'Goed samenwerken vereist een lange adem' – Een gesprek met Geert Koskamp
Samenwerken in een interbestuurlijke of interdepartementale omgeving; hoe doe je dat? Geert Koskamp is rijksvertegenwoordiger in de Programmaraad. Daarnaast bekleedt hij diverse Managementteam-lidmaatschappen bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Met hem gaan we in gesprek over zijn rol en over het belang van interbestuurlijke en interdepartementale samenwerking.
Je hebt verschillende MT-lidmaatschappen binnen het ministerie van IenW en je bent rijksvertegenwoordiger in de Programmaraad. Hoe combineer je die verschillende rollen?
'Dat komt vooral neer op duidelijk afbakenen van mijn rollen en taken. Ik probeer heel zuiver te zijn in wat ik wanneer en waarvoor doe. Binnen de programmaraad (PR) spreek ik bijvoorbeeld bijna altijd namens de rijkspartijen die betrokken zijn bij de Omgevingswet, omdat dat de context is waarin ik opereer. Af en toe komt het voor dat een gemeente specifiek IenW aanspreekt, en dan reageer ik uiteraard namens IenW. Maar dat zijn uitzonderingen. De sleutel is om altijd helder te zijn over de hoedanigheid waarin je spreekt. Dat betekent dus dat ik tijdens vergaderingen soms expliciet aangeef: 'Dit zeg ik namens IenW' of 'Dit is mijn standpunt als vertegenwoordiger van de rijkspartijen.' Die duidelijkheid voorkomt verwarring en maakt de samenwerking met verschillende partijen soepeler.'
Uitvoeringsorganisaties zoals ProRail, de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en Rijkswaterstaat (RWS) hebben hun eigen programmateams. Hoe werkt dat in de beleidskern?
'De samenwerking met uitvoeringsorganisaties als ProRail, ILT en RWS is bewust anders ingericht dan bij andere departementen. Wij hebben bijvoorbeeld binnen de beleidskern geen aansluiting op het vergunningensysteem, omdat vergunningverlening niet tot onze kernverantwoordelijkheden behoort. Dat ligt bij ProRail, ILT en RWS, die verantwoordelijk zijn voor de praktische uitvoering van vergunningverlening. Wij richten ons meer op wetgeving en beleidsontwikkeling. Deze splitsing is bewust zo georganiseerd, omdat de beleidskern zich meer bezighoudt met het uitleggen van regels en het ontwikkelen van programma's.'
'Er zit ook een structureel verschil in de software en systemen die wij gebruiken. Wij hoeven dus in de beleidskern geen aansluiting te hebben op vergunningensystemen. Dat ligt buiten onze verantwoordelijkheid. Tegelijkertijd is er natuurlijk regelmatig overleg, zodat de beleidskern en de uitvoeringsorganisaties goed op elkaar blijven afgestemd.'
Wat is de grootste uitdaging voor een goede werking van de Omgevingswet in de komende jaren?
'De grootste uitdaging in de fysieke leefomgeving is hoe we omgaan met grote, moeilijke besluiten. Neem bijvoorbeeld een besluit over de locatie van een kerncentrale. De vraag is dan: kunnen we binnen het kader van de Omgevingswet echt goede afwegingen maken tussen verschillende belangen? Of zal één belang, zoals het economisch belang, alle andere belangen overstijgen? Het systeem van de Omgevingswet biedt flexibiliteit, maar ook beperkingen, vooral door internationale kaders zoals de Europese regelgeving.'
'De wet creëert regels voor hoe we met elkaar moeten samenwerken, maar vergroot niet de beschikbare ruimte of middelen. We moeten dus leren omgaan met schaarste en de juiste keuzes maken. Uiteindelijk ligt de uitdaging in hoe we die keuzes rechtvaardig en transparant maken, en of we erin slagen om de balans tussen benutting en bescherming van onze ruimte te waarborgen.'
Kun je wat vertellen over de interbestuurlijke en interdepartementale samenwerking en hoe dat de afgelopen jaren is gevormd? Zie je een patroon en een ontwikkeling?
'Interbestuurlijke en interdepartementale samenwerking is een complex maar noodzakelijk proces. De term 'verkokering' komt vaak ter sprake als het gaat om samenwerking binnen de Rijksoverheid, en dat frame vind ik lastig. Het lijkt soms alsof de overheid zichzelf wil wegzetten als een log en traag geheel, terwijl ik merk dat er juist heel veel energie gestoken wordt in samenwerking. Dat zie je niet alleen bij de Omgevingswet, maar ook bij andere grote projecten, zoals de Nota Ruimte.'
