Vergunningplicht omgevingsplanactiviteit
Voor een omgevingsplanactiviteit is een vergunning nodig. Behalve als een activiteit in artikel 2.15f van het Besluit bouwwerken leefomgeving staat en zo vergunningvrij is.
Vergunningplicht af te leiden uit regels omgevingsplan
In het omgevingsplan staan regels over activiteiten en onder welke voorwaarden deze op een locatie toegestaan zijn. Een regel kan zijn dat er een omgevingsvergunning nodig is. Ook geldt een vergunningplicht als een activiteit volgens de regels van het omgevingsplan niet is toegestaan. In beide gevallen is dit een omgevingsplanactiviteit en daar is altijd een vergunning voor nodig.
De uitzonderingen zijn een aantal activiteiten die bestaan uit het bouwen. Deze kunnen altijd zonder een vergunning voor een omgevingsplanactiviteit worden gebouwd. Meer hierover staat bij Vergunningvrije omgevingsplanactiviteit die bestaat uit het bouwen.
Beoordelingsregels
Beoordelingsregels binnenplanse omgevingsplanactiviteit
Voor de binnenplanse omgevingsplanactiviteit gelden decentrale beoordelingsregels. Dit staat in artikel 8.0a van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Als de aanvraag voldoet aan die beoordelingsregels, wordt de vergunning verleend.
Beoordelingsregels zijn door de gemeente vastgesteld en kunnen divers zijn. Niet alleen regels gericht op een evenwichtige toedeling van functies, maar alle regels met het oog op de doelen van de wet kunnen een beoordelingsregel zijn.
Als de aanvraag niet voldoet aan de decentrale beoordelingsregels, wordt het vanzelf een aanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.
Beoordelingsregels buitenplanse omgevingsplanactiviteit
Voor de buitenplanse omgevingsplanactiviteit gelden de beoordelingsregels uit het Bkl. Dat betekent dat de vergunning alleen wordt verleend:
- met het oog op een evenwichtige toedeling van functies (artikel 8.0a, tweede lid van het Bkl)
- als daarbij voldaan wordt aan de beoordelingsregels uit artikel 8.0b tot en met 8.0e van het Bkl. Die beoordelingsregels komen overeen met de regels die gelden voor het opstellen van een omgevingsplan. Dat betekent dat ook de instructieregels uit hoofdstuk 5 van het Bkl gelden
Aanpassen omgevingsplan
Normaal gesproken moet de gemeente uiterlijk vijf jaar na een onherroepelijke omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit het omgevingsplan aanpassen (artikel 4.17 Omgevingswet). Maar dit is nog niet direct na in werking treden van de Omgevingswet zo. De verwachting is dat dit pas vanaf eind 2029 zo is (artikel 22.5, tweede lid, Ow).
Deze verplichting geldt (straks) alleen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit die:
- bestaat uit het in stand houden van een bouwwerk, of
- niet overeenstemt met een functie van een locatie
Verder moet de activiteit een blijvend karakter hebben. Het geldt dus niet voor tijdelijke activiteiten zoals het kappen van een boom.
Als blijkt dat het aanpassen van het omgevingsplan uiteindelijk niet mogelijk is, moet de omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit gewijzigd of ingetrokken worden. Bijvoorbeeld omdat een instructieregeling dit niet mogelijk maakt. Deze regeling staat in artikel 8.97a van het Bkl.
Voorbeeld
De gemeente heeft een omgevingsvergunning verleend voor de bouw van een woning op een plek waaraan een agrarische functie is toegedeeld. De regels in het omgevingsplan staan wonen niet toe. De gemeente moet het omgevingsplan zo aanpassen dat de woning mogelijk wordt gemaakt.Aanstellen adviseurs omgevingsvergunning
Voor de procedure voor de omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit kan de gemeente zelf een of meer adviseurs aanstellen. Dit staat in artikel 16.15, lid 2 Ow. Dat regelt de gemeente in het omgevingsplan.
Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit geldt in ieder geval:
- de gemeenteraad is adviseur voor een aanvraag als burgemeester en wethouders bevoegd gezag zijn voor de aanvraag. De gemeenteraad wijst die gevallen eerst zelf aan. Dit staat in artikel 16.15a onder b Ow en artikel 4.21, lid 1 Omgevingsbesluit (Ob).
- de gemeenteraad is adviseur voor het verzoek om instemming dat door burgemeester en wethouders wordt gegeven. Dit omdat burgemeester en wethouders geen bevoegd gezag zijn voor de aanvraag. Dit staat in artikel 16.15a onder b Ow en artikel 4.21, tweede lid Omgevingsbesluit.
- een verzwaard adviesrecht voor de gemeenteraad als het gaat om een activiteit als bedoeld in artikel 15.15a onder b. Het advies van de gemeenteraad is bindend. Dit staat in artikel 16.15 b.
Aanvraagvereisten voor de omgevingsplanactiviteit
In de Omgevingsregeling komt te staan welke gegevens bij een vergunningaanvraag voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit horen.
De aanvraagvereisten voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit staan in het omgevingsplan.
Vergunningaanvragen ontvangen
Gemeenten ontvangen digitale vergunningaanvragen via het Omgevingsloket. Hiervoor sluiten ze aan op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Lees meer over vergunningaanvragen in het DSO.
Betrokkenheid provincie bij omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit
In artikel 5.10 van de Omgevingswet staat in het eerste lid een opsomming van activiteiten waarvoor Gedeputeerde Staten bevoegd gezag zijn om te beslissen op een enkelvoudige aanvraag om een omgevingsvergunning.
Advies met instemming GS bij buitenplanse omgevingsplanactiviteit
Een advies met instemming van Gedeputeerde Staten is nodig bij een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit. Dit geld voor door Gedeputeerde Staten aangewezen gevallen. Dit staat in artikel 16.15a van de Omgevingswet en artikel 4.25 lid 3 van het Omgevingsbesluit. De provincie moet het provinciaal belang hier aantonen door openbare documenten waaruit het provinciaal belang blijkt. De gemeente blijft bevoegd gezag.
Begrip: Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)
Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bbl bevat regels over bouwwerken.
Lees meer over het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
Begrip: Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Lees meer over het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Begrip: Evenwichtige toedeling van functies aan locaties
Evenwichtige toedeling van functies aan locaties betekent dat er een balans bestaat tussen verschillende functies die locaties binnen een gebied kunnen vervullen. Deze regels houden meer in dan alleen het bestemmen in een bestemmingsplan. Denk bij een functie bijvoorbeeld aan een netwerkfunctie (kabels en leidingen) of waterbergende functie (milieu).
Lees meer over evenwichtige toedeling van functies aan locaties.