Bepalen of het een IPPC-installatie is
IPPC-installaties zijn de grotere industriële bedrijven die vallen onder de Richtlijn industriële emissies. Een IPPC-installatie omvat 1 of meer activiteiten uit bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies (Rie). Wel moet de activiteit boven de drempelwaarde van de IPPC-categorie uitkomen. Door de definitie van een IPPC-installatie vallen hieronder ook activiteiten die hiermee rechtstreeks samenhangen.
Rie bepaalt of het een IPPC-installatie is
Het gaat om een IPPC-installatie als:
- Het bedrijf 1 of meer van de activiteiten uit bijlage 1 van de Rie uitvoert, en
- De activiteit boven de drempelwaarde uitkomt. Een aantal IPPC-categorieën hebben geen drempelwaarde
Definitie IPPC-installatie
De definitie van IPPC-installatie staat in de bijlage van artikel 1.1 van de Omgevingswet. De Omgevingswet verwijst hier naar de definitie van installatie in artikel 3 onder punt 3 van de Rie. De definitie van het begrip IPPC-installatie omvat ook activiteiten die hiermee rechtstreeks samenhangen.
Optelregel bij bepaling capaciteit
Bij het toetsen aan de drempelwaarde geldt een optelregel. Deze geldt als verschillende activiteiten plaatsvinden die binnen dezelfde IPPC-categorie vallen. Dit staat in de eerste alinea van bijlage 1 van de Rie.
Veehouderijen
Categorie 6.6 gaat over de intensieve veehouderijen. Deze categorie heeft 3 subcategorieën:
- Categorie 6.6 a: pluimvee
- Categorie 6.6 b: mestvarkens
- Categorie 6.6 c: zeugen
De optelregel geldt hier alleen per subcategorie. Dit betekent dat de overheid pluimvee, mestvarkens en/of zeugen niet bij elkaar optelt bij toetsing aan de capaciteitsdrempel. Als een veehouder 2 stallen heeft met zeugen, geldt de optelregel wel.
Deze interpretatie staat in een document van de Europese Commissie uit 2007: Guidance on Interpretation and Determination of Capacity under the IPPC Directive. Ook volgt dit uit de uitspraken van de Raad van State:
- ABRvS 200508099/1, 3 mei 2006, Barneveld
- ABRvS, 200507170/1, 17 mei 2006, Gemert-Bakel
- ABRvS, 200508481/1, op 21 juni 2006, Bergeijk
- ABRvS, 200601488/1, 23 september 2006, Asten
Stookinstallaties
Voor stookinstallaties telt de capaciteit van alle installaties mee bij toetsing aan de capaciteitsdrempelwaarde. Dit is niet het geval als het bevoegd gezag wil bepalen of het gaat om een stookinstallatie die valt onder hoofdstuk 3 van de Rie: de grote stookinstallaties.
Juridische of technische begrenzing
Bij het bepalen van de capaciteit gaat het bevoegd gezag uit van de 24-uurs capaciteit, behalve als deze technisch of juridisch beperkt is. Dit is namelijk de enige betrouwbare eenheid.
Technisch beperkt
De 24-uurs capaciteit kan technisch beperkt zijn. Zo kan een productielijn voor vleesverwerking technisch een beperking hebben door de koel- of vriescapaciteit van de installatie. Het bedrijf kan wel meer vlees verwerken, maar vervolgens kan het bedrijf dit vlees niet koelen of invriezen. De koel- of vriescapaciteit beperkt daarmee de capaciteit van de vleesverwerking.
Juridisch beperkt
Ook kan de capaciteit een juridische beperking hebben: de werkelijke productietijd krijgt een beperking met juridische instrumenten. Dit kan bijvoorbeeld een vergunningvoorschrift zijn. Voorwaarde is dat meet- en registratievoorschriften moeten aantonen dat de vergunde capaciteit op geen enkel moment overschreden is. Ook kunnen andere juridische instrumenten beperkend zijn. Voorbeelden zijn beperkingen door de Arbeidstijdenwet. Ook hier is de voorwaarde dat dit een betrouwbare, controleerbare indicator moet zijn.