Meerssen: Omgevingsvisie Meerssen en bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied
"Geen grijze objectweergave zoals bij de huidige structuurvisies op de landelijke voorziening, maar een gemakkelijk raadpleegbare digitale verbeelding, waarin de visie voor het gehele grondgebied duidelijk zichtbaar is."
Renée Kuppers, planologisch en juridisch beleidsmedewerkster afdeling Ruimte
Situatie
De gemeente Meerssen wil een integrale toekomstbestendige omgevingsvisie opstellen voor haar hele grondgebied. Anders dan de structuurvisie volgens artikel 2.1. van de Wet ruimtelijke ordening zal deze omgevingsvisie niet alleen gaan over het ruimtelijk beleid, maar zullen alle aspecten van de fysieke leefomgeving worden meegenomen. De visie zal op een dusdanige manier raadpleegbaar zijn dat vanuit het beleid de bijbehorende locatie op de kaart zichtbaar gemaakt kan worden, maar ook vanuit de kaart het bijbehorende beleid opgezocht kan worden. De nu beschikbare RO-standaarden voor een structuurvisie voldoen niet voor de integrale omgevingsvisie en dat zou betekenen dat het plan niet op «www.ruimtelijkeplannen.nl» kan worden geplaatst.
De gemeente wil vervolgens de visie concreet vertalen in een brede juridische regeling voor wederom alle aspecten van de fysieke leefomgeving. Hiertoe heeft de gemeente verzocht om vooruitlopend op de Omgevingswet een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte te kunnen opstellen, overeenkomstig het experiment 'pilot bestemmingsplan met verbrede reikwijdte voor het gehele grondgebied' uit de achtste tranche van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet.
Door met zowel de ‘visie’ als het ‘plan’ te experimenteren kan de gemeente Meerssen kennis en ervaring opdoen met de wisselwerking tussen visievorming en de juridische doorvertaling daarvan. Die wisselwerking betreft ook de digitale opzet en raadpleging.
Doelstelling
De gemeente Meerssen loopt met haar integrale visie vooruit op de komst van de Omgevingswet. Behalve de inhoudelijke kant hecht de gemeente veel belang aan de toegankelijkheid van de visie. De omgevingsvisie moet met een duidelijke digitale weergave voor iedereen snel en eenvoudig te raadplegen zijn. Hiermee moet ook worden voldaan aan de Europese richtlijn Inspire.
De gemeente wil met het Omgevingsplan een flexibele en stimulerende regeling tot stand brengen, waarbij voor bepaalde locaties ontwikkelingsruimte ontstaat. Het project moet bijdragen aan de deregulering en leiden tot lastenvermindering.
Stand van zaken
Bij het formuleren van de omgevingsvisie worden drie sporen bewandeld. Allereerst wordt geput uit de kennis die is vastgelegd in allerlei soorten beleidsstukken over uiteenlopende onderwerpen. Ten tweede is met externen gesproken over trends waar de gemeente Meerssen mee te maken krijgt. Deze gesprekken moeten vaststellen of de beleidsstukken nog actueel zijn en om een beeld te verkrijgen in de behoeften, bezien vanuit de toekomst. Beide sporen worden vervolgens uitgelijnd in het derde spoor: het formuleren van het ontwikkelingsperspectief. Het ontwikkelingsperspectief kan ontwikkelingsgericht zijn en beheersmatig. Bij de bepaling hiervan neemt de rol die de gemeente Meerssen wil vervullen een belangrijke plaats in.
Na de analyse van het huidige beleid, de trends en ontwikkelingen en gesprekken met diverse deskundigen, vindt reflectie plaats met de raad en de bevolking. De uitkomsten van deze bijeenkomsten worden vervolgens vertaald in een definitieve visie, die aangeeft waar de gemeente in de komende periode naar toe wil met de fysieke leefomgeving van Meerssen.
Volgende stappen
- De ontwerp-omgevingsvisie wordt in de zomer van 2016 gedurende zes weken ter visie gelegd.
- Na de ter visie legging wordt bezien of de ontwerp-visie op punten moet worden aangepast.
- De eventueel aangepaste omgevingsvisie wordt gereedgemaakt om aan de gemeenteraad te worden aangeboden ter vaststelling. Geplande vaststelling is december 2016.
- In aanvulling op het experiment met de omgevingsvisie (achtste tranche) gaat de gemeente ook het experiment aan voor de verbinding met het omgevingsplan (experiment negende tranche). Geplande startdatum is het eerste kwartaal van 2017.
