Overgangsrecht veehouderij
Het algemeen overgangsrecht van de Invoeringswet Omgevingswet en het Invoeringsbesluit Omgevingswet pakt verschillend uit in 5 situaties die te maken hebben met het houden van dieren of vee. Per situatie volgt eerst het oude recht, dan het nieuwe recht en dan het overgangsrecht.
Situaties
Het algemeen overgangsrecht van de Invoeringswet Omgevingswet en het Invoeringsbesluit Omgevingswet pakt verschillend uit in de volgende situaties:
- IPPC-installatie voor het houden van pluimvee of varkens
- Pelsdierfokkerij
- Veehouderij met Omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor de milieueffectrapportage (OBM-mer)
- Manege
- Overige veehouderij
Hieronder verstaan we onder het ‘oude recht’ het recht tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Zoals Wet milieubeheer, Wabo, Activiteitenbesluit, Activiteitenregeling en Besluit omgevingsrecht, ofwel Bor. Per situatie volgt eerst het oude recht, dan het nieuwe recht (Omgevingswet) en dan het overgangsrecht.
1. IPPC-installatie voor het houden van pluimvee of varkens
Oude recht
Een veehouderij met een IPPC-installatie voor het houden van pluimvee of varkens die valt onder categorie 6.6 van bijlage 1 van de Richtlijn industriële emissies (Rie), heeft onder het oude recht een milieuvergunning voor de hele veehouderij. De vergunning bevat voorschriften voor de hele veehouderij. Zoals geluidvoorschriften, voorschriften voor het houden van dieren en, als dat nodig is, voorschriften voor andere activiteiten.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een veehouderij kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een veehouderij met een IPPC-installatie voor het houden van pluimvee of varkens heeft onder de Omgevingswet een omgevingsvergunning milieu nodig voor alleen deze IPPC-installatie. Dus niet voor de hele veehouderij. Delen van de veehouderij die technisch en milieuhygiënisch niets met het houden van dieren te maken hebben, zoals de bedrijfswoning of een boerengolf, vallen buiten de vergunning. De vergunning kan alleen voorschriften bevatten voor de IPPC-installatie voor het houden van pluimvee of varkens.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Maatwerkvoorschriften voor de IPPC-installatie voor het houden van pluimvee of varkens, komen als voorschriften in de vergunning. Een veehouderij kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het overgangsrecht zet de oude milieuvergunning voor de hele veehouderij om in een vergunning voor alleen de IPPC-installatie voor het houden van pluimvee of varkens.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de IPPC-installatie voor het houden van pluimvee of varkens, blijven vergunningvoorschriften in de omgevingsvergunning milieu.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de andere milieubelastende activiteiten, worden maatwerkvoorschriften.
- De vergunningvoorschriften die zowel voor de IPPC-installatie voor het houden van pluimvee of varkens als voor de andere activiteiten golden, worden maatwerkvoorschriften. Bijvoorbeeld: een geluidvoorschrift dat voor de hele veehouderij gold, wordt een maatwerkvoorschrift.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een veehouderij een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden. Als het maatwerkvoorschrift over de IPPC-installatie voor het houden van pluimvee of varkens gaat, wordt het een vergunningvoorschrift.
- Als een veehouderij eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
2. Pelsdierfokkerij
Oude recht
Een fokkerij met pelsdieren heeft onder het oude recht een milieuvergunning voor de hele fokkerij. De vergunning bevat voorschriften voor de hele fokkerij. Zoals geluidvoorschriften, voorschriften voor het houden van pelsdieren en, als dat nodig is, voorschriften voor andere activiteiten.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een fokkerij kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een fokkerij met pelsdieren heeft onder de Omgevingswet een omgevingsvergunning milieu nodig voor alleen het houden van pelsdieren. Dus niet voor de hele fokkerij. De vergunning kan alleen voorschriften bevatten voor het houden van pelsdieren.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Maatwerkvoorschriften voor het houden van pelsdieren komen als voorschriften in de vergunning. Een fokkerij kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Het overgangsrecht zet de oude milieuvergunning voor de hele fokkerij om in een vergunning voor alleen het houden van pelsdieren.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor het houden van pelsdieren, blijven vergunningvoorschriften in de omgevingsvergunning milieu.