'In die programma's hebben we veel geïnvesteerd in samenwerking tussen departementen en overheden. De realiteit is echter dat de tijd en middelen schaars zijn, en dat we nóg meer moeten doen met de beperkte ruimte die we hebben. Dat vraagt om een andere manier van werken: minder tijd verspillen aan coördinatie en meer samenwerken aan de inhoud. Dat is de weg die we zijn ingeslagen, en ik verwacht dat we hier in de toekomst nog verder in zullen gaan.'
Je werkt veel samen met de Veranderteammanager Veranderopgave Rijk. Kun je wat vertellen over die samenwerking?
'Onze samenwerking is een beetje een experiment geweest hoe we dit hebben aangepakt, maar ik denk dat we een goede balans hebben gevonden. De Veranderteammanager is verantwoordelijk voor het coördineren van veranderprocessen binnen het team, terwijl ik vanuit mijn rol meer focus op de uitvoering van het programma en de bestuurlijke afspraken. Wat hierbij belangrijk is, is dat we de lijnen kort houden en helder communiceren. Soms merk ik dat mijn agenda zo vol zit dat ik het gevoel heb dat ik te weinig tijd heb om bepaalde lijntjes aan te halen. Maar dat is een keuze die je soms moet maken. Wat helpt, is dat we vanuit de Rijkspartijen allemaal dezelfde doelen nastreven rond de Omgevingswet. Dat maakt het makkelijker om elkaar te vinden. Zelfs als we niet voortdurend in nauw overleg staan. Er is veel wederzijds begrip en vertrouwen, wat de samenwerking erg soepel maakt.'
4 tips van Geert Koskamp over (interdepartementale/interbestuurlijke) samenwerking:
Tip 1. Werk samen op basis van vertrouwen en flexibiliteit
'Het is cruciaal om niet alles in detail dicht te regelen. Openheid en vertrouwen in elkaar zijn de sleutels tot een succesvolle samenwerking. Dit geldt niet alleen binnen een departement, maar ook tussen verschillende overheidslagen. Zonder die openheid kom je nergens.'
Tip 2. Denk aan de lange termijn
'Interdepartementale en interbestuurlijke samenwerkingen zijn marathons, geen sprintjes. Dat betekent dat je in de samenwerking rekening moet houden met de lange adem. Je komt elkaar telkens weer tegen, niet alleen morgen, maar ook over een jaar. Als je nu snel iets probeert te regelen om jezelf te ontzien, creëer je op lange termijn problemen. Denk dus vooruit en maak keuzes die duurzaam zijn.'
Tip 3. Wees open over risico's
'Het is belangrijk dat je aan het begin van een project ook de risico's goed bespreekt. We zijn vaak te blij dat we een sluitend plaatje hebben van hoe alles gaat lopen, maar vergeten daarbij dat onverwachte gebeurtenissen altijd op de loer liggen. Die onvoorziene zaken kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met toezeggingen van ministers of externe omstandigheden. Als je die risico's vooraf goed bespreekt, kun je latere problemen vermijden.'
Tip 4. Betrek alle betrokkenen in het proces
'Denk niet alleen na over de eerste mijlpaal, maar ook over wat er daarna moet gebeuren. Betrek uitvoeringsorganisaties en inspectiediensten tijdig, zodat je zeker weet dat de uitvoering goed aansluit op de beleidsdoelen. Dit zorgt ervoor dat het proces als geheel succesvol is en dat we echt resultaten boeken voor de samenleving.'
Wat is de meerwaarde van Veranderteam implementatie Omgevingswet Rijk en hoe zie je de interdepartementale samenwerking na beëindiging van Team VO-Rijk?
'De meerwaarde van Team VO-Rijk ligt vooral in de coördinatie en afstemming tussen verschillende departementen. Het team heeft een centrale rol gespeeld in het vertegenwoordigen van de Rijksoverheid bij het implementeren van de Omgevingswet en andere complexe programma's. Wat belangrijk is, is dat het team een verbindende functie heeft, waardoor we als departementen niet langs elkaar heen werken, maar echt samen optrekken. Na de beëindiging van Team VO-Rijk zullen we die samenwerking moeten voortzetten, maar dan zonder de centrale aansturing van het team.'
'Dat betekent dat we als departementen zelf meer verantwoordelijkheid zullen moeten nemen om die samenwerking op peil te houden. Het gaat dan niet alleen om de beleidsmatige kant, maar ook om de uitvoeringspraktijk. We zullen meer moeten leunen op de relaties en structuren die we de afgelopen jaren hebben opgebouwd om interdepartementale samenwerking in stand te houden. Ik zie dat als een uitdaging. Ik ben overtuigd dat we die samenwerking kunnen voortzetten zolang we ons blijven richten op de gezamenlijke doelen en het belang van de samenleving vooropstellen.'