Handhaving vetscheiders (vetafscheiders)
Een nieuwe vetafscheider moet voldoen aan de NEN-EN 1825-1 en -2. Een oude vetafscheider moet voldoen aan de oude NEN. Dat is in de geest van de wet.
Op deze pagina:
- Zonder afscheider vet in afvalwater voorkomen
- Onderhoud
- Controlevoorziening
- Geuroverlast door het afvalwater
- Opbouw inspectie
Voor vetafscheider en slibvangput kan maatwerk worden opgesteld. Ook is er in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal, artikel 4.407) overgangsrecht opgenomen.
Zonder afscheider vet in afvalwater voorkomen
Bij kleinschalige voedselbereiding is het mogelijk om helemaal geen vethoudend water te lozen. Bijvoorbeeld in de horeca. Dit kan door bewust gedrag. De samenstelling van het afvalwater is dan hetzelfde als huishoudelijk afvalwater. Daar is ook geen vetscheider nodig. Het bevoegd gezag kan dan afwijken van de verplichting om via een vetafscheider te lozen. Dit kan op basis van paragraaf 3.4.2 van het Bal.
Voorbeelden van preventiemaatregelen
- Bij restaurants en horecagelegenheden maaltijdrestanten eerst zoveel mogelijk droog verwijderen. Pas daarna het servies afwassen.
- Zorgvuldiger omgaan met reinigingsmiddelen. Overdosering hiervan zorgt voor emulgeren (vermenging) van het vet met het afvalwater. De kans bestaat dat dit vet verderop in het riool stolt en tot verstopping leidt.
- Geen versnijdende apparatuur toepassen (gootsteenvermaler). In het Activiteitenbesluit stond een verbod op het toepassen van versnijdende of vermalende apparatuur. Dat verbod staat nu in artikel 22.147 van de bruidsschat.
Meer informatie over het maatwerkvoorschrift
Meer informatie over het verschil tussen maatwerkregel en maatwerkvoorschrift
Onderhoud
In NEN-EN 1825-1 en -2 staat dat de afscheider minstens 1 keer per maand moet worden:
- geïnspecteerd
- geleegd
- schoongemaakt
Een bedrijf mag zelf het onderhoud uitvoeren. De inhoud van de slibvangput en vetafscheider mag het bedrijf met het bedrijfsafval afvoeren (via een erkende inzamelaar). Bij het legen van de vetafscheider vindt ook controle plaats op technische gebreken. Die gebreken moet het bedrijf zo snel mogelijk aanpakken.
Grenzen voor onderhoud
- De vulling van de slibopvangruimte mag maximaal 50% zijn.
- De vulling van de vetopslagruimte (tussen de schotten) mag maximaal 80% zijn.
De fabrikanten bepalen deze grenzen per type vetafscheider. Het overschrijden van de NEN-grenzen geeft aan dat er geen goed onderhoud is.
Bij handhaving van vetafscheiders, meet het bevoegd gezag de dikte van de vetlaag. De 80% vulling van de vetopslagruimte betekent een vetlaagdikte van ongeveer 16 cm.
Controlevoorziening
Of een afscheider goed werkt, valt niet af te leiden uit het effluent (uitvloei afvalwater) van een afscheider. De vetconcentratie daarin wisselt namelijk sterk. En is afhankelijk van het soort werkzaamheden. Vetgehaltes in 2 direct na elkaar genomen monsters kunnen daardoor sterk van elkaar verschillen. Zelfs als de vetafscheider of slibvangput:
- goed gedimensioneerd is
- net schoongemaakt is
Een monster geeft daarom geen juist beeld. En kost teveel inspanning vergeleken met het resultaat. Daarom bestaat er ook geen eis voor het vetgehalte in het effluent. Hiermee vervalt de noodzaak van een controlevoorziening.
Eerste controle
Bij het plaatsen van een nieuwe of het aanpassen van een bestaande vetafscheider, zijn dit de controlepunten:
- Klopt de dimensionering van de afscheider? In een rapport moet staan waarom de vetafscheider geschikt is voor deze situatie.
- Is de afscheider goed geplaatst? Klopt de aansluiting van aan- en afvoerleidingen?
- Komt er alleen afvalwater van deze activiteit door de afscheider, dus geen afvalwater van sanitair of regenwater?
