Grondwateroverlast
Een hoge grondwaterstand kan leiden tot overlast en soms tot schade. Bijvoorbeeld in de vorm van natte kelders en kruipruimten. Grondwateroverlastproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben. De oorzaak is van belang om antwoord te kunnen geven op de vraag wie verantwoordelijk kan worden gehouden voor de grondwateroverlast: de gemeente of de eigenaar.
Problemen met grondwater
Een hoge grondwaterstand kan zowel op een particulier perceel als in de openbare ruimte voor overlast zorgen. In de openbare ruimte heeft de gemeente een grondwatertaak .
Voor een perceeleigenaar kan een gemiddelde hoge grondwaterstand leiden tot water in de kelder of kruipruimte en vocht in huis. Met als gevolg hinder, schade aan het gebouw of problemen voor de gezondheid (schimmelvorming).
Andere vormen van overlast door een te hoge grondwaterstand (zowel op een particulier perceel als in de openbare ruimte) zijn:
Verwelking van flora door drassige tuinen en langdurig nat openbaar groen;
- Kortsluiting;
- Het opdrijven van rioolbuizen;
- Schade aan kabels en leidingen;
- Schade aan wegen (opvriezen in de winter);
- Meer schade aan bomen (een ondiep wortelsysteem maakt bomen instabiel).
Een grondwaterstand die van nature te hoog is kan door beperkte bergingscapaciteit in natte periodes snel tot overlast leiden.
Oorzaken van grondwateroverlast
In het geval van grondwateroverlast is het van belang per situatie goed in beeld te hebben hoe de grondwateroverlast ontstaat (welke oorzaken). Wanneer de situatie goed in beeld is, kan worden gekeken naar het wettelijk kader.
Grondwateroverlast kan door de natuur of door de mens worden veroorzaakt. In de praktijk gaat het veelal om een combinatie van oorzaken.
Natuurlijke oorzaak
- Veel neerslag/extreme buien.
- Samenstelling van de bodem, zoals de aanwezigheid van kleilagen of andere natuurlijke barrières.
Menselijke oorzaak
Waterhuishoudkundige oorzaken
- Aanwezigheid van infiltratievoorzieningen, zowel van particulieren als van de gemeente.
- Een lekkende en onbedoeld infiltrerende riolering (die boven de grondwaterspiegel ligt). Deze kan bijdragen aan een grotere en snellere reactie van neerslag op de grondwaterstand.
- Het stoppen van een bestaande grondwateronttrekking
- Een peilverhoging van het oppervlaktewater
Bouwkundige / civieltechnische oorzaken
- Niet waterdichte kelders: op zichzelf hoeft een bepaalde grondwaterstand niet tot problemen of schade te leiden. Want een waterdicht gemaakte kelder zal niet vollopen met grondwater.
- Aanleg/bouw van (deels) ondergrondse constructies die een grondwaterstandverhogend effect hebben.
- Slecht onderhouden vloeren kunnen tot vergaande problemen leiden met opkruipend vocht.
Aansprakelijkheid
Er ontstaat geregeld discussie over wie verantwoordelijk is voor het droog maken en houden van een gebied en de bijbehorende kosten: eigenaren of gemeente.
Gemeenten verantwoordelijk
Gemeenten hebben op grond van de Omgevingswet (artikel 2.16, eerste lid, onder a, onder 2°) een grondwatertaak. Als voldaan wordt aan alle zeven elementen van de grondwatertaak samen, dan moet de gemeente maatregelen treffen om de nadelige grondwaterstandgevolgen te voorkomen of te beperken. Zie de pagina grondwatertaak . Naast de grondwatertaak heeft de gemeente ook een rioleringstaak (taak om stedelijk afvalwater in te zamelen en naar de zuivering te brengen). Ook deze taak heeft een relatie met de grondwaterstand, denk bijvoorbeeld aan lekke rioleringen of het vervangen hiervan.
