Assen: Toeristisch Recreatieve Zone (incl. TT-circuit)
"Toerisme en recreatie zijn belangrijk voor ons, niet alleen vanwege de directe werkgelegenheid maar vooral ook vanwege de bredere economische effecten op recreatie en detailhandel voor de hele regio. De ontwikkeling van toerisme en recreatie gebeurt vooral in de Toeristisch Recreatieve Zone. Dit gebied wordt een trekpleister met anderhalf tot twee miljoen bezoekers per jaar aan onder meer het TT-circuit en TT World. De ontwikkeling moet een duurzaam karakter hebben, inspelen op eisen en kansen vanuit de markt en aansluiten bij de kernwaarden van de omgeving."
Uit de Structuurvisie FlorijnAs
Situatie
In een aantal gebieden kunnen gemeenten niet goed uit de voeten met het bestaande ruimtelijke instrumentarium. Het zijn over het algemeen gebieden met een stagnerende ontwikkeling. Dat komt vaak omdat bij de aanvang van de planontwikkeling geen duidelijkheid bestaat over de precieze aard, functie, locatie en het tempo van de realisatie van planonderdelen. Gemeenten willen komen tot een organische ontwikkeling met een flexibele invulling op basis van initiatieven van derden. De gemeenten zien voor zichzelf een faciliterende rol. Het gebied is onderdeel van de Florijn-As.
Doelstelling
Een belangrijk instrument in de Omgevingswet wordt het omgevingsplan. Dat instrument is geschikt om de ontwikkeling van de bedoelde gebieden vlot te trekken. Om die reden wil een aantal gemeenten, vooruitlopend op de Omgevingswet, in deze gebieden experimenteren in de geest van de nieuwe regelgeving. Dat levert voor de aangemelde gebieden naar verwachting een oplossing op én in deze experimenten ontstaat praktijkkennis die waardevol is bij het wetgevingstraject voor de Omgevingswet. Het experiment vindt plaats met een bestemmingsplan met een verbrede reikwijdte, vooruitlopend op het instrumentarium zoals opgenomen in de Omgevingswet.
Stand van zaken
Het gebied tussen TT-circuit Assen en Verkeerspark Assen valt deels binnen de toeristisch recreatieve zone van het project FlorijnAs (lokaal project met nationale betekenis volgens de Chw). Deze zone moet uitgroeien tot een hoogwaardig recreatief gebied met een grote aantrekkingskracht voor bewoners en toeristen. Vanuit de overheid wordt de ontsluiting van het gebied verbeterd. De gemeente wil in aansluiting daarop vooral kansen uit de markt halen bij het aantrekken van voorzieningen voor toerisme en recreatie. Het experimentele bestemmingsplan met verbrede reikwijdte moet dit ondersteunen.
De gemeente verkent hoe breed het plan moet worden. Daar zijn drie opties in beeld gebracht: 1. Alleen opschrijven wat je niet wil 2. Alleen milieutechnische belemmeringen aangeven 3. Meer traditioneel bestemmingsplan. In deze laatste optie worden de kansen die er liggen niet benut, maar is de rechtszekerheid het grootst. De keus ligt vooral bij de politiek. Het bestuur wil minder regie nemen c.q. een minder actieve rol in de gebiedsontwikkeling op zich nemen.
Volgende stappen
- Keuze maken uit de geschetste opties en het formuleren van een programma van eisen voor uitbesteding van het opstellen van het plan (planning medio 2015).
- Er wordt hard gewerkt aan een conceptplan. Getracht wordt een conceptplan na de zomer 2016 gereed te hebben.
Waarom Chw?
Een ontwikkeling die vooral voortkomt uit initiatieven van marktpartijen, burgers of bedrijven kan met het huidige instrumentarium, niet goed worden vormgegeven. De bestemmingsplannen hebben bijvoorbeeld een realisatietermijn en geldingsduur van 10 jaar, waar de meer organische ontwikkeling een langer of nog onbekend tijdbeslag zal kennen. Onderzoek naar de inpassing, de effecten en de uitvoerbaarheid moet in de huidige systematiek vooraf plaatsvinden, zonder dat de initiatieven concreet zijn. Het experiment onder de Chw geeft ruimte om een bestemmingsplan op te stellen met een verbrede reikwijdte. De gemeenten krijgen ruimte om met de volgende onderwerpen te experimenteren:
- Het plan gaat over de fysieke leefomgeving en niet alleen over de ruimtelijke aspecten daarbinnen, dat betekent dat ook milieumaatregelen, natuur, welstand enz. in het integrale plan kunnen worden meegenomen.
- Verordeningen kunnen integraal onderdeel uitmaken van het plan, zoals ook bepaald in het ontwerp van de Omgevingswet.
- Grondexploitaties kunnen gefaseerd worden opgesteld. Dat betekent dat bij organische gebiedsontwikkeling niet direct een gedetailleerde grondexploitatie hoeft te worden geleverd.
- Onderzoeken kunnen gefaseerd worden gedaan, in het begin globaal en hoe verder in het traject hoe gedetailleerder het onderzoek.
- De termijn van 10 jaar waarbinnen het plan gerealiseerd moet zijn is niet meer van toepassing.