Ga naar de inhoud
Aan de slag met de Omgevingswet
Zoeken in deze site
Kruimelpad
Home  Thema's  Water  Handreiking Lozingen  Schrijven van een vergunning of een maatwerkbesluit  Oppervlaktewaterkwaliteit 
Menu
  • Home
  • Actueel
  • Bijeenkomsten
  • Regelgeving
  • Digitaal stelsel
  • Implementatie
  • Thema's
  • Contact

Oppervlaktewaterkwaliteit en omgevingsverordening

De provincie kan in de omgevingsverordening regels stellen voor het beschermen van de kwaliteit van het oppervlaktewater.

Omgevingswaarde

De provincie kan in de omgevingsverordening aanvullende of strengere omgevingswaarden stellen dan de rijksomgevingswaarde (artikel 2.9 Bkl). Bij de vaststelling daarvan betrekt de provincie de economische effecten. Denk hierbij aan effecten op het vestigingsklimaat en de werkgelegenheid.

Voorbeeld omgevingswaarde

De provincie kan bijvoorbeeld een waarde voor de aanwezigheid van plastic in water vaststellen. Of strengere waarden voor stikstof of fosfaat dan de rijksomgevingswaarden voor deze stoffen.

Vergunningplicht

De provincie kan in de omgevingsverordening een verbod opnemen om een activiteit te verrichten zonder vergunning. Dit kan bijvoorbeeld een manier zijn om uitvoering te geven aan artikel 11 lid 3g van de Kaderrichtlijn Water (KRW). Dat artikel gaat over het rechtstreekse lozen van verontreinigende stoffen uit puntlozingen. Artikel 7.12 van het Bkl geeft aan welke beoordelingsregels de provincie dan in de omgevingsverordening moet opnemen.

Regels over activiteiten die de oppervlaktewaterkwaliteit beïnvloeden

De provincie kan in de omgevingsverordening regels stellen aan activiteiten die de KRW-oppervlaktewaterkwaliteit beïnvloeden. Dit zijn dan activiteiten die de  doelen voor oppervlaktewater van de KRW kunnen bedreigen. Of die eigen (andere maatschappelijke) ambities in de weg staan. Het regionaal waterprogramma is hierin leidend, aangezien het regionale waterprogramma uitvoering geeft aan de EU-richtlijnen.

Instructieregels voor gemeente

De provincie kan in de omgevingsverordening instructieregels stellen voor de gemeente. Dit kan gaan over een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan (artikel 2.23 lid 3c Omgevingswet). De provincie moet dit onderbouwen. Bijvoorbeeld als voor een specifiek innamepunt voor drinkwatervoorziening bepaalde beschermende regels in het omgevingsplan nodig zijn.

Instructieregels voor waterschap

De provincie kan instructieregels in de omgevingsverordening opnemen die zich richten op de waterschapsverordening van het waterschap. Dit kan nodig zijn voor wateractiviteiten in gebieden waar bekend is dat hier verontreinigingen in KRW-oppervlaktewaterlichamen zijn.

Meer informatie

  • Algemene informatie over het instrument omgevingsverordening
  • Regels voor activiteiten


Delen

  • Delen op Facebook
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Twitter

PDF maken

  • PDF maken

Vraag het onze experts!

Heeft u een vraag over de Omgevingswet of onderliggende wetgeving? Of wilt u iets weten over praktische toepassingen of digitale voorzieningen?

Vragenformulier

Tel: 088 - 797 07 90
Bereikbaar op werkdagen van 09.00 tot 17.00 uur.

Alle informatie om je voor te bereiden op de Omgevingswet.

Interbestuurlijke samenwerking

Het programma Aan de slag met de Omgevingswet is een samenwerkingsverband van gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen (UvW) en het Rijk. Het programma ondersteunt overheden, maatschappelijke partners, bedrijven, initiatiefnemers en belanghebbenden om te kunnen werken met de wet.

Over deze site

  • Programma Aan de slag
  • Informatiepunt Ow
  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Contact
  • Archief

Volg ons

  • @aandeslagow
  • Omgevingswet op LinkedIn
Rijksoverheid
Unie van Waterschappen
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg