Gemeente Leidschendam-Voorburg en regio Haaglanden bouwen aan een vliegwiel van vertrouwen
Gemeente Leidschendam-Voorburg en de bredere regio Haaglanden blijven als verbinder stappen zetten in de implementatie van de Omgevingswet. Naar aanleiding van het werkbezoek van directeur-generaal Ruimtelijke Ordening Marjolein Jansen (BZK) gingen we in gesprek met Cassandra Jautze, teamleider Vergunningen, en wethouder Philip van Veller. Zij vertellen ons meer over de ingrediënten van een sterke regionale samenwerking, persoonlijke hulp voor initiatiefnemers en het vliegwiel van vertrouwen.
Daar tekenen we voor
In de afgelopen vijf jaar heeft de gemeente actief haar verantwoordelijkheid genomen in de regionale samenwerking met Omgevingsdienst Haaglanden en andere ketenpartners. Samen hebben zij verschillende vraagstukken besproken rondom het Omgevingsloket – met testen en kennissessies. De betrokken partijen ondertekenden op een eerder moment een Regionale Intentieverklaring in Leidschendam-Voorburg. Die benadrukt volgens wethouder Philip van Veller de vastberadenheid van de regio om samen de implementatie verder aan te pakken. ‘Een intentie is altijd mooi. Dan heb je het over het basisprincipe: vertrouwen. En daarmee kun je samen in gesprek over visie. Maar het vliegwiel van vertrouwen gaat pas echt draaien door de resultaten die je boekt.’
Aan tafel
Op de eerste lentedag – donderdag 21 maart – bracht directeur-generaal Ruimtelijke Ordening Marjolein Jansen (BZK) een bezoek aan de gemeente. Een handdruk met belangstelling en steun voor het implementatieproces van de Omgevingswet in de regio. Wethouder Philip van Veller, directeur Ruimte Marcel Schuring en medewerkers van de gemeente Leidschendam-Voorburg namen Marjolein Jansen mee in een fictieve casus binnen de Omgevingswet.
Elke stap binnen de aanvraag zat in een envelop. Ze deden de Vergunningcheck en er vond een concept- vooroverleg plaats aan de ‘initiatieventafel’. Van Veller: ‘Bij ons zitten medewerkers uit verschillende invalshoeken in het echt ook letterlijk met elkaar aan tafel. Marjoleins initiatief was uit haar eigen leven gegrepen. Mooi om te zien hoe al die invalshoeken bij elkaar komen. Zo zoom je in op het initiatief van een burger, terwijl je ook strategisch kijkt naar de gemeentelijke visie en het grotere plaatje. Dat is toch de essentie van de Omgevingswet.’
Volgens Cassandra Jautze, teamleider Vergunningen bij de gemeente, was het verhelderend om met elkaar in gesprek te gaan. ‘In de fictieve casus en het vervolggesprek kwamen vragen aan bod over het plaatsen van een dakkapel en het doen van een sloopmelding met aanverwante vraagstukken over asbest en benodigde flora- en fauna-onderzoeken. Vraagstukken die de collega’s regelmatig van initiatiefnemers en burgers horen. Er komen veel vragen binnen sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Het aantal telefoontjes en websitebezoeken hebben we zien stijgen met 50%. Daarnaast hebben ook wij in december een piek in aanvragen onder de oude wet gehad. ’ Van Veller: ‘Als gemeente zijn wij het eerste overheidsgezicht voor onze inwoners. Daarbij moeten wij hen soms ook meenemen in besluiten waar wij als gemeente niet verantwoordelijk voor zijn.’
Van project naar de lijn
Van Veller kijkt met een tevreden blik terug op de vooruitgang. Maar blijft ook waakzaam op de uitdagingen. ‘Het beste moet niet te ver liggen van het goede. Zelfs bij vrij basale aanvragen zijn allerlei aspecten aan de orde. In mijn buurt wilde iemand een oprit realiseren. En hij vroeg mij – als lokale bestuurder – of ik wilde helpen bij de Vergunningcheck. Bij zo’n voortuintje van drie vierkante meter komt heel wat kijken. Bij wijze van spreken tot aan het beschermde nest van een mogelijke bosuil. Het wordt compact gebracht, maar het is zo’n complexe wet.
Dat zie je volgens van Veller terug in de samenwerking met de keten. ‘We zijn afhankelijk van elkaar.’ Ook op het gebied van participatie worden stappen gezet. ‘We blijven een klein land met schaarse ruimte. Op sommige plekken in onze gemeente wonen we bovenop elkaar. Ook dat brengt de nodige zorgen en uitdagingen. We moeten van de Omgevingswet geen wonderen verwachten. Er blijft een overheid nodig die het algemeen belang bewaakt en die de knoop doorhakt.’
De knop is om
Volgens Jautze gaan doen en leren hand in hand. ‘Zodra de knop omgaat, moet je ermee aan de slag. Je kunt veel van tevoren oefenen maar de echte vragen komen pas nu. Alles is nieuw, een nieuwe wet, nieuwe systemen, het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en onze eigen nieuwe systemen, die nog moeten worden gefinetuned. Dat is een flinke uitdaging en die zorgt ervoor dat we minder snel werken dan we gewend zijn. Gelukkig hebben we een positief ingesteld team, waarmee we de uitdaging aangaan. Al zouden we het wel fijn vinden als het stof straks een beetje is neergedaald.’
Volgens van Veller blijft de gemeente vastbesloten om samen een toekomstbestendige leefomgeving te creëren voor alle inwoners. ‘Ik hamerde er al op dat de wet door zou gaan. En ik ben blij dat we eindelijk van start zijn. Je bent nooit klaar. Het is belangrijk om je open te stellen, gaandeweg te leren en te optimaliseren. Dat is allemaal smeerolie om het uiteindelijk soepeler te laten verlopen.’