Gebied dat in extreme omstandigheden gecontroleerd kan overstromen.
Meer informatie over noodoverloopgebied.
Normen waterbeheer
Het waterbeheer omvat diverse milieukwaliteitsnormen voor zout- en zoetwater. Deze normen worden regelmatig door de overheid geactualiseerd. In de Omgevingswet worden de normen omgevingswaarden genoemd.
Meer informatie: Normen voor het waterbeheer
Onder de Omgevingswet zijn dit omgevingswaarden. Deze, gelden niet alleen voor water maar ook voor andere onderwerpen (lucht geluid etc.).
Nutriëntenbelasting
Toevoer van meststoffen van buitenaf in een watersysteem.
Ondergrens faalkans waterkering
De ondergrens geeft de maximaal toelaatbare faalkans voor een waterkering weer, die hoort bij de signaleringswaarde van de kering. Voor iedere kering is de kans van de ondergrens drie maal groter dan de kans van de signaleringswaarde. Bijvoorbeeld, bij een dijktraject met een signaleringswaarde van 1/30.000, past een ondergrens van 1/10.000.
Onderhoudsbaggeren
Baggerwerkzaamheden waarmee wordt gezorgd dat de watergang weer aan het leggerprofiel voldoet.
Onderhoudsdiepte
Onderwateroever
Gedeelte van de kuststrook zeewaarts van de laagwaterlijn tot de zeebodem, ook wel vooroever genoemd.
Ontwateren
De scheiding van water van slib of baggerspecie. Zodat het volume afneemt.
Ontwatering
De afvoer van water uit percelen over en door de grond en eventueel door drainagebuizen en greppels naar een stelsel van grotere waterlopen.
Ontwerppeil
Ook ontwerp-waterstand of maatgevende hoogwaterstand (MHW) genoemd. Het is een waterstand, met een lage frequentie van voorkomen, waarop de waterkeringen zijn ontworpen. Het begrip MHW is onderdeel van de normering die in de afgelopen tientallen jaren in Nederland van kracht is geweest.
Onvoorziene lozing
Een lozing van afvalwater als gevolg van een ongeval. Zie ook ongewoon voorval.
Oppervlaktewater
Kijk hiervoor bij het oppervlaktewaterlichaam.
De begripsomschrijving van oppervlaktewaterlichaam is in lijn met de jurisprudentie van de Hoge Raad over het begrip ‘oppervlaktewater' uit de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, dat in die wet overigens niet was gedefinieerd.
Oppervlaktewaterlichaam
OSPAR-verdrag
Internationaal verdrag dat het zeemilieu van de noordoostelijke Atlantische Oceaan beschermt.
Op 22 september 1992 te Parijs tot stand gekomen Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Trb. 1993, 16).
Meer informatie over het OSPAR-verdrag.
Overhoogte waterkering
Extra hoogte van een waterkering boven de benodigde kruinhoogte.
Overschrijdingskans hoogwater
De kans dat de maatgevende hoogwaterstand wordt overschreden. Dit begrip is onderdeel van de normering die in de afgelopen tientallen jaren in Nederland van kracht was.
Overstromingskans
Kans op verlies van waterkerend vermogen van een dijktraject waardoor het door het dijktraject beschermde gebied zodanig overstroomt dat dit leidt tot dodelijke slachtoffers of substantiële economische schade.
Peilbesluit
Persleiding
Piping
Terugschrijdende erosie in een tunneltje (pipe) onder een dijklichaam. Zie ook onderloopsheid.
Primaire waterkering
Waterkering die bescherming biedt tegen overstroming door buitenwater: water van een oppervlaktewaterlichaam waarvan de waterstand direct invloed ondergaat van hoge stormvloed, hoog opperwater van een van de grote rivieren, hoog water van het IJsselmeer of het Markermeer, of een combinatie daarvan, en van het Volkerak-Zoommeer, het Grevelingenmeer, het getijdedeel van de Hollandsche IJssel en de Veluwerandmeren.
Probabilistiek
Rekenmethode voor het bepalen van bijvoorbeeld de ontwerpsterkte van een waterkering waarbij de kansverdelingen van alle variabelen die de sterkte mede bepalen, worden gespecificeerd en gecombineerd, en waarbij ook rekening wordt gehouden met correlaties tussen deze variabelen. Bij probabilistisch ontwerpen worden waterkeringen zodanig ontworpen dat de kans dat de (onzekere) belasting groter is dan de (onzekere) sterkte, kleiner is dan een bepaalde faalkanseis.
