Ga naar de inhoud
Aan de slag met de Omgevingswet
Zoeken in deze site
Kruimelpad
Home  Digitaal stelsel  Toepasbare regels maken en aanleveren  Schrijfwijzer 
Menu
  • Home
  • Actueel
  • Bijeenkomsten
  • Regelgeving
  • Digitaal stelsel
  • Implementatie
  • Thema's
  • Contact

Juiste spelling en interpunctie in het Omgevingsloket

Door binnen het hele Omgevingsloket dingen op dezelfde manier op te schrijven, ontstaan er geen misverstanden. Iedereen geeft zo de goede informatie en het proces van aanvragen of melden blijft zo simpel mogelijk.

Tips voor correcte spelling en interpunctie

1. Afkortingen

Schrijf afkortingen de eerste keer voluit met de afkorting tussen haakjes erachter. Schrijf dus niet PGS maar Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS). Komt de lezer het begrip maar één keer tegen? Schrijf het begrip dan uit.

1.1. Afkortingen bij ingeburgerde woorden

Algemeen bekende afkortingen kunt u gewoon gebruiken. Deze afkortingen schrijft u met een kleine letter en zonder punten.

Bijvoorbeeld:

  • pet (polyethyleentereftalaat) zoals in petfles
  • pin (persoonlijk identificatienummer)
  • led (light-emitting diode)

1.2. Afkortingen van wetten en besluiten

Voor afkortingen van wetten en besluiten is de manier het in de wet of het besluit staat leidend. Schrijf alleen de eerste letter van afkortingen van wetten en besluiten met een hoofdletter.

Bijvoorbeeld:

  • Omgevingswet (Ow)
  • Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)

1.3. Taalkundige afkortingen

Gebruik geen taalkundige afkortingen zoals z.s.m., m.m.v., bijv. Schrijf deze voluit.

2. Gebiedende wijs bij getallen afronden

Als een lezer een getal moet afronden, gebruikt u de gebiedende wijs.
Bijvoorbeeld:

  • Rond het getal af in hele meters.
  • Rond het getal af in hele liters.

3. Afstand aangeven

Vraag naar afstanden in woorden, niet in tekens (>, <, =).

Bijvoorbeeld:

  • De afstand van X tot Y is groter/kleiner dan…
  • Wat is de oppervlakte van het gebied waarin u wilt bouwen?
    • 100m2 of kleiner
    • groter dan 100m2 maar kleiner dan 300m2
    • 300 m2 of groter

4. Geldbedragen

Geldbedragen schrijft u met een euroteken, gevolgd door een spatie en het bedrag. Hele bedragen krijgen een ‘-’ achter de komma. Duizendtallen schrijft u met een puntje voor iedere drie laatste nullen.

Bijvoorbeeld:

  • € 5,-
  • € 50,95
  • € 5.000,-

5. Opsommingen en bullets

Opsommingen met bullets zijn een handige en duidelijke manier om informatie kort en krachtig over te brengen. Het gebruik ervan is dus aan te raden.

5.1. Leestekens bij bullets

Gebruik bij bullets de volgende manier van schrijven:

Bij een hele zin met een werkwoord erin:

  • Gebruik een hoofdletter.
  • Zet een punt achter iedere regel.

Bij losse woorden gebruikt u een kleine letter zonder leestekens. Dus:

  • kleine letter

5.2. Andere afspraken voor opsommingen

Maakt u een opsomming met hele zinnen? Zorg er dan voor dat de opsomming een zin niet in meerdere stukken opdeelt.

Niet:

De regels betekenen dat u:

  • de put regelmatig moet controleren.

Wel:

De regels betekenen het volgende:

  • Controleer de put regelmatig.

Staat er in de opsomming dat een initiatiefnemer iets moet doen? Gebruik dan de gebiedende wijs in plaats van 'u moet'.

Bijvoorbeeld:

  • Controleer de put regelmatig.

En dus niet:

  • U moet de put regelmatig controleren.

6. Cijfernotatie

Schrijf getallen als cijfers (5, 20, 100, 5e, 20e ), ook als het gaat om numerieke waarden (zoals m2). Het getal 1 mag u wel schrijven als één. Duizendtallen krijgen een punt tussen het duizend en honderdtal.

