Lozingsvoorschriften grafische processen (paragraaf 4.10 Bal)
De grafische industrie past verschillende druktechnieken toe. Denk aan rotatiediepdruk, vellenoffset of zeefdruk. Hierbij komen verontreinigende stoffen in het afvalwater terecht. Er gelden maatregelen om dit te voorkomen of te minimaliseren. Voor grafische processen gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.10 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Op deze pagina:
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Afvalwater drukkerijen
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Verboden en voorwaarden
- Controleaspecten
- Let op: er gelden ook andere voorschriften
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels voor de grafische industrie gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.10 van het Bal valt
- uw activiteit onder paragraaf 3.4.10 Grafische industrie valt
Deze voorschriften zijn niet van toepassing als de activiteit als vergunningplichtig is aangewezen in hoofdstuk 3.
Afvalwater drukkerijen
Het afvalwater van drukkerijen is hoofdzakelijk afkomstig van:
- het spoelwater van plaatontwikkeling
- het reinigen en spoelen van drukvormen
- gebruikt vochtwater
- het reinigen van vochtwater- en inktreservoirs
- het reinigen van rollen in drukpersen
Reiniging van onderdelen vindt vaak plaats met automatische wasinstallaties, waarbij mogelijk oplosmiddelen gebruikt worden. Het schoonmaken gebeurt soms ook handmatig. De samenstelling van het afvalwater is grotendeels afhankelijk van de toegepaste grond- en hulpstoffen (inkten) en van de methode van reiniging. Al deze stoffen kunnen in het afvalwater terechtkomen.
Bij het reinigen met oplosmiddelen wordt de verontreinigde vloeistof als gevaarlijk afval beschouwd. Ook watergedragen inkten kunnen nog oplosmiddelen bevatten. Vaak is dit ethanol. Ethanol zorgt dat water de gebruikte inkten kan verdunnen.
Offset
Bij vellenoffset maakt een medewerker de offsetplaten gebruiksklaar. Daarbij kunnen plaatontwikkelaar, spoelwater, ets- en correctiemiddelen in het afvalwater terechtkomen. Vroeger bevatte het spoelwater zilver. Dat kwam vrij bij het ontwikkelen en afdrukken van fotografisch materiaal.
Zilver komt nog nauwelijks in het afvalwater voor. Omdat de vormvervaardiging bij offset is vervangen door computer-to-plate (CTP)-systemen. Digitale beelden komen zo rechtstreeks op de drukvorm terecht. Zonder een tussenstap via fotografische films.
Diepdruk en flexodruk
Bij diepdruk en flexodruk ontstaat afvalwater bij het reinigen van vervuilde onderdelen. De vervuilde onderdelen worden in speciale afdelingen schoongemaakt. De onderdelen kunnen vervuild zijn met zeer verschillende soorten inkt, lak of lijm. Het reinigen gebeurt daarom vaak in een paar opeenvolgende stappen.
Rotatiezeefdruk
Bij (rotatie)zeefdruk maakt een medewerker het zeefdrukraam schoon. Daarbij wordt de eerder aangebrachte inkt met oplosmiddelen verwijderd.
Om de vorm weer voor een volgende drukgang te kunnen gebruiken, wordt het zeefdruksjabloon gestript door de emulsie te verwijderen met natriumperjodaat en water. Vervolgens wordt het zeefdrukraam vaak nabehandeld voor de verwijdering van hardnekkige inktresten en 'spookbeelden'. Daarna wordt het schone zeefdrukraam met water nagespoeld.
Beste beschikbare techniek (BBT)
BBT is voorkomen dat inkten, oplosmiddelen, lijmen of hulpstoffen die schadelijk zijn voor het aquatisch (geheel of gedeeltelijk onder water) milieu, in het afvalwater terechtkomen.
Waterloze offset is een voorbeeld. Komt er toch nog vochtwater met daarin isopropyl alcohol voor? Dan moet de lozer beoordelen of het toch mogelijk is om het gebruik van deze zeer zorgwekkende stof (ZZS) te beëindigen. Of dit mogelijk is, hangt af van de bedrijfsspecifieke situatie.
Het zuiveringtechnisch werk is niet ingericht om de door de grafische industrie gebruikte grond- en hulpstoffen te zuiveren. Bij het lozen van afvalwater waarin deze stoffen zitten, komt een deel ervan daarom in het oppervlaktewater terecht. Dit is niet wenselijk.
Daarom is BBT om inktresten in meerdere stappen te verwijderen. Het afwater dat in de verschillende stappen vrijkomt, moet zoveel mogelijk worden hergebruikt.
Verboden en voorwaarden
Er mogen geen hulpstoffen met chroom worden gebruikt (artikel 4.166 van het Bal).
