Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Contact
Aan de slag met de Omgevingswet
Zoeken in deze site
  1. Home 
  2. Implementatie 
  3. Voortgang en monitoring 
  4. Monitor invoering Omgevingswet 
  5. Samenvatting voortgangsonderzoek - voorjaar 2017 
Menu
  • Home
  • Actueel
  • Bijeenkomsten
  • Implementatie
  • Oefenen
  • Ondersteuning
  • Contact
  • Contact

Hoe ver zijn overheden met de kerninstrumenten?

De Omgevingswet verplicht overheden nieuwe kerninstrumenten te gebruiken voor de ontwikkeling en het beheer van de fysieke leefomgeving. Hoe staat het met de ontwikkeling daarvan? En met de omzetting van 'oude' ruimtelijke plannen naar nieuwe?

In het onderzoek van april 2017 zijn per overheidsonderdeel de volgende kerninstrumenten meegenomen:

  • Gemeenten: omgevingsvisie en omgevingsplan
  • Provincies: omgevingsvisie en omgevingsverordening
  • Rijk: omgevingsvisie
  • Waterschappen: omgevingsvisie (niet verplicht) en waterschapsverordening

Elders staat meer informatie over de instrumenten van de Omgevingswet.

Afspraken over oplevering

In het programma zijn begin 2017 afspraken vastgelegd over de oplevering van de hierboven genoemde kerninstrumenten.

Afgesproken is dat op de datum dat de Omgevingswet van kracht wordt:

  • 100% van de provincies en het Rijk een omgevingsvisie heeft die voldoet aan de eisen van de wet
  • 20% van de gemeenten (ofwel 80 gemeenten) een omgevingsvisie hebben die voldoet aan de eisen van de wet; in 2022 is dat percentage 75% (300 gemeenten); in 2024 is dat 100% (400 gemeenten)
  • 100% van de provincies een omgevingsverordening heeft die voldoet aan de eisen van de wet

Verder is afgesproken:

  • in 2021 heeft 100% van de waterschappen een waterschapsverordening die voldoet aan de eisen van de Omgevingswet.
  • in 2022 is 20% van de huidige bestemmingsplannen en lokale verordeningen over de fysieke leefomgeving omgezet in omgevingsplannen die voldoen aan de eisen van de Omgevingswet. In 2025 is dat percentage 60% en in 2029 100%.

N.B. Op het moment dat de afspraken zijn vastgelegd, was nog niet bekend dat de invoering van de wet zou worden uitgesteld.

Invoering kerninstrumenten

Het programma peilde in april 2017 hoe ver de overheden zijn met hun implementatie van de nieuwe kerninstrumenten.

Daarbij is gekeken naar:

  • hoeveel overheden zijn gestart met de nieuwe kerninstrumenten
  • hoeveel actuele ruimtelijke plannen zijn gepubliceerd
  • hoeveel overlap de plannen op ruimtelijkeplannen.nl hebben
  • in hoeverre de plannen op ruimtelijkeplannen.nl dekkend zijn
  • in welke gebieden waar lokale afwegingsruimte opportuun is

Hieronder leest u de uitkomsten voor elk van deze indicatoren.

Hoeveel overheden zijn gestart met de nieuwe kerninstrumenten?

Uit de respons van de project- en programmamanagers komt het volgende beeld naar voren:

  • Gemeenten: ongeveer 11% werkt aan een omgevingsplan
  • Provincies: meer dan de helft werkt aan een omgevingsverordening
  • Waterschappen: ongeveer 39% werkt aan een waterschapsverordening

Bestemmingsplan met verbrede reikwijdte

In het onderzoek is ook het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte meegenomen. De basis voor dit 'kerninstrument' is het experimenteerartikel uit de Crisis- en herstelwet.

Op het peilmoment, april 2017:

  • werkt ongeveer 15% van de gemeenten en 6% van de waterschappen aan een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte.
  • heeft ongeveer 3% van de gemeenten al zo'n plan vastgesteld.

Ook zijn 35 bedrijventerreinen en -gebieden aangewezen als ontwikkelingsgebied waarvoor een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte mag worden opgesteld. Kijk voor meer informatie op de website van InfoMil.

Monitor Voortgang Omgevingswet

Figuur: Mate waarin per bestuurslaag wordt gewerkt aan de kerninstrumenten; peildatum april 2017. *
*  ‘ja, …’ kan ook betekenen dat een bestuurslaag samenwerkt met een andere overheidsorganisatie of bestuurslaag.

Bestuurlijke vaststelling

Het aantal omgevingsvisies, plannen en verordeningen die bestuurlijk, juridisch zijn vastgesteld, geeft een indicatie van de invoeringssnelheid van de kerninstrumenten.

In de inventarisatie geven de provincies zelf aan daarmee het verst te zijn. Daarbij merkten de onderzoekers op dat eind maart 2017 nog geen provinciale documenten met de titel 'omgevingsverordening' of 'omgevingsvisie' waren gepubliceerd op de website ruimtelijkeplannen.nl.

Zijn de kerninstrumenten (al) bestuurlijk vastgesteld?

Figuur: Voortgang bestuurlijke vaststelling van kerninstrumenten, uitgesplitst per bestuurslaag.

Hoeveel actuele ruimtelijke plannen zijn gepubliceerd?

Hoe ver zijn overheden met de invoering van de nieuwe kerninstrumenten? Dit is af te leiden uit het aantal omgezette ‘oude’ ruimtelijke plannen dat is gepubliceerd in actuele omgevingsvisies en -plannen. We maken hierbij onderscheid tussen plannen met directe en met indirecte werking.

