Boeren Oost Gelre oogsten energie met zonnepark
Net als andere gemeenten wilde Oost Gelre zich goed voorbereiden op de komst van de Omgevingswet. En net als in andere gemeenten is ook in Oost Gelre de energietransitie een grote opgave. Toen twee agrariërs zich bij de gemeente meldden met de wens om op hun land een zonnepark te plaatsen, zagen de gemeente en projectleider Omgevingswet Martijn van Loon kansen.
Boeren zoeken naar andere manieren
Van Loon begon tweeënhalf jaar geleden als trainee bij de gemeente Oost Gelre. Samen met programmamanager Harry Verheij zette hij zijn tanden in de Omgevingswet. 'We hebben de wet bestudeerd en realiseerden ons dat ook de energietransitie daarin vorm zou moeten krijgen. Eén van mijn collega's van Duurzaamheid en Milieu signaleerde dat er veel verkenningen voor zonneparken door initiatiefnemers werden aangevraagd. Veelal door agrariërs. Want ook hier, waar we veel landbouwgrond hebben, zoeken boeren naar manieren om te verduurzamen en om hun bedrijf rendabel te houden. Met een integraal team waarin ook collega's van RO en Landschap deelnemen, hebben we die aanvragen getoetst.'
Experiment draagt bij aan beleidsontwikkeling
Eén initiatief wekte veel interesse bij het team. Twee agrariërs, broers, wilden samen met een ontwikkelaar in Lievelde een Zonnepark creëren van 9 hectare. De locatie bleek geschikt. Maar er was een probleem. 'Al snel was duidelijk: we hebben nog helemaal geen beleid en toetsingskader voor zonneparken. Nu hoor je weleens dat gemeenten liever geen actie ondernemen als ze niet op een helder beleidskader kunnen terugvallen, maar het initiatief gaf ons de kans om input te verzamelen voor beleidsontwikkeling. Bovendien wisten we: de geest van de Omgevingswet zegt 'ja, mits' en dus bood dit project veel kansen.'
'Daarnaast leek het ons een geschikt initiatief om ervaring op te doen met participatie. En het omarmen van dit project zou zowel fors bijdragen aan de beleidsontwikkeling, als aan het behalen van onze energiedoelstellingen: het zonnepark zou tot bijna een kwart kunnen leveren van de hoeveelheid zonne-energie die we in de voorgenomen energiemix van zon, wind en biomassa hadden begroot.'
Bovendien bood het participatietraject de gemeente de kans om de inwoners nader te bevragen over hun wensen rond de landschapsinrichting en financiële participatie. Die input vormde een bijdrage aan het formuleren van een beleidskader. Het was een voorwaarde dat de initiatiefnemers zelf – de boeren en de ontwikkelaar – zaken als de organisatie van het participatietraject voor hun rekening zouden nemen.
Uiteraard begeleidde de gemeente het proces. Samen met een communicatiespecialist van de gemeente verkenden de initiatiefnemers een stakeholderanalyse en de mogelijke communicatiemiddelen. Daarbij was ook veel aandacht voor de vraag hoe de omgeving zou kunnen profiteren van het Zonnepark. Van Loon: 'Het participatietraject is belangrijk bij zo'n inrichtingsvraagstuk en draagt bij aan het noodzakelijke draagvlak onder de omwonenden. Ook omdat het herbestemmen van landbouwgrond voor andere doeleinden gevoelig ligt.'
Alle belanghebbenden zorgvuldig bij besluitvorming betrekken
Hoewel het voor de initiatiefnemers spannend was, omdat inspraak natuurlijk van invloed kon zijn op hun businesscase, werden belanghebbenden zorgvuldig bij de besluitvorming betrokken. 'Er zijn drie inspraakbijeenkomsten georganiseerd. Eerst voor de direct omwonenden, heel informeel in de schuur van het agrarisch bedrijf. Vervolgens een bijeenkomst voor ketenpartners en belangenorganisaties, zoals LTO Nederland en landschapsorganisaties. En daarna een grote bijeenkomst voor alle dorpsinwoners in het dorpshuis. Daarna hebben de initiatiefnemers in een vierde bijeenkomst nog de opbrengst van alle sessies teruggekoppeld', licht Van Loon toe.
De bijeenkomsten werden met medewerking van de gemeente georganiseerd. Zo kon de gemeente de inwoners met enquêtes nader bevragen over landschapsontwikkelingen. Een mooie win-win situatie, maar uiteraard worden ook de kritische geluiden hoorbaar op zulke bijeenkomsten. Er werd 'esthetisch bezwaar' gemaakt en ook het gebruik van landbouwgrond voor niet-agrarische doeleinden kon op weerstand rekenen.
Duidelijkere kaders door visualiseren impact
De bezwaren zijn goed opgepakt door de initiatiefnemers, vindt Van Loon. De ontwikkelaar schakelde een landschapsarchitect in die omwonenden en andere aanwezigen hielp om de impact van het zonnepark op de omgeving te visualiseren. 'Dat leidde tot duidelijker kaders en goede aanpassingen. Zo is 1,5 hectare gereserveerd voor 'groen', waarmee een deel van het park aan het zicht onttrokken wordt.'
