LivingLab Implementatie Omgevingswet Rotterdam en Den Haag
De komst van de Omgevingswet vraagt om een grote verandering in de manier van denken en werken. Zeker in de grote steden waar veel partijen betrokken zijn bij complexe gebiedsontwikkelingen.
Vragen die hierbij naar voren komen zijn;
- Welke lokale afwegingen zijn belangrijk voor de steden?
- Hoe kan de opgave integraal worden benaderd?
- Hoe kan in een vroeg stadium de samenwerking met andere partijen worden aangegaan?
- En hoe kunnen intern de verschillende afdelingen samenwerken bij de uitvoering van de Omgevingswet?
Met dit project starten de gemeenten Den Haag en Rotterdam een Living Lab. Dit Living Lab is gericht op het uitwisselen van kennis en ervaring tussen en competentieontwikkeling van collega's van Rotterdam en Den Haag uit de ruimtelijke keten. Het Lab gaat over de veranderende wetgeving, ontwikkelingen in onze maatschappij, de theorie van samenwerken, de persoonlijke impact van de deelnemers en hun interventies voor een nieuwe werkpraktijk.
Het Lab bestaat uit meerdere bijeenkomsten en opdrachten waarin collega's uit Rotterdam en Den Haag oefenen met nieuwe manieren van samenwerken op basis van casuïstiek uit hun eigen praktijk. Ze doen meer kennis van de Omgevingswet op en krijgen meer inzicht in en ervaring met nieuwe manieren van samenwerken.
De doelstellingen van het Living Lab zijn:
- Het vergroten van inzicht in:
- De werking van de Omgevingswet en de betekenis in de praktijk van collega's uit de ruimtelijke keten, zodat soepele implementatie ervan kan plaatsvinden
- De integrale benadering en het vergroten van de afwegingsruimte (ja, mits)
- De maatschappelijke ontwikkelingen die achtergrond zijn van de veranderingen in het omgevingsrecht (zoals de energieke samenleving)
- De verschillende vormen van samenwerken ('Spectrum van Coalitievorming')
- De verschillende invloedstijlen en handelingsrepertoire bij samenwerking ('Signaturen voor Samenwerken')
- Spanning en dilemma's in de werkpraktijk ('Tweebenig leren spelen')
- Het stimuleren van:
- Een actieve toepassing van veranderende manieren van samenwerken in de eigen werkpraktijk in het kader van de implementatie van nieuwe Omgevingswet, opdat snellere en betere besluitvorming kan plaatsvinden
- Een olievlekwerking in de organisatie, door enthousiasme bij de deelnemers, toepassing in de werkpraktijk en mogelijke vervolglabs
Het Living Lab richt zich op zowel de harde instrumenten van de Omgevingswet als op de zachte. Dat zijn de vaardigheden en competenties van de ambtenaar. De harde instrumenten komen aan de orde tijdens het cognitieve programmaonderdeel. Hierin wordt werking van de Omgevingswet toegelicht en toegepast in de praktijkcasussen.
De gedragscomponent krijgt aandacht bij de bespreking van de vormen van samenwerking en de eigenschappen van de ambtenaar die passen bij de uitgangspunten van de Omgevingswet. De nieuw gevonden benaderingen, aanpakken en methoden verankeren we meteen in beide organisaties.
Lessons learned voor dit project
1. 'Hoe integraler het begin, hoe overzichtelijker het eind': Over integrale planvorming en plantoetsing.
2. 'Het is de geest, niet de letter': Over het centraal stellen van het doel in plaats van de procedure om gemotiveerd af te wijken en af te wegen.
3. 'Ontdek elkaar voor dwarse banden': Over het leren kennen van elkaars kennis en kunde om de beste combinaties te maken.
4. 'Lef, de kerncompetentie van de moderne ambtenaar': Over de benodigde vaardigheden bij het werken met de Omgevingswet.
5. 'Flexibel werken vraagt stakker monitoren': Over het belang van monitoring in de Omgevingswet.
Een extra les 'wat hebben we van elkaar geleerd?'
Het klinkt cliché, maar de houding in Rotterdam is pragmatischer en praktischer dan in Den Haag. Er zijn regels om van bestemmingsplannen af te wijken en die zijn er niet voor niets: 'kruimelen' is een gevierd begrip geworden.
In Den Haag zijn de afwegingen voorzichtiger, ook door de cultuur in de stad en ervaringen uit het verleden. Afwijkingen hebben een precedentwerking en bezwaarmakers weten de weg naar de politiek makkelijk te vinden.
Overeenkomsten zijn er zeker ook. In beide gemeentes zijn de organisaties groot en kosten verandertrajecten tijd.
Aanbeveling
Het is belangrijk om per gemeente na te gaan wat deze verschillen betekenen voor de toekomstige manier van werken en bijvoorbeeld voor de op te stellen omgevingsplannen.
Contactgegevens
Contactpersoon: Angela van Seters
Correspondentieadres: Postbus 6675, 3002 AN Rotterdam
Mail: ag.vansetersbensink@rotterdam.nl