Perceel-/gebouweigenaar verantwoordelijk
Een perceel-/gebouweigenaar heeft ook een eigen verantwoordelijkheid om te zorgen voor de goede staat van zijn perceel en de werken en gebouwen op dat perceel.
In de artikelen 3.64 en 4.118 van het Besluit bouwwerken leefomgeving zijn eisen gesteld aan de waterdichtheid van een kelder. Afhankelijk van de situatie zijn ze wel of niet van toepassing:
- Als een kelder als verblijfsgebied (bijlage I van het Besluit bouwwerken leefomgeving) wordt gebruikt gelden de eisen wel. Een verblijfsruimte is een ruimte waar mensen regelmatig verblijven (bijv. een keuken, slaapkamer, of een beneden maaiveld gelegen badkamer, souterrain of winkelruimte). Hier ligt een duidelijke verantwoordelijkheid voor de particuliere eigenaar. Wie zijn kelder waterdicht wil hebben, zal zelf bouwkundige en/of waterhuishoudkundige maatregelen moeten treffen.
- Als een kelder als opslagruimte of loze ruimte wordt gebruikt gelden deze eisen uit het Besluit bouwwerken leefomgeving niet. Water in de kelder kan dan dus voorkomen zonder dat dit wordt gezien als een bouwkundig gebrek.
Grondwateroverlast door werkzaamheden
Wanneer werkzaamheden plaatsvinden waardoor de grondwaterstand stijgt (door de mens veroorzaakt dus), dan moet de initiatiefnemer mogelijk maatregelen nemen om die nadelige gevolgen op de grondwaterstand te verminderen. Let daarbij op artikel 5:39 van het Burgerlijk Wetboek. Hieruit volgt dat de 'natuurlijke' loop van het grondwater niet zomaar gewijzigd mag worden. Dat zou onrechtmatig kunnen zijn.
Er is jurisprudentie over het ontstaan van grondwateroverlastproblemen door het vervangen van lekke riolen die jarenlang als drainage werkten. Of een gemeente daar maatregelen moeten nemen blijkt uit een beoordeling van hun grondwatertaak per situatie. Klachten moet de gemeente hoe dan ook onderzoeken. De gemeente kan weigeren maatregelen te nemen, maar moet zorgvuldig en gemotiveerd aangeven waarom ze geen maatregelen neemt. Bijvoorbeeld omdat het onder de verantwoordelijkheid van de perceeleigenaar valt.
De rechtbank Amsterdam vond dat de vervanging van een oud lekkend riool hooguit leidde tot het herstel van de oude, normale waterhuishoudkundige situatie (natuurlijke toestand). De woningen van de procederende eigenaren zouden hiertegen bestand moeten zijn. De rechtbank wijst daarbij op bouwkundige gebreken, ofwel op de eigen verantwoordelijkheid van eigenaren voor de bouwkundige staat van hun huizen. Deze uitspraak is gedaan in 1996, voordat de wettelijke bepaling van de gemeentelijke grondwatertaak in werking was.
Een uitspraak van de Ombudsman in 2013 nuanceert dit. De gemeente mag niet weigeren om maatregelen te nemen, zonder eerst te onderzoeken wat de oorzaak is van de problemen. Als de gemeente vindt dat zij geen maatregelen hoeft te nemen, moet ze goed motiveren waarom niet. Dit volgt uit de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Eigenaar en/of gemeente treffen maatregelen tegen grondwateroverlast
Voorbeelden maatregelen door de eigenaar:
- Waterdicht maken van kelders en andere ondergrondse bouwlagen.
Voorbeelden maatregelen door de gemeente:
- Zorgvuldig inpassen van waterbelangen bij het inrichten van de fysieke leefomgeving.
- Bouwveiligheidsplan eisen bij bouwvergunning.
- Algemene regels opnemen in het omgevingsplan, zoals een verplichting om drainage aan te leggen.
- Zorgen voor extra pompcapaciteit.
Voorbeelden maatregelen die door zowel gemeente als eigenaar kunnen worden getroffen:
- Drainage aanleggen.
- Extra grindpalen aanleggen.