Gemeente Staphorst

De gemeente Staphorst ligt in het noorden van Overijssel en heeft ruim 16 duizend inwoners. De gemeente bestaat uit het dorp Staphorst en een aantal kleinere omliggende plaatsen. Staphorst heeft begin dit jaar de Omgevingsvisie ‘Staphorst voor elkaar’ vastgesteld.
De gemeente heeft de ambitie om de omgevingsvisie zowel de kapstok voor het fysieke als sociaal beleid te laten zijn. Belangrijke thema’s zijn arbeidsmarkt en onderwijs, gezondheid en ontmoeting. Maar ook de zelfredzaamheid van de gemeenschap is nadrukkelijke geagendeerd in de visie. Want hoewel de kernen daarin uitblinken, staat deze steeds meer onder druk. Een centrale vraag die daarbij speelt is: hoe houd je de sociale cohesie in stand en het gebruik van voorzieningen laag? De samenleving is in Staphorst nu aan zet.

Omgevingsvisie als boom

‘Staphorst is van oudsher een gemeente die zich vooral richt op het fysieke domein. Toch kunnen we nu wel zeggen dat er een omgevingsvisie ligt waarin het fysieke meer volgend is op het sociale. We gebruiken vaak de metafoor van een boom. De wortels van onze omgevingsvisie, die gaan over onze identiteit en kernwaarden, liggen met name in het sociale domein. De takken en stam vormen het fysieke domein. De organisatie zien wij als de zon en de regen die je nodig hebt om de boom te laten groeien. Het is heel belangrijk om je organisatie mee te nemen in het proces naar je omgevingsvisie. En om stil te staan bij de manier waarop je organisatiestructuur (zoals de PIOFACH-taken) aansluit op de nieuwe manier van werken. Soms heb je toch ook een beetje krachtvoer nodig, en dit hebben we tijdens dit pilottraject gekregen.’

Leervragen:

• Hoe integreer je fysieke en sociale ambities, zodat fysieke maatregelen ook leiden tot resultaat in het sociaal domein en vice versa?
• Hoe maak je van de omgevingsvisie naast de kapstok voor het ruimtelijk beleid ook de kapstok voor het sociaal domein?

Hoe komen integraliteit en participatie terug in de aanpak?

In de projectgroepen werken medewerkers uit beide domeinen (sociaal en fysiek) mee. Hierdoor wordt de integraliteit gewaarborgd. Ook het volledige college is betrokken door telkens mee te denken.
Participatie is uitgebreid en vroegtijdig georganiseerd. Dit gebeurt in de vorm van een denktank, tijdens een plattelandscafé en, per dorp, op het marktplein.