Samen aan de slag met water in Delfland
Het inrichten van een gebied met een gebrek aan ruimte en een veelheid aan opgaven. Daarvoor werkt het Hoogheemraadschap van Delfland binnen haar verzorgingsgebied intensief samen met verschillende partners. Onlangs liet demissionair minister Hugo de Jonge van Ruimtelijke Ordening zich daarover bijpraten. Dat deed hij in gezelschap van Marjolein Jansen, directeur-generaal Ruimtelijke Ordening en Omgevingswet. Tijdens het bezoek maakte hij van de gelegenheid gebruik om medewerkers van het hoogheemraadschap te bedanken voor al het werk dat is verzet om de implementatie van de Omgevingswet voor te bereiden.
Droog oefenen
Bij het Hoogheemraadschap van Delfland was die voorbereiding grondig. Al in 2019 stelde Delfland een watervisie op. De achterliggende gedachte hierbij was dat het belangrijk werd gevonden dat een waterschap zelf ook nadenkt over een visie op ruimtelijke ordening. De watervisie wordt ingezet als gespreksinstrument met de 14 gemeenten in het gebied en de provincie. Op die manier benadrukt het hoogheemraadschap het belang van water en bodem sturend in de omgevingsvisies die door deze overheden worden opgesteld.
Met deze en andere partners zijn in aanloop naar 1 januari 2024 samenwerkingsafspraken gemaakt op tal van onderwerpen, zoals bijvoorbeeld initiatieven, advisering en vergunningverlening én planvorming. Hierbij wordt ook samengewerkt met interbestuurlijke partners bij grotere projecten. Het gaat dan niet alleen om de vergunningverlening aan het einde van een traject.
Als het gaat om het opstellen van de toepasbare regels kan Delfland als pionier worden aangemerkt. Daarvoor is veel werk verzet. De vorige verordening, ook wel Keur genoemd, was al omgezet in digitale regels. Dat bood voordelen bij het opstellen van de waterschapsverordening die vorig jaar is vastgesteld. De focus ligt nu op het rechtzetten van technische onvolkomenheden. Ook met het participatiebeleid kon droog worden geoefend. Meermaals uitstel van de Omgevingswet gaf gelegenheid om in de praktijk te oefenen met het nieuwe participatiebeleid.
Omgevingswet als vliegwiel
De Omgevingswet heeft samen met de nieuwe manier van werken impact (gehad) op de organisatie, zowel intern als extern. Dat begon in 2012, toen het hoogheemraadschap de eerste aanzet gaf voor de voorbereiding op de Omgevingswet. Dan gaat het bijvoorbeeld om aspecten als rol en positie van het waterschap, de bestuurlijke organisatie, inbrengen van expertise, programmamanagement, innovatie, optimaliseren en samenwerking met andere overheden.
In de praktijk komt dit op verschillende manieren tot uiting. Bijvoorbeeld met het schrijven van een handreiking met gemeenten in de Haagse regio, met water- en bodemsturende oplossingsrichtingen en het samenwerken en oefenen met andere overheden voor een goede werking van het Omgevingsloket.
Maar het leidt bijvoorbeeld ook tot meer zelfbewustzijn voor het hoogheemraadschap als omgevingsdeskundige en een kritische blik op de eigen instrumenten die worden ingezet voor het inbrengen van het belang om de waterveiligheid en waterkwaliteit te beschermen en wateroverlast en de gevolgen door droogte te voorkomen.

Voorste rij, van links naar rechts: Wendy Kooistra, (directeur Ontwikkeling, HHR Delfland), Joyce Boes – Schoonmade (senior beleidsadviseur ondersteuning Omgevingswet, Kenniscentrum Infomil), Piet-Hein Daverveldt (dijkgraaf HHR Delfland), Ferdy Oudshoorn (adjunct teammanager vergunningen, gemeente Den Haag), Hugo de Jonge (minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), Famke Ingen-Housz (senior beleidsadviseur, HHR Delfland), Marjolein Jansen (directeur-generaal Ruimtelijke Ordening en Omgevingswet), Nathalie van Delft (senior communicatieadviseur, HHR Delfland), Ilona Sitskoorn (senior communicatieadviseur Programma aan de slag met de Omgevingswet). Niet op de foto: Toos Lander (programmamanager implementatie Omgevingswet, HHR Delfland).
Achterste rij van links naar rechts: Hugo Vreugdenhil (senior beleidsadviseur, HHR Delfland), Edwin de Mol (contentspecialist programma Aan de slag met de Omgevingswet), Karin Straathof (coördinator vergunningverlening, HHR Delfland), Nienke Kaptein (beleidsadviseur, HHR Delfland), Ad Overgaag (beleidsadviseur, HHR Delfland).
Gebiedsproces Broekpolder 2040
Bij de start van het gebiedsproces Broekpolder 2040 werden die belangen, naast de rol als bevoegd gezag, in eerste instantie behartigd in de rol van participant. Een nieuwe rol in een spannend gebied. Dat geldt ook voor het proces dat is opgezet door de ondernemers en inwoners uit het gebied zelf.
Naast Delfland zijn ook gemeente Westland en de provincie Zuid-Holland als samenwerkingspartner betrokken bij de speciaal hiervoor opgerichte coöperatie. Deze wil het glastuinbouwgebied van 650 hectare omvormen naar een duurzame en toekomstgerichte woon- en werkomgeving in 2040. Het ontwikkelproces laat een spanning zien tussen regie en maatwerk. Er zijn 'lessons learned' en tegelijk nog uitdagingen op het gebied van transitie denken, snelheid van het proces en behoud van draagvlak bij het gehele gebied.
De ideeën voor het gebied behelzen onder meer het scheiden van verkeersstromen en de vorming van clusters met kas-bedrijven, waarbij het glas als 'overlastbuffer’ functioneert voor omliggende bewoning. Daarbij wil men toewerken naar minimaal een gelijkblijvend oppervlak voor glastuinbouwbedrijven en (meer) ruimte voor andere functies door optimalisering van de inrichting.
Samenwerking gecoördineerde aanvraag
Een geheel andere dynamiek waarin de gasten werden meegenomen, vormt de behandeling van gecoördineerde vergunningaanvragen in het kader van de coördinatieregeling. Daarvoor is samenwerking gezocht en gevonden met onder meer de gemeente Den Haag.
Wanneer voor een initiatief zowel een omgevingsvergunning voor water als voor overige onderwerpen aangevraagd wordt, geldt de coördinatieregeling. Betrokken overheden stroomlijnen zo hun procedures. Zo voorkomen ze dat er tegenstrijdige voorschriften opgenomen worden.
Ook op het gebied van de 'techniek' heeft het hoogheemraadschap zich voortvarend opgesteld. Bijvoorbeeld door het initiatief te nemen voor regionale oefensessies met de gemeenten, waarvan volop gebruik is gemaakt. Met vertrouwen ziet Delfland de invoering van de Omgevingswet tegemoet en de brede doorontwikkeling die daarop volgt. Voor schoon, gezond en voldoende water én stevige dijken en duinen.