Project Lauwersmeerdijk werkt alvast toe naar een projectbesluit
De Lauwersmeerdijk gaat op de schop. De komende jaren gaat waterschap Noorderzijlvest de bijna 9 kilometer lange dijk versterken om te voldoen aan de aangescherpte normen. De uitvoering start in 2023. Dan is de Omgevingswet volgens de huidige planning van kracht. De samenwerkende partijen grepen dit project aan om in een pilot na te gaan wat de komst van de Omgevingswet betekent. 'We hebben meer inzicht gekregen in elkaars rol.'
Pilot met het projectbesluit
Een dijk kun je op verschillende manieren versterken. De voorkeursoplossing en de effecten daarvan staan nu nog in het projectplan Waterwet. Door de Omgevingswet vervalt het projectplan Waterwet. Daarvoor in de plaats komt het projectbesluit. Het is een uitgebreider instrument, waarin verschillende vergunningen worden gebundeld en meer belangen integraal (samenhangend) worden afgewogen. Het projectbesluit is de laatste stap in de wettelijke projectprocedure. De pilot ging over de eerste 2 stappen van die procedure: de kennisgeving van het voornemen en de kennisgeving participatie.
De pilot startte begin 2019 en werd eind dat jaar afgerond. Deelnemers waren de provincie Groningen, waterschap Noorderzijlvest, Rijkswaterstaat, ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Royal HaskoningDHV en hogeschool Van Hall Larenstein. Drie deelnemers vertellen wat de pilot hen heeft gebracht.
Wie nam het initiatief voor deze pilot en waarom?
Peter van Dijken, omgevingsmanager bij waterschap Noorderzijlvest: 'Het waterschap nam het voortouw. We vonden de dijkversterking een mooie gelegenheid om met het projectbesluit te oefenen. De uitvoering start pas in 2023, dus we krijgen sowieso met de Omgevingswet te maken. Daar wilden we op voorsorteren. Bovendien is het een veelzijdig project waarin techniek, natuurontwikkeling en gebiedsontwikkeling samenkomen. Het verkrijgen van alle vergunningen vereist veel samenwerking, al in een vroeg stadium.'
Agnes Lotstra, projectleider implementatie Omgevingswet bij Rijkswaterstaat Noord-Nederland: 'Rijkswaterstaat was al bij de dijkversterking betrokken vanwege de kansen voor ecologische verbetering. We vonden het interessant om mee te doen om onze rol als bevoegd gezag verder uit te werken.'
Peter: 'Overal worden er trainingen en seminars gegeven over de Omgevingswet. Wij wilden het juist praktisch aanpakken en leren in een concrete opdracht. Bij de evaluatie zei een deelnemer van ingenieursbureau RoyalHaskoningDHV, die als adviseur door het waterschap was ingehuurd: 'Ik had ook een cursus kunnen volgen, maar dit was veel leerzamer'.'
Hoe is jullie samenwerking tot stand gebracht?
Peter: 'We kenden elkaar al persoonlijk doordat we eerder samenwerkten bij de dijkversterking Eemshaven-Delfzijl. Er lag dus al een basis van vertrouwen.'
Agnes: 'We hebben eerst opnieuw kennisgemaakt en ieders rol besproken. We zijn ook naar de Lauwersmeerdijk gegaan om te kijken op locatie. In totaal zijn we 7 keer bij elkaar geweest. Na afloop ging iedereen telkens aan de slag met huiswerk. In eerste instantie werkten we vooral samen aan de theorie. We werkten onderzoeksvragen uit die we toepasten op de pilot. Wat zijn het projectbesluit en de projectprocedure precies? Wat is participatie? Welke vaardigheden en competenties vraagt de Omgevingswet van ons? De belangrijkste competenties vonden we politiek bewustzijn en omgevingsbewustzijn. Je moet een helikopterview hebben.'
Peter: 'Een andere belangrijke vraag was: wie is het bevoegd gezag dat het besluit gaat opstellen en ondertekenen? Bij een dijkversterking in beheer van een waterschap is dit het waterschap. Maar je zou het ook als een 'meekoppelkans' kunnen zien en het dan als grootschalige gebiedsontwikkeling oppakken, met de provincie als bevoegd gezag. De wet dwingt je om daarover in gesprek te gaan. Het is wel zo dat de provincie goedkeuring moet geven aan het projectbesluit van het waterschap, omdat er meer dan alleen waterbelangen bij betrokken zijn. Om die reden werken we ook nauw met elkaar samen.'
De 'meekoppelkans' die Peter van Dijken noemt, ligt vooral op ecologisch vlak. Er wordt een zoet-zoutovergang aangelegd om de vismigratie te stimuleren. De dijkbekleding aan de waddenkant wordt 'verzacht' om de onderwaternatuur een boost te geven. Ook worden de kwelders buiten de dijk uitgebreid. Dat is goed voor de natuur én de waterveiligheid.
Hoe hebben jullie de participatie aangepakt?
Peter: 'Al vroeg in het proces zaten we met bewoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties om tafel. We daagden hen uit om mee te denken en daar zijn mooie koppelkansen uit voortgekomen. In werkateliers bespraken we verschillende thema's. Bijvoorbeeld de zoetzout-overgang in combinatie met vismigratie, kansen voor energieopwekking en recreatie en toerisme. Voor de bewoners waren er inloopmomenten. Het dichtstbijzijnde dorpje is Lauwersoog, op een steenworp afstand van de dijk. Toch kwamen er elke keer 70 tot 80 bewoners op af. Voor dit gebied vind ik dat veel animo. De komende 2 jaar volgen er nog 3 ontwerpslagen voordat het definitieve ontwerp klaarligt. Bij elk tussenontwerp volgt er weer een inloopmoment.'
Wat is de meerwaarde van het projectbesluit vergeleken met de oude wetgeving?
Peter: 'Voorheen vroeg je alle hoofdvergunningen los aan bij alle bevoegd gezagen. Het waren allemaal afzonderlijke stappen en vaak ook nog opeenvolgend. Nu worden alle vergunningaanvragen gebundeld in 1 document.'
Klaas Klaassens, senior beleidsmedewerker bij de provincie Groningen: 'Voor mij is de meerwaarde vooral dat je alles integraal aanpakt. Het is 1 proces en 1 integraal ontwerp. Daarom is die samenwerking ook zo belangrijk.'
Nu de pilot is afgerond, liggen er 2 documenten als concreet resultaat: een 'kennisgeving voornemen' en een 'kennisgeving participatie'. In de kennisgeving voornemen staat waarom de dijkversterking nodig is, hoe de opgave eruitziet, hoe de alternatieven tot stand komen en hoe ze tegen elkaar worden afgewogen. De kennisgeving participatie laat zien hoe de omgeving wordt betrokken en welke procedure hiervoor wordt doorlopen.
In het projectbesluit pak je alles integraal aan. Het is 1 project en 1 integraal ontwerp
Wat hebben jullie geleerd van de pilot?
Klaas: 'We hebben inzicht gekregen in hoe de projectprocedure en het projectbesluit in elkaar zitten en wat je nodig hebt om daar te komen. Vooral het participatieproces speelt daarin een grote rol.'
Agnes: 'We hebben ook meer inzicht gekregen in elkaars vraagstukken en rol. De gemeente en provincie staan bijvoorbeeld veel dichter bij de politiek dan Rijkswaterstaat. Verder hebben we meer helderheid gekregen over de gezagsrollen: wie gaat over wat? En: hoe zet je de stap van theorie naar praktijk?'
Peter: 'We hebben ook geleerd dat je in een heel vroeg stadium in breed overleg moet over de invulling van participatie. Vóór de pilot was het waterschap daar al mee bezig, alleen nog niet helemaal in lijn met de Omgevingswet. De Omgevingswet geeft je veel ruimte om er je eigen invulling aan te geven. Die extra ruimte is prettig, maar kost ook meer afstemming.'
Waar liepen jullie tegenaan?
Peter: 'We hebben lang nagedacht over hoe we in de huidige situatie, waarin de Omgevingswet nog niet geldt, de milieueffectrapportage – de mer – in dit proces meenemen. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om die sporen niet te verbinden en de startnotitie van de mer los te zien van de kennisgevingen voornemen en participatie.'
Agnes: 'Niet iedereen begon bij nul in het proces. Dat was wel lastig. Maar het was een prettige samenwerking. Het ministerie van BZK heeft ons ook goed ondersteund. Andersom leerden zij van ons: zij hadden de theoretische kennis, maar wisten minder goed hoe je dat vertaalt naar een project. Het was kortom een positief project met weinig weerstand.'