Regionale dijk of (water)kering
Waterkering die bescherming biedt tegen regionale wateren. Deze bevinden zich binnen een dijkring en voorkomen dat het water zicht aan een overstroming binnen de dijkring verspreidt. Er zijn ook enkele regionale keringen die voor een dijkring liggen en buitendijkse gebieden beschermen.
Retentiegebied
Een gebied waar tijdelijk, bij hevige regenval of hoge rivierafvoer, water kan worden geborgen zodat stroomafwaarts gelegen gebieden niet overstromen.
Richtlijn overstromingsrisico's (ROR)
Europese richtlijn die negatieve gevolgen van overstromingen beperkt.
Richtlijn 2007/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 over beoordeling en beheer van overstromingsrisico's (PbEU 2007, L 288).
- Meer informatie over de Richtlijn overstromingsrisico's (ROR)
Richtlijn prioritaire stoffen
Europese richtlijn die stoffen aanwijst die een bijzondere bedreiging zijn voor de kwaliteit van het oppervlaktewater.
Richtlijn 2013/39/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 augustus 2013 tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG en Richtlijn 2008/105/EG wat betreft prioritaire stoffen op het gebied van het waterbeleid (PbEU 2013, L 226).
Meer informatie over de Richtlijn prioritaire stoffen.
Richtlijn stedelijk afvalwater
Europese richtlijn die tot doel heeft dat huishoudens en bedrijven hun afvalwater zo goed mogelijk opvangen en zuiveren.
Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (PbEU 1991, L271)
Rijkswateren
Rijkswateren zijn watersystemen of onderdelen daarvan die in beheer zijn bij het Rijk. In bijlage II bij het Omgevingsbesluit staat om welke watersystemen het gaat.
Riooloverstort
Een riooloverstort is een voorziening door middel waarvan bij de neerslag van hemelwater het teveel aan hemelwater, al of niet vermengd met afvalwater dat niet in het stelsel wordt geborgen, kan worden geloosd op
oppervlaktewater.
Rivierbed
De uitholling in het landschap waardoor, bij voldoende aanwezigheid van water, een rivier stroomt. Hierbij horen zowel het winter- als het zomerbed. Lees meer over bouwen in een rivierbed.
Roerdiepte
Diepte tot waarop de grijper maximaal de grond omroert. De maximum geroerde diepte is het niveau waaronder geen verstoring van de bodem mag plaatsvinden om een minimum gronddekking voor kabels, leidingen en kunstwerken te garanderen.
Ruimte voor de Rivier
Programma van maatregelen waarbij de hoeveelheid water per seconde, die de rivier veilig tussen de dijken naar zee kan voeren, wordt vergroot zonder de dijken te verhogen.
Zie ook Ruimte voor de rivieren.
Scheepvaartwegen
Voor het openbaar scheepvaartverkeer openstaande binnenwateren en de Nederlandse territoriale zee, daaronder begrepen de daarin aanwezige waterstaatswerken.
Signaleringswaarde dijktraject
De signaleringswaarde voor een dijktraject is, samen met de ondergrens, als norm in de wet opgenomen. De waarde betreft een overstromingskans en is zodanig gekozen dat er voldoende tijd is voor het uitvoeren van een verbeteractie. Alle primaire waterkeringen in Nederland hebben een signaleringsnorm gekregen tussen de 1 op 300 en de 1 op 100.000.
Stand der Veiligheidstechniek bij lozingen
Stedelijk afvalwater
Stedelijk afvalwater is huishoudelijk afvalwater of een mengsel van huishoudelijk afvalwater met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.
Stedelijk afvalwater gaat via het openbaar vuilwaterriool naar een zuiveringtechnisch werk, ook wel rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) genoemd.
Regenwater dat niet via de riolering met huishoudelijk afvalwater wegstroomt, valt niet onder stedelijk afvalwater. Ook bedrijfsafvalwater dat rechtstreeks naar een zuiveringsinstallatie gaat, valt niet onder stedelijk afvalwater.
Lees meer over stedelijk afvalwater.
Sterk veranderd KRW-oppervlaktewaterlichaam
Een sterk veranderd KRW-oppervlaktewaterlichaam is een ‘KRW-oppervlaktewaterlichaam dat door fysische wijzigingen als gevolg van menselijke activiteiten wezenlijk is veranderd van aard’.
Deze definitie staat in bijlage I onder A van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Dit komt overeen met een ‘sterk veranderd waterlichaam’ zoals bedoeld in de kaderrichtlijn water (artikel 2, onder 9).
Stroomgebied
Een gebied vanwaar al het over het oppervlak lopende water via een reeks stromen, rivieren en eventueel meren door 1 riviermond, estuarium of delta, in zee stroomt (KRW, artikel 2).