Bijvoorbeeld:

  • 1.200 m3
  • 10.000 liter

7. Datumnotatie

Schrijf een datum als ‘dag maand jaartal’, dus 21 februari 2009 en 25 december 1961.

8. Eenheden

Noteer eenheden zoveel mogelijk al in de vraag zelf. Kan de lezer in meerdere eenheden antwoord geven? Geef dit dan in de vraag zelf aan en niet in de helptekst.

Soms moet de lezer een eenheid per tijdseenheid aangeven. Gebruik dan niet 'jaarlijks' of 'wekelijks', maar ‘per jaar’, ‘per week’, of welke tijdseenheid dan ook van toepassing is.

Bijvoorbeeld:

  • Hoeveel kg of ton grondstof slaat u in uw bedrijf op? Vermeld hierbij de eenheid, bijvoorbeeld kg of ton.
  • Hoeveel kg van de afvalstof ontstaat er binnen uw bedrijf per jaar?

Zet de meeteenheid zo dicht mogelijk bij de gevraagde informatie. Vraag bij maten, oppervlakte en inhoud of het 'meer dan' of 'groter dan' is.

Gebruik deze manier van schrijven voor meeteenheden:

  • maten: 10 cm, 10 dm, 10 meter, 10 km
  • oppervlakte: 10 m2 of 10 m2
  • inhoud: 10 liter (bij tankinhoud), 10 m3 of 10 m3
  • gewichten: 10 gram, 10 kg, 10 ton
  • contour: 10-5 contour (schrijf de -5 in superscript en een spatie tussen 10-5 en contour)

9. Hoofdletters

Gebruik alleen een hoofdletter voor een begrip als dat moet. Schrijf omgevingsvisie dus met een kleine letter, net als bestemmingsplan.

10. Meer informatie

Heeft een lezer de mogelijkheid om meer informatie te vragen? Schrijf dat dan zo op: 'Neem contact op met [INSTANTIE] voor meer informatie.' Deze tekst kunt u aanvullen met extra tekst en/of contactgegevens.

11. Schaal

Geef de schaal aan zonder spaties tussen het eerste getal, de ‘:’ en het tweede getal. Schaal 1 op 100 schrijf je dus op als 1:100.

12. Telefoonnummers

Schrijf telefoonnummers met spaties voor en na het streepje. Noteer ook een spatie tussen het derde en volgende getal van het nummer ná het streepje.

Bijvoorbeeld:

  • 012 - 345 6789
  • 0123 - 456 789

13. Tussen-s

Voor het gebruik van een tussen-s sluiten we aan bij de wettekst. Schrijf geen tussen-s bij vergunningvrij, vergunningplicht en vergunningplichtig, maar wel bij meldingsplicht.

14. Verbindingsstreepjes of haakjes

Gebruik geen verbindingsstreepjes of haakjes in woorden. Vermijd het afbreken van woorden op regeleinden. Schrijf dus: voordelen en nadelen.

15. Verwijzen

Gebruik geen aanhalingstekens als u naar andere onderdelen van de site verwijst. Schrijf de naam of titel van het deel van de site waar u naar verwijst altijd met een hoofdletter.


Vragen en opmerkingen

Heeft u een vraag of opmerking over de schrijfwijzer? Vul dan het contactformulier in.

Delen

  • Delen op Facebook
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Twitter

PDF maken

  • PDF maken

Vraag het onze experts!

Heeft u een vraag over de Omgevingswet of onderliggende wetgeving? Of wilt u iets weten over praktische toepassingen of digitale voorzieningen?

Vragenformulier

Tel: 088 - 797 07 90
Bereikbaar op werkdagen van 09.00 tot 17.00 uur.

Alle informatie om je voor te bereiden op de Omgevingswet.

Interbestuurlijke samenwerking

Het programma Aan de slag met de Omgevingswet is een samenwerkingsverband van gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen (UvW) en het Rijk. Het programma ondersteunt overheden, maatschappelijke partners, bedrijven, initiatiefnemers en belanghebbenden om te kunnen werken met de wet.

Over deze site

  • Programma Aan de slag
  • Informatiepunt Ow
  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Contact
  • Archief

Volg ons

  • @aandeslagow
  • Omgevingswet op LinkedIn
Rijksoverheid
Unie van Waterschappen
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg