Minimale eisen bij invoering Omgevingswet
Overheden bereiden zich voor op de Omgevingswet. Ze kunnen hun werkprocessen nu al inrichten om aan deze nieuwe wet te voldoen. Zo kunnen ze zelf aan de slag met het voorbereiden van hun eigen decentrale regelgeving. Ook kunnen ze zich voorbereiden op de aansluiting op de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV).
Minimale eisen waaraan overheden moeten voldoen
Op 16 juni 2019 heeft de Programmaraad van het programma Aan de slag met de Omgevingswet een set criteria vastgesteld waaraan de verschillende overheden op grond van de Omgevingswet minimaal moeten voldoen. Deze criteria zijn tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de koepels Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), Interprovinciaal Overleg (IPO), Unie van Waterschappen (UvW) en de veranderorganisatie voor de rijksinstanties.
Hoewel de koepels en rijksinstanties hogere ambities hebben, waarvoor de monitor op verzoek ook informatie verzamelt, beperkt de halfjaarlijkse rapportage 2021 zich tot de 5 minimumcriteria. De minister heeft de Tweede en Eerste Kamer hierover geïnformeerd.
De 5 criteria die bij inwerkingtreding van de Omgevingswet gelden
1 - Criterium omgevingsvisie
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet hebben provincies en Rijk een vastgestelde omgevingsvisie die voldoet aan de eisen van deze wet (artikel 3.2 en 3.3 Omgevingswet). De omgevingsvisie is met behulp van de geldende standaard ontsloten via de landelijke voorziening van het DSO.
Methode van publicatie en ontsluiting omgevingsvisie bij inwerkingtreding Omgevingswet
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet wordt een omgevingsvisie opgesteld volgens de STOP/TPOD-standaard. De omgevingsvisie wordt via de reguliere infrastructuur voor officiële publicaties gepubliceerd in het elektronische publicatieblad van het desbetreffende orgaan en ontsloten via DSO-LV.
Methode van publicatie en ontsluiting omgevingsvisie vóór inwerkingtreding Omgevingswet
Een omgevingsvisie die vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet is vastgesteld, kan nog op grond van de Wet ruimtelijke ordening worden gepubliceerd op ruimtelijkeplannen.nl met gebruikmaking van de IMRO-standaard, het Informatiemodel Ruimtelijke Ordening. Ontsluiting van de informatie uit de visie in DSO-LV vindt in dat geval plaats met gebruikmaking van de overbruggingsfunctie.
2 - Criterium omgevingsverordening
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft een provincie een vastgestelde omgevingsverordening die voldoet aan de eisen van de Omgevingswet (hoofdstuk 7 van het Besluit kwaliteit leefomgeving). De omgevingsverordening is met behulp van de geldende standaard ontsloten via de landelijke voorziening bekendmaken en beschikbaar stellen (LVBB).
Ontsluiting en bekendmaking omgevingsverordening bij inwerkingtreding Omgevingswet
Een Omgevingsverordening wordt opgesteld volgens de STOP/TPOD-standaard en bekend gemaakt via de LVBB.
3 - Criterium projectbesluit
Als een rijkspartij, provincie of waterschap een projectbesluit vaststelt, moet dat bij inwerkingtreding van de Omgevingswet gebeuren conform de eisen van de Omgevingswet (het projectbesluit voldoet aan hoofdstuk 9 van het Besluit kwaliteit leefomgeving). Tijdens de overgangsfase hoeft het projectbesluit het omgevingsplan niet te wijzigen.
4 - Criterium omgevingsplan
Wanneer een gemeente een omgevingsplan wil wijzigen, stelt zij deze wijziging bij inwerkingtreding van de Omgevingswet vast conform de eisen van de Omgevingswet. Het gewijzigde deel van het plan voldoet aan de provinciale instructieregels en aan de instructieregels uit hoofdstuk 5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. De wijziging wordt met behulp van de geldende standaard ontsloten via de landelijke voorziening.
Wijziging, bekendmaking en ontsluiting omgevingsplan bij inwerkingtreding Omgevingswet
Een wijziging van een omgevingsplan wordt opgesteld volgens de STOP/TPOD-standaard, bekendgemaakt via de LVBB en ontsloten via DSO-LV.
5 - Criterium vergunningen en meldingen
5.1 Techniek vergunningen en meldingen
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet is het bevoegd gezag, en indien van toepassing zijn uitvoeringsorganisaties, in staat om conform de daarvoor geldende standaard een aanvraag of melding (artikel 14.1 Omgevingsbesluit) vanuit de landelijke voorziening te ontvangen. (Dit criterium noemen we hierna 'Vergunningen en meldingen - techniek')
Ontvangen van een aanvraag of melding
Voor het ontvangen van een aanvraag of melding wordt gebruikgemaakt van de Standaard Aanvragen en Meldingen (STAM).
5.2 Indieningsvereisten vergunningen en meldingen
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet stellen provincie, waterschap en gemeente de informatie beschikbaar die nodig is om een aanvraagformulier in de landelijke voorziening samen te kunnen stellen. Hierin zijn ook de door hen gestelde indieningsvereisten meegenomen.
5.3 Proces vergunningen en meldingen
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet is het bevoegd gezag (en/of zijn uitvoeringsorganisatie) voorbereid op de gewijzigde vergunningenprocedure conform de eisen van de Omgevingswet. Hieronder valt het kunnen verwerken van een enkelvoudige en een meervoudige aanvraag.
Beoordelingstermijn van een aanvraag
Beoordeling van een aanvraag vindt plaats binnen 8 weken voor besluiten anders dan artikel 10.24 van Omgevingsbesluit. Bij een meervoudige aanvraag is het bevoegd gezag dat de aanvraag behandelt voorbereid op het inwinnen van advies van het bestuursorgaan dat bevoegd gezag geweest zou zijn als de activiteit los (enkelvoudig) aangevraagd zou zijn.
5.4 Proces Vergunningen en meldingen
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet is het bevoegd gezag (en/of zijn uitvoeringsorganisatie) in staat om aanvragen voor omgevingsvergunningen te beoordelen conform de eisen van de Omgevingswet.
Beoordeling aanvraag omgevingsvergunning
De beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voldoet ten minste aan de instructieregels uit hoofdstuk 8 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Dit betekent, dat aanvragen voor een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit ook dienen te voldoen aan de instructieregels voor het omgevingsplan.
Programmamonitor
Het programma Aan de slag met de Omgevingswet verzamelt en publiceert voortdurend gegevens die u helpen bij een succesvolle invoering van de wet: de programmamonitor.
Werkende processen
Gemeenten moeten onder invloed van de Omgevingswet ook organisatorische veranderingen doorvoeren. Gemeentelijke processen zijn een goed vertrekpunt. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ontwikkelt daarom speciaal voor gemeenten een model voor werkende processen. De VNG heeft voor de gemeenten een aanvullend overzicht van de minimale acties opgesteld. Deze acties zijn verbonden aan de ambitie en het in stand houden van de dienstverlening van gemeenten.
Meer informatie over digitaal stelsel en instrumenten Omgevingswet
- Aansluiten op het Digitaal Stelsel Omgevingswet
- Instrumenten van de Omgevingswet (omgevingsvisie, omgevingsplan, waterschapsverordening, omgevingsverordening, programma, projectbesluit)