Stroomgebiedsbeheerplan
Een beheerplan per stroomgebied waarin is aangegeven welke doelen er gelden voor de grond- en oppervlaktewateren. Hoe de kwaliteit behouden blijft en verder verbeterd kan worden. Het opstellen van een stroomgebiedsbeheerplan volgt uit artikel 13 van de Kaderrichtlijn Water.
Zie ook Stroomgebiedsbeheerplannen.
Stroomgebiedsdistrict
In de Kaderrichtlijn Water staat dit omschreven als het gebied van land en water, gevormd door één of meer aan elkaar grenzende stroomgebieden met bijhorende grond- en kustwateren.
Teeltvrije zone
Territoriale zee
De territoriale zee is de zone tussen de kustlijn en 12 mijl uit de kust.
- Meer informatie over maritieme zones op Noordzeeloket.nl
Tolerantie bij baggeren en ontgrondingen
De marge van de afmetingen waarbinnen de bagger- en ontgrondingswerkzaamheden moeten worden opgeleverd. Dit heeft veelal betrekking op de opleverdiepte ten opzichte van NAP.
Uitspoeling
Het weglopen via het grondwater in het oppervlaktewater van bepaalde stoffen, zoals fosfaat en stikstof. Transport van materiaal vanuit tussenlaag of ondergrond door de toplaag naar buiten.
Veiligheidsnorm dijktraject
Het wettelijk vastgelegde niveau van bescherming van een dijktraject tegen overstromen. Een dijktraject is een gedeelte van een primaire waterkering dat afzonderlijk is genormeerd. Voor elk traject zijn twee normen vastgelegd: een signaleringswaarde en een ondergrens.
De Omgevingswet gebruikt de term ‘omgevingswaarden’ voor de normering van primaire waterkeringen. Deze normen staan in het Besluit kwaliteit leefomgeving en zijn gebaseerd op de kans op overstromen én de gevolgen van een overstroming. Naast de omgevingswaarden bestaan er ook nog andere parameters voor signalering.
Verspreiden van baggerspecie
Vrijgekomen baggerspecie toepassen. De baggerspecie die op ongewenste plaatsen is gesedimenteerd elders weer terug te brengen in het watersysteem. De sedimentbalans wordt zo hersteld.
Vertroebeling
De (tijdelijke) aanwezigheid van vaste bestanddelen in de waterkolom als gevolg van het gehele baggerproces.
Vervuilingseenheid
Visintrek
Vooroever
Gedeelte van de kuststrook zeewaarts van de laagwaterlijn tot de zeebodem, ook wel onderwateroever genoemd.
Vrijwaringsgebied
Een ruimtelijke reservering die is opgenomen in het omgevingsplan. Dit houdt in dat bepaalde zones langs vaarwegen vrij moeten blijven van opstallen. Hierdoor behouden schepen tijdens het varen vanuit de stuurhut voldoende zicht om veilig gebruik te kunnen maken van die vaarweg.
Water footprint
Waterakkoord
Waterbeheerder
Het bevoegde bestuursorgaan van het overheidslichaam dat belast is met het beheer van watersystemen.
Waterbodem
Bodem van een oppervlaktewaterlichaam waarvan het beheer van de waterkwaliteit bij het Rijk of het waterschap berust. Meer informatie over waterbodems.
Waterbodemonderzoek
Een onderzoek naar de kwaliteit van het te baggeren of ontgraven materiaal. Hierin is een onderscheid gemaakt in vooronderzoek waterbodems en verkennend waterbodemonderzoek.
Waterhuishouding
Waterkerend kunstwerk
Waterkwaliteitsspoor
Waterlichaam
Hiermee wordt het een oppervlaktewaterlichaam en/of grondwaterlichaam bedoeld.
Waterloop
Waterplan
Buitenwettelijk plan van een gemeente om alle aspecten van water binnen de gemeentegrenzen in samenhang aan te pakken en verbeteren.
Onder de Omgevingswet moeten gemeenten bij het vaststellen van hun omgevingsplannen rekening houden met alle waterbelangen. Dat staat in het Besluit kwaliteit leefomgeving. Goed overleg met de waterbeheerder is in dat kader erg belangrijk.
Waterstaatswerk
Watersysteem
Samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken.
Watersysteembenadering
Waterwet
Wet (in werking getreden in 2009) waarmee 8 oude watergerelateerde wetten zijn samengevoegd. De Waterwet legt bepalingen vast voor:
- het tegengaan van wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling.
