Lozingsvoorschriften afvalwater van het reinigen van drinkwaterleidingen
Voor het reinigen van drinkwaterleidingen gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 22.3.8.7 van de bruidsschat omgevingsplan en afdeling 2.11 van de bruidsschat waterschapsverordening.
Op deze pagina
- Wanneer gelden de regels
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Verboden en voorwaarden
- Maatwerk
- Controleaspecten
Bij het schoonmaken van leidingen kan onderscheid gemaakt worden tussen afvalwater van leidingen uit het transportnet en van leidingen uit het distributienet.
Vanuit de productiestations wordt het drinkwater via transportleidingen naar het distributienet gepompt.
Het transportnet heeft een grotere leidingdiameter en minder vertakkingen en aansluitingen. Het distributienet verdeelt de hoofdstroom naar de veel eindgebruikers. Het heeft veel vertakkingen en verloopt van grotere naar kleinere diameters.
In grote lijnen levert het schoonmaken van leidingen uit het transportnet lozingen op van 100 m3 of meer. Lozingen van afvalwater van distributieleidingen blijven daaronder. De regels gaan over beide netten.
Wanneer gelden de regels
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) bevat geen regels voor het lozen van afvalwater van het reinigen van drinkwaterleidingen. Deze regels zijn decentraal en staan in paragraaf 22.3.8.7 bruidsschat omgevingsplan en afdeling 2.11 bruidsschat waterschapsverordening.
Ze gaan over het schoonmaken en gebruiken van middelen voor het opslaan, transporteren en distribueren van drinkwater of warm tapwater, zoals bedoeld in artikel 1 van de Drinkwaterwet. Het kan ook gaan om huishoudwater, zoals bedoeld in artikel 1 van het Drinkwaterbesluit.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Direct terugbrengen van het afvalwater in het milieu (bodem of oppervlaktewater) is BBT.
Verboden en voorwaarden
Afvalwater van het schoonmaken en van drinkwaterleidingen of leidingen voor warm tapwater, wordt op of in de bodem geloosd. Of in een schoonwaterriool of in een oppervlaktewaterlichaam. Dit is de voorkeursroute.
Bij het lozen op of in de bodem mag geen wateroverlast ontstaan.
Er mogen geen chemicaliën worden toegevoegd aan het water. Het water dat wordt gebruikt voor het schoonmaken en daarna wordt geloosd op of in de bodem, een schoonwaterriool, of op een oppervlaktewaterlichaam.
Is het lozen op of in de bodem, in een schoonwaterriool, of op een oppervlaktewaterlichaam redelijkerwijs niet mogelijk? Dan alleen mag het afvalwater in een vuilwaterriool worden geloosd.
Maatwerk
Zijn er desinfecteermiddelen gebruikt? Dan kan het bevoegd gezag het lozen met een maatwerkvoorschrift toestaan. Dit mag alleen als het belang van de bescherming van het milieu niet in het geding komt. Dit belang moet echt meegewogen worden.
Controleaspecten
Let bij het lozen van afvalwater afkomstig van het reinigen van drinkwaterleidingen op de volgende zaken:
- Wordt de voorkeursroute gevolgd? Lozen in het vuilwaterriool is mag alleen als lozen in de bodem, oppervlaktewater of een hemelwaterriool redelijkerwijs niet mogelijk is.
- Veroorzaakt de lozing wateroverlast?
- Bevat het afvalwater desinfecteermiddelen? Zo ja, is voor de lozing maatwerk verleend?