'Als er een rijksmonument in het spel is, moet de RCE al vroeg in het proces betrokken zijn' – Managers aan het woord: Marjolein Bryant en Marjorie Verhoek
Lijnmanagers spelen een cruciale rol in de weerbarstige praktijk van vergunningverlening. Wie zijn het, wat doen ze en wat betekent de Omgevingswet voor hun dagelijkse praktijk? In deze serie interviews maken we kennis met lijnmanagers van verschillende rijkspartijen. Deze keer spreken we met Marjolein Bryant, projectleider implementatie Omgevingswet (links) en Marjorie Verhoek, Regiohoofd Noord West (rechts), beiden werkzaam bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).
Wat is jullie rol en verantwoordelijkheid binnen het vergunningverleningsproces onder de Omgevingswet?
Marjolein: 'De RCE adviseert gemeenten over vergunningaanvragen waarin ingrijpende aanpassingen aan gebouwde of aangelegde rijksmonumenten voorzien zijn. Daarnaast zijn we vanaf 1 januari zelf bevoegd gezag en dus vergunningverlener in een beperkt aantal gevallen, specifiek voor enkelvoudige activiteiten die archeologische rijksmonumenten kunnen verstoren.'
'Onze advisering vindt nu ook al vaak plaats vóórdat het vergunningsproces wordt ingezet’, vult Marjorie aan. ‘Zo’n preadvies kan schriftelijk zijn, maar ook in de vorm van soms jarenlang vooroverleg zoals bij de verbouwing van het Binnenhof. Dat lijkt dus erg op de eerste fase van het traject dat de Omgevingswet voorziet, waarin participatie en overleg plaatsvinden.'
Welke soorten vergunning vallen onder de verantwoordelijkheid van de RCE?
Marjorie: 'Wij beoordelen een vergunning vanuit het specifieke belang voor het behoud van cultureel erfgoed. Het gaat daarbij vooral om de gebouwen, terreinen en onroerende zaken die zijn aangewezen op basis van de Erfgoedwet. Afhankelijk van het concrete geval, kunnen wij experts mobiliseren op het gebied van bouwmaterialen, interieurs, isolatie, enzovoort.’
Kun je iets vertellen over de relatie met gemeenten en provincies in het kader van vergunningverlening?
Marjolein: 'Bijna altijd is de gemeente het bevoegd gezag. We werken daarom intensief samen met gemeenten. Zoals gezegd, bij voorkeur al in de aanloop naar een vergunningaanvraag. In een concreet geval doen we dat samen met hun erfgoedfunctionaris, die zijn collega de zaakhouder adviseert. Daarnaast maken we onze adviezen openbaar, formuleren we advieslijnen voor veelvoorkomende gevallen en is er de wegwijzer advies omgevingsvergunning.'
Bij welke vormen van samenwerking is jullie organisatie betrokken? Wat halen jullie uit die samenwerking?
'Wat enorm helpt, is dat onze adviseurs in de regio's elke gemeentelijke erfgoedfunctionaris wel kennen', aldus Marjorie. 'Er is op dat niveau dus al veel contact. Bij kleinere gemeenten is het soms wel lastiger om aan de voorkant van het proces te komen, omdat die vaak geen erfgoedfunctionaris hebben. En dan wordt een sloopaanvraag bij ons getoetst, terwijl de gemeente moet weten dat je een rijksmonument niet mag slopen. Groot of klein, vanwege de kortere termijnen zullen wij als RCE sowieso eerder in het proces moeten zijn betrokken. En gemeenten moeten blijven opletten. Want een aanvrager kan zomaar niet aanvinken dat het een rijksmonument betreft waarover wij moeten adviseren.'
Marjolein: 'De periode tot inwerkingtreding hebben we benut om te oefenen met gemeenten, zowel voor de samenwerking via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) als met procesafspraken. Tot nog toe kwamen adviesaanvragen op heel verschillende manieren bij ons binnen. Vanaf 1 januari willen we alle aanvragen via de Samenwerkfunctionaliteit van het DSO laten verlopen.'
Zijn jullie specifieke uitdagingen tegengekomen bij het implementeren van de Omgevingswet?
Marjorie: 'Net als alle andere partijen hebben we uiteraard onze systemen moeten aansluiten en moeten aanpassen op het DSO. De collega's moeten daarmee leren werken. Wat voor ons daarnaast nog verandert, is dat wij voor vergunningverlening bij archeologie in veel gevallen geen bevoegd gezag meer zijn, maar advies en instemming verlenen aan gemeenten. Dit betekent een nieuw werkproces voor ons, maar ook voor gemeenten.'
Tot slot, welke ontwikkelingen verwachten jullie verder met betrekking tot de vergunningverlening onder de Omgevingswet?
'We verwachten niet dat de Omgevingswet de essentie van ons werk zal veranderen. Wellicht dat gemeenten initiatiefnemers vaker aanmoedigen tot vooroverleg, bijvoorbeeld met de Omgevingstafel. Dit is een vrijwillige stap in het proces. Wij juichen vroegtijdig overleg van harte toe, zodat er voldoende ruimte is om met een initiatiefnemer mee kunnen denken in mogelijkheden, in plaats van beperkingen. Als dit inderdaad belangrijker wordt, zal de RCE daarin ook tijd en capaciteit moeten investeren', besluit Marjolein.