- het bescherming tegen overstromingen
- functies voor het gebruik van water, zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie.
Het grootste deel van de Waterwet gaat op in de Omgevingswet. Lees wat er in de Waterwet blijft staan na inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Werken (waterstaatswerken)
Winterbed
Rivierbed, met uitzondering van:
- de stroomgeul, begrensd door denkbeeldige lijnen aan beide zijden daarvan bij gewoon hoog zomerwater of gewone vloed, die de as van de rivier volgen en de worteleinden van de kribben in de rivier met elkaar verbinden, of, voor zover geen kribben in de rivier aanwezig zijn, begrensd door haar oeverlijnen bij gewoon hoog zomerwater of gewone vloed, waarbij de oeverlijnen in een denkbeeldige lijn worden doorgetrokken op plaatsen waar water in de uiterwaard in open verbinding staat met de stroomgeul;
- nevengeulen in beheer bij het rijk; en
- havens die in open verbinding staan met de stroomgeul in beheer bij het rijk.
Meer over bouwen in een rivierbed.
Zandbank
Zeereep
Eerste doorgaande duinregel, gelegen onmiddellijk langs het strand.
Zuurstofverbruik waterkwaliteit
Zwakke schakels waterkeringen
Delen van de waterkering langs de Nederlandse kust die in de afgelopen jaren moesten worden versterkt om de krachten van de golven bij stormvloed te kunnen weerstaan.
Zwemwaterprofiel
Een uitgebreide beschrijving van een zwemwaterlocatie, inclusief een beschrijving van bronnen van verontreiniging en risico's die hieruit voortkomen.
Zwemwaterprofiel
Een zwemwaterprofiel is een uitgebreide karakterschets van een zwemlocatie, met een beschrijving van mogelijke oorzaken van gezondheidsrisico’s voor de zwemmer. Meer informatie op de pagina zwemmen in oppervlaktewater.
Zwemwaterrichtlijn
In deze Europese richtlijn staan bepalingen over het beheer van zwemwaterkwaliteit en het verstrekken van informatie daarover aan het publiek.
Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG (PbEU, 2006, L7)
Begrip: Exclusieve economische zone (eez)
De Nederlandse exclusieve economische zone (eez) bestaat uit het Nederlandse deel van de Noordzee en wordt ook wel aangeduid als Nederlands continentaal plat. Het is het gebied dat zich tot 200 zeemijl (370,4 km) buiten de kust van een staat uitstrekt. Binnen deze zone heeft een staat een aantal rechten, zoals het recht op exploitatie van de aanwezige grondstoffen, het recht op visserij en recht op wetenschappelijk onderzoek.
- Meer informatie over maritieme zones op Noordzeeloket.nl
- Zie ook Maritiem ruimtelijk plan
Begrip: Grondwatertaak
Het treffen van maatregelen in het openbaar gemeentelijke gebied om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de op grond van de Omgevingswet aan de fysieke leefomgeving toegedeelde functies zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de taak van een waterschap, een provincie of het Rijk behoort (artikel 2.16 onder a onder 2° van de Omgevingswet).
Begrip: Legger
Document waarin staat van wie een perceel, weg of watergang is en wie deze onderhoudt. Vaak worden ook de eigenschappen geregistreerd, zoals breedte of het profiel van de watergang. Bij een legger hoort vaak ook een stelsel kaarten, waarop de objecten zijn ingetekend. In de Waterwet is sinds 2009 een specifieke verplichting opgenomen om een legger op te stellen voor alle waterstaatswerken. Zie legger voor waterstaatwerken.
Begrip: KRW-oppervlaktewaterlichaam
Een KRW-oppervlaktewaterlichaam is een 'onderscheiden oppervlaktewater van aanzienlijke omvang, zoals een meer, een waterbekken, een stroom, een rivier, een kanaal, een deel van een stroom, rivier of kanaal, een overgangswater of een strook kustwater'.
Deze definitie staat in bijlage I onder A van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Het gaat om een oppervlaktewater zoals bedoeld in de kaderrichtlijn water (artikel 2, onder 10).
Begrip: Omgevingswaarde
Een omgevingswaarde is één van de instrumenten waarmee overheden het beleid van een omgevingsvisie kunnen uitvoeren. Hiermee kan de gemeente, provincie of het Rijk de kwaliteit vastleggen die ze voor de fysieke leefomgeving wil bereiken. Deze kwaliteit moet objectief vast te stellen en kwantitatief meetbaar zijn. Het gaat dan bijvoorbeeld om waarden voor de luchtkwaliteit of de waterkwaliteit.
Lees meer over de omgevingswaarde.