Plannen met directe werking

Het programma analyseerde alle geldende ruimtelijke plannen met directe werking van gemeenten, provincies en Rijk en van waterschappen.

Ruimtelijke plannen

Figuur: Aantallen actuele plannen met directe werking op ruimtelijkeplannen.nl; peildatum medio 2017.

Omzetting ruimtelijke plannen

Figuur: Verloop omzetting plannen met directe werking op ruimtelijkeplannen.nl; peildatum medio 2017.

Voor een stand van zaken bij de waterschappen verzamelde het programma de aantallen keuren, algemene regels, leggers en wegenverordeningen gepubliceerd op decentrale.regelgeving.overheid.nl. Deze documenten gaan met de komst van de Omgevingswet deels op in nieuwe verordeningen van de 21 waterschappen.

Stand van zaken waterschappen

Figuur: Aantallen waterschapsplannen met directe werking op decentrale.regelgeving.overheid.nl; peildatum medio 2017.

Plannen met indirecte werking

Het programma volgt de aantallen gepubliceerde plannen vanaf eind 2016. Daarom was op het peilmoment, halverwege 2017, nog geen duidelijk effect zichtbaar op het aantal visies, verordeningen en andere documenten met indirecte werking die zijn omgezet in ‘nieuwe’ omgevingsvisies op de website ruimtelijkeplannen.nl.

Plannen indirecte werking

Figuur: Aantallen actuele plannen met indirecte werking op ruimtelijkeplannen.nl; peildatum medio 2017.

Actuele plannen met indirecte werking

Figuur: Verloop omzetting ruimtelijke plannen met indirecte werking op ruimtelijkeplannen.nl; peildatum medio 2017.

Hoeveel overlap hebben de plannen op ruimtelijkeplannen.nl?

De Omgevingswet streeft onder meer naar verlagen van het aantal plannen, en vergroten van hun overzichtelijkheid. Dat betekent ook: minder onderlinge overlap.

De onderzoekers van het programma Aan de slag met de Omgevingswet ontwikkelden een indicator voor de overlap in de plannen gepubliceerd op ruimtelijkeplannen.nl. De indicator onderscheidt plannen met directe en met indirecte werking. Plannen met indirecte werking hoeven (eventueel) alleen geraadpleegd te worden als iemand wil afwijken van de plannen met direct werkende voorschriften.

Het indicatoronderzoek geeft aan dat gemiddeld op iedere plek in Nederland 1,13 plannen met directe werking gelden. En nog eens 6,7 plannen met alleen indirecte werking. Iemand die wil afwijken van een bestemmingsplan moet dus gemiddeld 7,83 plannen raadplegen op aanvullende voorschriften en beperkingen.

In hoeverre zijn de plannen op ruimtelijkeplannen.nl dekkend?

Volgens de huidige Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) moet het hele grondgebied van een gemeente afgedekt zijn met actuele bestemmingsplannen, die volgens de juiste standaard zijn gepubliceerd op ruimtelijkeplannen.nl. Gemeenten zijn nu nog niet zover.

Voor het onderzoek is een indicator ontwikkeld die aangeeft welk oppervlaktepercentage in Nederland is afgedekt met actuele plannen. Tien jaar nadat de Omgevingswet van kracht is geworden, moet het oppervlaktepercentage dat is afgedekt door omgevingsplannen 100% zijn.

Waar heeft vergroting van lokale afwegingsruimte gevolgen?

Om deze vraag te beantwoorden keek het programma in welke gemeenten vergrote lokale afwegingsruimte kan leiden tot aanpassing van de normen voor bedrijvigheid.

Het onderzoek maakt onderscheid tussen:

  • gebieden met hoge en lage bedrijvenconcentraties, en
  • gebieden met bedrijven in de directe omgeving van dichtbevolkte gebieden en gebieden met afgelegen bedrijvenconcentraties.

Want het is aannemelijk dat de lokale afwegingsruimte eerder zal worden benut om normen aan te scherpen, als er mogelijk last of onveiligheid ontstaat voor bewoners. Omgekeerd is te verwachten dat de lokale afwegingsruimte zal worden benut om voor versoepeling van normen op plekken waar inwoners verder weg zitten van bedrijven.

Lokale afwegingsruimte & bedrijvigheid

Figuur: Kans op gevolgen van vergrote lokale afwegingsruimte op normering bedrijvigheid; peildatum april 2017.



Delen

  • Delen op Facebook
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Twitter

pdf maken

  • pdf maken

Vraag het onze experts!

Hebt u een vraag of suggestie over de implementatie van de Omgevingswet? Gebruik dan onderstaand formulier, het Informatiepunt Leefomgeving staat tot uw dienst!

Vragenformulier

Tel: 088 - 797 07 90
Bereikbaar op werkdagen van 09.00 tot 17.00 uur.

Alle informatie om u voor te bereiden op de Omgevingswet

Interbestuurlijke samenwerking

Het programma Aan de slag met de Omgevingswet is een samenwerkingsverband van gemeenten (VNG), provincies (IPO), waterschappen (UvW) en het Rijk. Het programma ondersteunt overheden, maatschappelijke partners, bedrijven, initiatiefnemers en belanghebbenden om te kunnen werken met de wet.

Over deze site

  • Programma Aan de slag
  • Informatiepunt Leefomgeving
  • Verantwoording
  • Toegankelijkheid
  • Privacyverklaring
  • Cookies
  • Contact
  • Archief

Volg ons

  • @aandeslagow
  • Omgevingswet op LinkedIn
Rijksoverheid
Unie van Waterschappen
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Interprovinciaal overleg