Taken en bevoegdheden grondwater
Grondwater gaat voorbij bestuursgrenzen. Er is dus een collectief belang en samenwerking is nodig om het grondwater goed te beheren. De meeste grondwatertaken liggen bij de provincie.
Belang grondwater in verband met diverse doelen
Grondwater is belangrijk doordat we het voor verschillende doelen gebruiken en nodig hebben:
- als drinkwater (meer dan de helft van het drinkwater in Nederland wordt bereid uit grondwater)
- als warmte- en koudebron voor huizen en kantoren
- voor groen en natuur in de stad
Provincie als regisseur en vergunningverlenend bevoegd gezag
De meeste grondwatertaken liggen bij de provincie. Die beschermt de grondwaterkwaliteit in grondwaterbeschermingsgebieden. Dat gebeurt met het oog op de winning van grondwater voor de bereiding van water bestemd voor menselijke consumptie (artikel 2.18 Omgevingswet).
Ook geeft de provincie met haar regionale waterprogramma uitvoering aan de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Grondwaterrichtlijn (GWR). Dit staat in artikel 3.8 van de Omgevingswet (Ow).
- De KRW stelt doelen over de kwaliteit en kwantiteit van ons watersysteem. En specifiek waar water onttrokken wordt voor menselijke consumptie.
- De GWR vult de doelen van de KRW voor grondwater verder in. Daaruit blijkt dat de provincie ook verantwoordelijk is voor de bescherming en verbetering van de grondwaterkwaliteit buiten de aangewezen grondwaterbeschermingsgebieden.
Voor specifiek aangewezen wateronttrekkingsactiviteiten – grondwateronttrekkingen en, kort gezegd, daarmee samenhangende infiltraties – is de provincie vergunningverlenend bevoegd gezag, voor zover het gaat om industriële toepassingen van meer dan 150.000 m3 water per jaar of de openbare drinkwatervoorziening. Dit staat in de artikelen 16.1 en 16.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), in samenhang met artikel 4.3 van het Omgevingsbesluit.
Taken en bevoegdheden Rijkswaterstaat en waterschap
Rijkswaterstaat (artikel 2.19, lid 2 Ow) en de waterschappen (voor zover toegedeeld, zie artikel 2.17, lid 1 onder a Ow) zijn beheerder van het watersysteem. Grondwaterkwantiteit en grondwaterkwaliteit zijn hier een integraal onderdeel van. Voor regionale wateren, inclusief grondwaterlichamen, zal meestal het waterschap bevoegd gezag zijn voor wateractiviteiten, tenzij de onttrekkingsactiviteiten in rijkswateren plaatsvinden; in dat geval is de minister van Infrastructuur en Waterstaat (in de praktijk Rijkswaterstaat) bevoegd gezag.
Taken en bevoegdheden gemeente
De gemeente heeft, naast een hemelwaterzorgplicht en een zorgplicht voor het inzamelen en transporteren van stedelijk afvalwater, ook een grondwaterzorgplicht. Dit betekent dat de gemeente, waar dit doelmatig is, maatregelen moet treffen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. Dat staat in artikel 2.16 van de Ow.
Ook moet de gemeente in het omgevingsplan functies toedelen aan locaties (artikel 4.2 Ow) en regels stellen met het oog op die functies. Het bodem- en watersysteem is vaak leidend voor welke functies mogelijk zijn. Hierdoor is het mogelijk dat de gemeente regels stelt aan activiteiten die de grondwaterkwaliteit kunnen bedreigen.
