Een kijkje in de keuken van koplopergemeente Pijnacker-Nootdorp
De tijd goed benutten voor de implementatie van de Omgevingswet. Daarmee is koploper-gemeente Pijnacker-Nootdorp al vroeg aan de slag gegaan. Dat bleek in januari tijdens het bezoek van minister Hugo de Jonge. Voor Marjolein Jansen, directeur-generaal Ruimtelijke Ordening was dit aanleiding om zich te laten bijpraten. Dat gebeurde onlangs tijdens een werkbezoek. Diverse praktijkervaringen konden met haar worden gedeeld. Daarbij ging het vooral om de praktische vertaling van de nieuwe werkwijze, regionale samenwerking en het Digitaal Stelsel Omgevingswet.
Implementatie in de praktijk
'Het was fijn om het gesprek hierover aan te gaan met iemand die dezelfde taal spreekt en onze uitdagingen begrijpt,' vertelt Peter Zandijk, regelanalist bij de gemeente Pijnacker-Nootdorp. 'Bij het bespreken van de issues die spelen kun je gelijk de diepte in'. Een van die issues betreft het voldoen aan de standaardvereisten voor het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft in 2021 de Omgevingsvisie Pijnacker-Nootdorp 2050 vastgesteld. Nu wordt hard gewerkt aan de uitvoering ervan. Dat gebeurt met 12 omgevingsprogramma's, die alle bestaande beleidsstukken – zo'n 160 in totaal – bundelen in thematische en doorzoekbare documenten. Het concreet doorzoekbaar maken van beleidsdocumenten is een uitdaging. 'Dat is echt nog wel een zoektocht'.
Daarnaast werkt de gemeente aan de Toepasbare regels en daarmee het vereenvoudigen van de Vergunningchecks. Door dubbele vragen eruit te halen en de gebruikersvriendelijkheid te verbeteren, helpt de gemeente initiatiefnemers om gemakkelijker door het vergunningsproces te navigeren. Dat vereist veel afstemming met andere bestuurslagen. 'Daar wordt nog hard aan gewerkt. In het Omgevingsloket wil je natuurlijk dezelfde taal spreken. Maar het is wel een opgave'.
'Complexe issues efficiënt aanpakken'
Pijnacker-Nootdorp werkt in diverse samenwerkingsverbanden aan het tackelen van diverse opgaven. Onderwerpen als het omgevingsplan en de eerder genoemde toepasbare regels komen aan bod in regionale werkgroepen en samenwerkingsverbanden waaraan de gemeente deelneemt. Zo wordt expertise gedeeld en gewerkt aan gezamenlijke oplossingen. Ook zijn specifieke afspraken gemaakt met ketenpartners zoals waterschappen en de Veiligheidsregio. Die samenwerking wordt nog verder aangescherpt, bijvoorbeeld op het gebied van het delen van milieu-expertise. 'Daardoor kunnen complexe milieukwesties efficiënter en effectiever worden aangepakt', vertelt Zandijk.
Participatie: geen leeg vel
De gemeente heeft een pilot gedraaid in een rustige woonwijk om te experimenteren met het omgevingsplan. 'Een bewuste keuze omdat daar geen spannende dingen spelen'. Dit proefproject dient als basis voor de uitbreiding naar andere wijken en gebiedstypen, zoals bedrijventerreinen en buitengebieden.
Voor het stroomlijnen van de participatie heeft de gemeente een participatieadviseur aangesteld. Deze adviseur speelt een belangrijke rol bij het betrekken van inwoners en belanghebbenden. Op die manier is de organisatie van participatieprocessen goed geborgd en worden inwoners actief betrokken bij besluitvormingsprocessen.
Een belangrijke les die de gemeente op dat punt heeft geleerd, is dat participatie meestal effectiever is wanneer concrete voorstellen worden gepresenteerd. 'We hebben geleerd dat participatie pas echt werkt als we concrete voorstellen presenteren want een leeg vel voorleggen werkte niet,' zegt Zandijk daarover. 'Dat maakt het voor inwoners makkelijker om feedback te geven en mee te doen.'
'Doe mee met IKT en laat je begeleiden'
'Doe mee met het Indringend Ketentesten (IKT) en laat je begeleiden.' Dat is de belangrijkste tip van Peter Zandijk. Deze testen bieden gemeenten de mogelijkheid om verschillende scenario's door te lopen en te beoordelen hoe goed ze voorbereid zijn op de invoering van de Omgevingswet. De gemeente Pijnacker-Nootdorp is al een jaar bezig
Tijdens de IKT-testen worden verschillende onderdelen van de keten, zoals de visie, het programma, het plan, en Toepasbare Regels (TR) en Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH), getest. Gemeenten krijgen de kans om per deel van de keten uiteenlopende scenario's door te nemen. Dit helpt bij het identificeren van aandachtspunten en knelpunten, maar ook bij het herkennen van de aspecten die goed werken.
Een concreet voorbeeld van het voordeel van de IKT-testen is dat gemeenten na elke sessie een lijst met actiepunten ontvangen. Deze actiepunten kunnen zij dan neerleggen bij hun softwareleveranciers om verbeteringen door te voeren. Door de scenario's te doorlopen, leren gemeenten hoe zij hun nieuwe software in de praktijk kunnen gebruiken en waar eventuele problemen liggen.
Zo krijgen gemeenten een goed beeld van hun eigen stand van zaken en kunnen ze gericht werken aan de punten die nog aandacht nodig hebben. Dit is cruciaal om goed voorbereid te zijn op de nieuwe werkwijzen onder de Omgevingswet.
Gemeente Pijnacker-Nootdorp maakt geen gebruik van 'tusseninstrument' TAM-IMRO. In plaats daarvan is direct ingezet op STOP/TPOD. 'Dat is echt een bewuste keuze geweest. Wij hadden weinig feeling met TAM-IMRO', geeft Zandijk aan. 'Daardoor konden we capaciteit vrijmaken voor de zaken die er echt toe doen. En op een gegeven moment moet de organisatie toch over naar STOP/TPOD'.
Meer informatie en aanmelden voor IKT ga naar de website van de VNG: DSO-keten testen: doet u mee met IKT of test u zelf? | VNG
Tips van Peter Zandijk om zelf aan de slag te gaan
1. Begin gewoon
'Praktijkervaring is, ook na inwerkingtreding, erg belangrijk om te (blijven) leren en te verbeteren. Fouten maken in een testomgeving helpt prima bij het vinden van de juiste oplossingen. Gewoon doen, daar kom je het verst mee'.
2. Gebruik de ervaringen van waterschappen
'Waterschappen hebben vaak al meer ervaring met de implementatie van nieuwe regelgeving. Leer van hun aanpak en pas best practices toe in je eigen gemeente. Dit kan helpen bij het opstellen van toepasbare regels en het implementeren van beleidsdocumenten.
3. Investeer in regionale samenwerking
'Werk samen met andere gemeenten en ketenpartners om kennis en middelen te delen. Regionale samenwerking leidt tot efficiëntere en effectievere implementatie van de Omgevingswet. Maak gebruik van de expertise en ervaring van grotere gemeenten'.
4. Stel een participatieadviseur aan
'Een participatieadviseur helpt bij het vormgeven en uitvoeren van participatieprocessen, zowel intern binnen de gemeente als in samenwerking met regionale partners. Deze adviseur kan een cruciale rol spelen in het ondersteunen van participatie-initiatieven binnen de nieuwe werkwijze'.