- De vergunningvoorschriften die alleen golden voor de andere milieubelastende activiteiten, worden maatwerkvoorschriften.
- De vergunningvoorschriften die zowel voor het houden van pelsdieren als voor de andere activiteiten golden, worden maatwerkvoorschriften. Bijvoorbeeld: een geluidvoorschrift dat voor de hele fokkerij gold, wordt een maatwerkvoorschrift.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een fokkerij een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden. Als het maatwerkvoorschrift over het houden van pelsdieren gaat, wordt het een vergunningvoorschrift.
- Als een fokkerij eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
3. Veehouderij met OBM-mer
Oude recht
Een veehouderij heeft onder het oude recht een omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor de milieueffectrapportage (OBM-mer) nodig voor de oprichting, wijziging of uitbreiding van een installatie voor het houden van dieren boven bepaalde aantallen. De OBM-mer bevat geen voorschriften.
Voor de veehouderij gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit, waaronder voorschriften voor het houden van dieren. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een veehouderij kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een veehouderij heeft onder de Omgevingswet een vergunning nodig voor een installatie voor het houden van dieren boven dezelfde aantallen van de OBM-mer in het oude recht. Delen van de veehouderij die technisch en milieuhygiënisch niets met het houden van dieren te maken hebben, zoals de bedrijfswoning of een boerengolf, vallen buiten de vergunning. De vergunning kan alleen voorschriften bevatten voor de installatie voor het houden van dieren.
Naast de vergunning gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een veehouderij kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- De veehouderij krijgt van rechtswege een omgevingsvergunning milieu voor de installatie voor het houden van dieren. Deze blijft gelden zolang de veehouderij naar aard en omvang hetzelfde blijft.
- Eerder aangeleverde informatie bij een vergunningaanvraag of een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een veehouderij een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden. Als het maatwerkvoorschrift ging over de installatie voor het houden van dieren, wordt het een voorschrift in de van rechtswege verleende vergunning.
- Als een veehouderij eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
4. Manege
Oude recht
Maneges hebben onder het oude recht geen milieuvergunning nodig.
Er gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een manege kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) wijst maneges niet aan als milieubelastende activiteit. Maneges hebben onder de Omgevingswet geen omgevingsvergunning milieu nodig. Er gelden voorschriften uit het omgevingsplan, via de bruidsschat. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een manege kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Eerder aangeleverde informatie bij een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het omgevingsplan. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een manege een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden.
- Als een manege eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
5. Overige veehouderij
Oude recht
Een overige veehouderij heeft onder het oude recht geen milieuvergunning nodig.
Er gelden voorschriften uit hoofdstuk 3 en 4 van het Activiteitenbesluit. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een veehouderij kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Nieuwe recht
Een overige veehouderij heeft onder de Omgevingswet geen omgevingsvergunning milieu nodig.
Er gelden voorschriften uit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en uit het omgevingsplan. Hierbij heeft het bevoegd gezag ruimte om maatwerkvoorschriften te stellen. Een veehouderij kan toestemming vragen een gelijkwaardige maatregel toe te passen.
Overgangsrecht
- Eerder aangeleverde informatie bij een melding op grond van het Activiteitenbesluit, geldt als invulling van informatieplichten in het Bal. Bij inwerkingtreding van het nieuwe stelsel zal het meestal niet nodig zijn extra informatie aan te leveren.
- Als de gemeente voor een veehouderij een maatwerkvoorschrift had verleend onder het Activiteitenbesluit, blijft dit gelden.
- Als een veehouderij eerder toestemming had gekregen om een gelijkwaardige maatregel toe te passen, blijft die toestemming gelden.
Begrip: IPPC-installatie
IPPC-installaties zijn de grotere industriële bedrijven die vallen onder de Richtlijn industriële emissies (2010/75/EU). Deze richtlijn geldt voor alle lidstaten van de Europese Unie.
IPPC staat voor integrated pollution prevention and control, ofwel geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging
Lees meer over IPPC-installaties.
Begrip: Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Lees meer over het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).