Waarom Chw
De omgevingsvisie is meer omvattend dan de gemeentelijke structuurvisie. Dit maakt het waarschijnlijk nodig af te wijken van de huidige digitale standaarden, die zijn vastgelegd in de op artikel 1.2.6 het Besluit ruimtelijke ordening gebaseerde Ministeriële regeling ‘Standaarden ruimtelijke ordening 2012’. Gebiedsspecifieke informatie kan niet worden weergegeven, omdat de standaarden niet voldoende kleuropties en objectopties hebben. Bij dit laatste valt te denken aan figuren zoals bijvoorbeeld pijlen. Omdat het niet de bedoeling is om terug te gaan naar een analoge visie, geldt als voorwaarde dat de visie in ieder geval op de gemeentelijke website is te raadplegen. De pilot kan als experiment tot ontwikkeling komen.
Voor de vertaling van de brede visie in een juridische regeling is het nodig om ook de experimentele bepalingen te kunnen toepassen die gelden voor het bestemmingsplan met een verbrede reikwijdte voor het hele grondgebied
Ervaring en resultaten Chw
Bij de meedenksessies heeft de gemeente gekozen voor en nieuwe aanpak omdat de klassieke manier van communicatie bij zo’n abstract onderwerp weinig oplevert.
Er is een webpagina onsmeerssen.nl ontwikkeld die door het verspreiden van achthonderdtal deurmatten onder de aandacht is gebracht. Gedurende twee maanden is veel energie in de website gestoken en zijn 26 diverse onderwerpen aan de orde gekomen. De pagina wordt nog steeds goed bezocht (35.489 bezoekers binnen twee maanden, gemiddeld 546 views per dag). Daarnaast is getracht de bezoekers van de webpagina betrokken te krijgen. Hiervoor zijn diverse methoden uitgeprobeerd, zoals een interview met een bekende lokale figuur, het stellen van open vragen, het houden van meerdere (anonieme) opiniepeilingen e.d. De respons is helaas miniem geweest (26 reacties op de onderwerpen en 538 reacties op de polls)
Verder zijn in de vijf kernen meedenkbijeenkomsten gepland waaraan breed bekendheid is gegeven. Het aantal mensen dat zich hier voor opgaf was minimaal waardoor de vijf bijeenkomsten zijn teruggebracht tot één waarvoor 40 mensen zich hebben aangemeld. Tijdens deze bijeenkomst is een spel gespeeld waarmee de gemeente op een creatieve en actieve manier input voor de visie heeft gekregen.
De rode draad uit de bijeenkomsten is gedeeld met de gemeenteraadsleden en de raadscommissieleden. Momenteel is gewerkt aan het opstellen van een concept ontwerp-omgevingsvisie. Ondertussen zijn in Zuid-Limburg bestuursakkoorden gesloten rond de overmatige aanwezigheid van woningen, kantoren, detailhandel, bedrijventerreinen e.d. De bestuurlijke overeenkomsten geven een aanzet en kaders voor het opstellen van regionale structuurvisies op het gebied van ruimtelijke economische thema’s. Deze randvoorwaarden zijn tijdens een raadssessie met de raad gedeeld. Doel hiervan was de raad inzicht geven welke vrijheden zij hebben bij het opstellen van de Omgevingsvisie en wat al regionaal wordt beslist. Daarnaast is de raad geïnformeerd over de uitgangspunten van de Omgevingswet. De raad heeft hiermee een compleet beeld van de positie die de omgevingsvisie inneemt in de Omgevingswet en welke andere, voor de raad relevante, instrumenten de Omgevingswet nog biedt. In een tweede sessie hebben de raadsleden, willekeurig verdeeld in kleine werkgroepjes, de uitgangspunten voor de Omgevingsvisie besproken. Eerst billateraal en naderhand plenair. Met de uitkomsten van deze gesprekken stellen wij nu een ontwerp- Omgevingsvisie op. Deze willen wij gedurende 6 weken ter inzage leggen. Vervolgens de reacties bestuderen en eventueel verwerken om zo een omgevingsvisie op te stellen die we ter vaststelling aan de raad kunnen aanbieden.
Uitgangspunt bij het opstellen van een omgevingsvisie was dat het een volledig gedigitaliseerd product wordt. Dit blijkt mensen (leden van de klankbordgroep, collega-ambtenaren) af te schrikken. Bij een boekwerk is er snel gezien wat waar staat en of men ook alles van een bepaald onderwerp heeft gelezen. Bij een digitale versie is dit overzicht er niet en vraagt men zich af of men wel alles heeft gezien. Een digitale versie komt ook over als een product waar men zich in moet verdiepen om te zien wat waar staat en dat wordt als lastig ervaren. Dat leidt tot de conclusie dat er naast de gedigitaliseerde versie van de omgevingsvisie ook een ‘populaire’ versie gemaakt moet worden, zodat de raad en burgers gemakkelijker kunnen zien wat het product omhelst.