Er is een werkinstructie voor de medewerkers van het bedrijf (artikel 4.169 van het Bal). Die gaat over het voorkomen van verontreinigd afvalwater. In de werkinstructie is in ieder geval beschreven:
- de werkwijze voor het reinigen van de installaties voor grafische processen
- de getroffen maatregelen om het lozen van stoffen te beperken
Extra verboden en voorwaarden voor zeefdruk
Gebruikte reinigingsmiddelen hebben een vlampunt van hoger dan 55 °C.
Om afvalwater bij zeefdrukken te beperken (artikel 4.170 van het Bal), moet een bedrijf bij het reinigen van zeefdrukramen:
- de inkt in stappen verwijderen
- het verwijderen van inkt en het strippen van het sjabloon procesmatig scheiden
Aan deze 2 punten wordt voldaan, als de inkt aan de zeefdrukmachine wordt verwijderd en een automatische drukvormwasinstallatie of een drukvormspoelmeubel wordt gebruikt.
In de memorie van toelichting bij artikel 4.170 van het Bal staat dat een bedrijf:
- moet zorgen dat toegepaste stoffen ingedeeld in saneringsinspanning Z en A, volgens de Algemene BeoordelingsMethodiek (ABM), niet worden geloosd
- moet proberen te voorkomen dat toegepaste stoffen worden geloosd, ingedeeld in saneringsinspanning B volgens de ABM
Alleen het naspoelwater afkomstig van het polijsten, ontvetten of ontwikkelen van zeefdrukgaas of het strippen van een sjabloon mag een bedrijf lozen in een vuilwaterriool (artikel 4.171 van het Bal). Tenzij de gebruikte inkt niet geloosd mag worden. Bij lozen in een vuilwaterriool mag het bedrijf alleen biologisch afbreekbare ontvettingsmiddelen of ontvettingsmiddelen zonder organisch oplosmiddel gebruiken. Dit blijkt uit de memorie van toelichting bij dit artikel.
Is er een maatwerkvoorschrift gesteld waarin een andere lozingsroute is toegestaan? Dan wordt het naspoelwater geloosd in een vuilwaterriool of via die andere route.
Controleaspecten
Let bij het controleren van de lozingsvoorschriften voor grafische processen goed op de volgende zaken:
- Is er een werkinstructie? De wijze van reinigen en de keuze van hulpstoffen zijn vooral van belang. Binnen het bedrijf moet duidelijkheid bestaan over de vraag waarom bepaalde stoffen toegepast worden, ondanks hun schadelijkheid voor het milieu en welke preventiemaatregelen zijn genomen om het lozen te voorkomen of te beperken.
- Leveranciers zijn op grond van de verordening REACH (Verordening (EG) nr. 1907/2006) verplicht bij hun producten (stoffen of mengsels) veiligheidsinformatiebladen met milieu-informatie te leveren.
- Deze informatie moet ook duidelijk maken of een stof geloosd mag worden. En op welke wijze een stof in de afvalfase verwijderd moet worden (als bedrijfsafval of als gevaarlijk afval).
- Het lozen van naspoelwater met geringe hoeveelheden inkt is meestal geen probleem. Tenzij in de milieu-informatie op het productveiligheidsblad van de inkt is aangegeven dat de stof niet mag worden geloosd.
Uitgangspunt is dat de maatregelen die als BBT worden beschouwd, in ieder geval worden toegepast.
- Worden er bij offset naast CTP-systemen ook nog andere werkvormen gebruikt?
- Komt daarbij zilver vrij?
- Is daarvoor maatwerk opgesteld?
- Houdt de lozer zich aan dit maatwerk?
- Zijn er volgens de aanwezige productveiligheidsbladen van stoffen, middelen aanwezig waarin chroom zit?
Chroom is een ZZS. Er is geen noodzaak meer om deze middelen te gebruiken, daarom is hiervoor een verbod opgenomen.
Controleaspecten voor zeefdruk
Voor zeefdruk gelden ook de volgende controleaspecten:
- Wordt bij het reinigen van de zeefdrukramen de inkt in stappen verwijderd?
- Zijn het verwijderen van inkt en het strippen van het sjabloon procesmatig gescheiden?
- Spoelwater dat restanten inkt bevat, mag niet worden geloosd. De stoffen in de zeefdrukinkt zijn vaak milieubezwaarlijk voor water, vanwege de slechte afbreekbaarheid en de toxiciteit.
- Worden er géén reinigingsmiddelen met een vlampunt van hoger dan 55 °C gebruikt?
- Het gaat hier eigenlijk om een verbod op schoonmaak- en verdunningsmiddelen met di- of trichloormethaan of vluchtige mono-aromaten en K1-reinigingsmiddelen.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast lozingsvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Die vindt u op de pagina Inhoudelijke regels voor grafische processen.
Begrip: Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Lees meer over het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Begrip: Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS)
Zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) zijn stoffen die erg gevaarlijk zijn voor mens en milieu omdat ze bijvoorbeeld kankerverwekkend zijn, de voortplanting verstoren of zich in de voedselketen ophopen.
Het RIVM heeft een webpagina over zeer zorgwekkende stoffen. Op die pagina staat ook een link naar een ZZS-lijst.