Vaststellen van de omgevingsverordening
Als provincie stelt u 1 omgevingsverordening vast. Daarbij moet u rekening houden met het beleid van andere bestuursorganen. Ook moet u rekening houden met de verdeling van taken en bevoegdheden zoals die in de Omgevingswet staat.
Procedure
De Provinciale Staten stellen de omgevingsverordening vast. Daarbij is het belangrijk om rekening te houden met de taken, bevoegdheden en het beleid van andere bestuursorganen (artikel 2.2 Omgevingswet). De bevoegdheid om de omgevingsverordening te maken, kunnen ze delegeren aan de Gedeputeerde Staten (artikel 2.8 Omgevingswet). Daarvoor moeten de Provinciale Staten een apart delegatiebesluit nemen.
Voor de totstandkomingsprocedure van een omgevingsverordening (artikel 16.32 Omgevingswet) geldt de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Heeft u een ontwerp van een omgevingsverordening gemaakt? Dan doet u daar mededeling van in het provinciaal blad (artikel 10.3a Omgevingsbesluit).
Inspraak en beroep omgevingsverordening
Er zijn een paar dingen om rekening mee te houden over inspraak en beroep tegen de omgevingsverordening:
- Er kan inspraak worden gedaan tegen het ontwerp van de omgevingsverordening (artikel 16.23 Omgevingswet in combinatie met artikel 16.22 Omgevingswet).
- Tegen een omgevingsverordening staat geen beroep open (artikel 8:3, eerste lid, aanhef en onder a, Awb).
- Het is niet zeker of er beroep mogelijk is tegen de aanwijzing van een (beperkingen)gebied. De jurisprudentie is hier nog niet duidelijk over.
Publiceren omgevingsverordening
U publiceert uw omgevingsverordening via de Landelijke voorziening bekendmaken en beschikbaar stellen. Hiervoor gebruikt u een nieuwe standaard, de Standaard officiële publicaties met Toepassingsprofielen voor Omgevingsdocumenten (STOP/TPOD).
Lees meer over de omgevingsverordening in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Participatie
In de Omgevingswet staan geen extra participatieverplichtingen voor de omgevingsverordening. Als provincie kunt u uw eigen keuzes maken over de invulling van het participatieproces. Bij het vaststellen van de omgevingsverordening geeft u aan hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding zijn betrokken, en wat de resultaten daarvan zijn. Daarbij beschrijft u hoe invulling is gegeven aan het provinciale participatiebeleid (artikel 10.3b Omgevingsbesluit).
Meer informatie over vormen van participatie en praktijkvoorbeelden vindt u in de Inspiratiegids Participatie Omgevingswet.
Geen overgangsrecht
Er is geen overgangsrecht voor bestaande provinciale verordeningen die opgaan in de omgevingsverordening op basis van de Omgevingswet.