- Hebben nieuwe vetafscheiders een CE-markering? De ondernemer kan hiermee aantonen dat de vetafscheider voldoet.
- Wordt de vetafscheider regelmatig geleegd? Volgens NEN-EN 1825-1 en -2 moet dit minstens 1 keer per maand. Op voorwaarde dat de werking goed blijft, mag dit minder vaak.
Tijdens bouwfase
Punten 1 tot en met 4 zijn belangrijk in de (ver)bouwfase. De lozingssituatie moet daarom in de rioleringstekening staan. Bouwinspectie kan met een wachtmoment (bouwinspectieterm). Daarna kan de aannemer verder bouwen. Hierdoor is zeker dat de installatie in orde is bij oplevering.
De vetafscheider moet voldoen aan den NEN-EN 1825-1 en een CE-markering hebben. Ook moet er een prestatieverklaring zijn.
Administratief toezicht
Bij punten 1, 2, 4 en 5 is er administratief toezicht. De ondernemer moet de documenten voor de CE-markering kunnen tonen. Dit geldt ook voor afvaldocumenten, instructie van personeel en borging daarvan in de organisatie.
Documenten opvragen
Kan de ondernemer de documenten niet tonen? Dan kan de ondernemer die zelf opvragen bij de leverancier of fabrikant. Ook de handhaver kan aan de leverancier of fabrikant vragen om gegevens over de CE-markering van de vetafscheider.
Kan de fabrikant of leverancier deze documenten niet leveren? Dan voldoet de vetafscheider niet aan de NEN-EN 1825-1. Dit wordt gemeld bij de Inspectie Leefomgeving en Transport.
Herhaalde controles
Bij een vervolgcontrole let het bevoegd gezag op het beheer van de installatie.
- In de NEN-EN-1825 staat dat de afscheider eens per maand geleegd moet worden. Dan moet ook meteen gecontroleerd worden op gebreken. Met een maatwerkvoorschrift wordt deze eis soepeler, of juist strenger. Dat hangt af van de samenstelling van het afvalwater.
- Is de afscheider beschadigd of aangetast?
- Hoe dik zijn de sliblaag en vetlaag? Volgens de NEN mag de slibopvangruimte voor maximaal 50% gevuld zijn. En de vetopslagruimte (tussen de schotten) voor maximaal 80%. Dit betekent een vetlaagdikte van ongeveer 16 cm. Klopt dit niet? Dan gaat het onderhoud van de vetafscheider niet volgens de regels.
Meting en monstername
Het meten van de vetlaagdiktes kan bijvoorbeeld met een peilstok of laagdiktemeter. Het nemen van een monster is niet nodig. Er is geen lozingseis voor het vetgehalte in het effluent.
Geuroverlast door het afvalwater
Het afvalwater van deze activiteit kan bij lozing op het vuilwaterriool zorgen voor een stinkend riool. Dit zorgt over grote afstand voor geuroverlast. Volgens de zorgplicht in het Bal (artikel 2.11 Bal), kan het bevoegd gezag maatwerkmaatregelen voorschrijven om deze geuroverlast te beperken.
Opbouw inspectie
- Dossieronderzoek: gegevens afscheider bekend? Resultaten en afspraken eerdere controles?
- Resultaten en afspraken eerdere inspecties
- Nieuwe afscheider: punten 1 tot en met 4 Eerste controle.
- Administratieve controle:
- is er een rapport over de vetafscheider?
- gegevens afscheider: prestatieverklaring, CE-markering, dimensionering, leeftijd
- eventueel meten van de vetlaagdikte
- vetafval kan mee met het bedrijfsafval. Dan is er geen aparte bon of nota
- vraag naar borging onderhoud binnen bedrijf (wie regelt dit, is er een onderhoudscontract?)
- controleer laagdikte vet (maximaal 16 cm) en vulling slibopvangruimte (maximaal 50%). Deze normen hebben te maken met de eisen waaraan het product moet voldoen, op basis van het ontwerp door de fabrikant. Boven deze waarden kan de afscheider het afvalwater niet goed scheiden.
- Overgangsrecht.
- is er vetafscheider die niet aan de huidige norm voldoet?
- voldoet de vetafscheider aan de eisen van het overgangsrecht?
Begrip: Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Lees meer over het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).