Hiermee werd tegemoetgekomen aan de bezwaren van verschillende omwonenden. En er werd bepaald dat het zonnepark niet hoger zou worden dan ooghoogte, waardoor een voorbijganger er al gauw overheen kijkt, bijvoorbeeld wanneer deze erlangs fietst. De landschapsarchitect zei ook dat het juist goed is om de energietransitie en de bijdrage van het zonnepark daaraan, zichtbaar te maken. Dus werd besloten tot een informatiebord met gegevens over de energieopbrengst én een laadpunt voor elektrische fietsen.
Een ander belangrijk punt was dat de opbrengst van het park deels ten goede zou moeten komen aan de inwoners van het dorp Lievelde. 'Daarvoor is een publiek-private samenwerking gezocht door de ontwikkelaar Sunvest en de Achterhoekse Groene Energiemaatschappij AGEM. Momenteel werkt AGEM nog een aantal verschillende participatiemogelijkheden uit in zonnepark Lievelde. De initiatiefnemers hechten aan lokale participatie, zodat lokale inwoners kunnen profiteren van de komst van het zonnepark en meedelen in de opbrengst ervan.' Van Loon is blij met de coöperatie die AGEM en Sunvest hebben geïnitieerd. 'Zo'n publiek-private samenwerking kunnen we als gemeente uiteraard niet afdwingen, maar we zijn wel erg blij dat beide partijen zich hiervoor hebben ingezet.'
Omgevingswet betekent cultuuromslag voor ambtenaren
Zo werd gehoor gegeven aan veel van de bezwaren. Inmiddels heeft de herziening van het bestemmingsplan plaatsvonden. Doordat alle belanghebbenden in het vooroverleg betrokken waren, kwamen er geen aanvullende reacties binnen en kon de vergunning binnen anderhalve dag worden verleend. 'Dat is ongekend. Het bewijst voor mij ook de sterke meerwaarde van een goed participatietraject', aldus Van Loon. Waarmee hij overigens niet wil zeggen dat het allemaal vanzelf gaat.
'De Omgevingswet en zeker zo'n participatietraject, betekent voor ambtenaren een enorme cultuuromslag. Natuurlijk waren er collega's huiverig voor zo'n open traject, maar dat ook zij nu zien dat het gewerkt heeft, vergemakkelijkt die cultuuromslag. En het proces heeft het zaakgerichte en integrale werken bevorderd.'
Niet alleen voor ambtenaren is het wennen. Van Loon: 'Ook voor inwoners en bedrijven is het echt wennen als de gemeente ineens vraagt: wat vinden jullie nou belangrijk? Het is soms moeilijk om die rol dan ook meteen op te pakken. Bovendien zijn er mensen die zeggen: maar we stemmen toch één keer in de vier jaar zodat jullie dit soort beslissingen voor ons nemen!'
Een Wob-verzoek (sinds 1 mei 2022 is de nieuwe Wet open overheid in werking getreden, die de Wet openbaarheid van bestuur vervangt, red.), dat binnenkwam tijdens het participatietraject, leverde een 'bijvangst' op. Oost Gelre is door het informatieverzoek gaan verkennen hoe het vooroverleg met de initiatiefnemers zorgvuldig kon worden vastgelegd en gearchiveerd.
Informatiegelijkheid is essentieel onder de Omgevingswet
Van Loon: 'Dit wordt straks cruciaal in de ketensamenwerking onder de Omgevingswet. Alle betrokken partijen in dit traject, zoals een waterschap en welstandscommissie, wil je snel en zaakgericht kunnen informeren over wat er is besproken en besloten. Informatiegelijkheid in de keten is van kardinaal belang onder de Omgevingswet. Daarom hebben we samen met coöperatie Dimpact, onder begeleiding van Mark van den Broek e-diensten ontwikkeld voor ons zaaksysteem, op basis van de interbestuurlijke Producten en Diensten Catalogus Omgevingswet en Zaaktypen Catalogus Omgevingswet. Zo konden we dit Zonnepark-initiatief goed afhandelen en hebben we een stap gezet richting de toekomstige samenwerkingsruimte van het DSO.'
Van Loon kijkt tevreden terug op het proces tot nu toe. De initiatiefnemers stelden zich zeer coöperatief op en de inspraakrondes leverden de gemeente veel inzichten op over de mening van inwoners rondom landschapskwesties. Wel vergde de betrokkenheid van de gemeente, ondanks haar faciliterende rol, een enorme tijdsinvestering. Toch was dit nuttig, omdat het goed is dat de initiatiefnemers zaken als presentaties en verslagen konden voorleggen aan de gemeente.
Als tip geeft Van Loon nog mee: 'Als je de keuze hebt om op deze manier te werken, zou ik het zeker doen, maar zorg wel voor een integraal opgeleide procesbegeleider. Iemand die op inspraakavonden van alle facetten voldoende weet om inwoners en bedrijven te woord te kunnen staan. Want je wilt vragen kunnen beantwoorden, zonder een hele batterij ambtenaren mee te nemen.'