Toepassingsbereik instructieregels toelaten activiteit of geluidgevoelige gebouw bij een activiteit
Het toepassingsbereik uit de artikelen 5.55 en 5.63 van het Besluit kwaliteit leefomgeving geeft aan welke instructieregels gelden voor geluid door een activiteit op een gebouw. Deze gelden niet voor elke activiteit of gebouw.
Situaties waarbij instructieregels gelden
De instructieregels in paragraaf 5.1.4.2 'Geluid door activiteiten' van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) gaan over de relatie tussen geluid door een activiteit en een geluidgevoelig gebouw. Deze instructieregels gelden voor:
- het toelaten van een nieuw en het aanpassen van een op een locatie toegelaten geluidgevoelige gebouw bij een activiteit
- het toelaten van een nieuwe en het aanpassen van een op een locatie toegelaten activiteit, waaronder het aanpassen van een bestaand beschermingsniveau
- of een combinatie van bovenstaande situaties
Het bevoegd gezag past de instructieregels toe bij het vaststellen van een omgevingsplan, omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit of een projectbesluit.
Geluidgevoelige gebouwen
De instructieregels richten zich op de bescherming van door het Rijk als geluidgevoelig aangemerkte gebouwen. Het gaat om het toelaten van nieuwe geluidgevoelige gebouwen en al eerder toegelaten geluidgevoelige gebouwen. Een geluidgevoelig gebouw (Bijlage 1 Bkl) is een:
- gebouw met een woonfunctie
- gebouw met een onderwijsfunctie
- gebouw voor kinderopvang met bedden
- gebouw voor gezondheidszorg met bedden
Uitzonderingen hierop zijn:
- geluidgevoelige gebouwen op een industrieterrein met een geluidproductieplafond (artikel 5.55, lid 2, onder a Bkl).
- geluid op een niet-geluidgevoelige gevel van een geluidgevoelig gebouw (artikel 5.55, lid 2, onder b Bkl).
Op grond van artikel 5.60 Bkl bepaalt het omgevingsplan dat de waarden gelden:
- voor een geluidgevoelig gebouw:
- op de gevel
- op de locatie waar een gevel mag komen, als het gaat om een nieuw te bouwen geluidgevoelig gebouw
- op een woonschip of woonwagen, op de begrenzing van de locatie voor het plaatsen van dat woonschip of die woonwagen
- in een geluidgevoelige ruimte
De waarden die in het omgevingsplan zijn opgenomen gelden niet op één specifieke gevel of locatie. De waarden gelden op alle gevels van het (te realiseren) geluidgevoelige gebouw.
Tip: Waarden voor nog niet gerealiseerde geluidgevoelige gebouwen
Paragraaf 8.2.3.2 'Geluid' van de Omgevingsregeling regelt op welk punt het geluid wordt bepaald.
Tijdelijke geluidgevoelige gebouwen
Voor tijdelijke geluidgevoelige gebouwen, die het omgevingsplan voor niet meer dan 10 jaar toelaat, gelden alleen de volgende 2 instructieregels (artikel 5.55 lid 2 onder c Bkl):
- artikel 5.58 (meerdere activiteiten beschouwen als één activiteit)
- artikel 5.59 (geluid door activiteiten – rekening houden met en aanvaardbaarheid)
Toelaten activiteit op een locatie
De instructieregels voor geluid zijn alleen van toepassing op een activiteit 'op een locatie'. Dit is een activiteit die het bevoegd gezag bij toelating of aanpassing moet beoordelen met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties (artikel 4.2 Omgevingswet).
Voor de volgende activiteiten gelden verschillende instructieregels:
- standaardactiviteiten
- specifieke activiteiten
- activiteiten op industrieterrein met een geluidproductieplafond (gpp)
- 'activiteiten in de openbare buitenruimte' en evenementen
Tip: Regels in omgevingsplan voor niet-locatiegebonden activiteiten
Standaardactiviteit
Voor een standaardactiviteit gelden de instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2.1 'Algemene bepalingen' en paragraaf 5.1.4.2.2 'Geluid door activiteiten, anders dan door specifieke activiteiten' van het Bkl. Standaardactiviteiten zijn alle activiteiten, met uitzondering van:
- specifieke activiteiten
- activiteiten industrieterrein met een gpp
- activiteiten in de openbare buitenruimte en evenementen
- activiteiten waarvoor geen instructieregels gelden
Specifieke activiteit
Voor een aantal specifieke activiteiten gelden de instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2.1 'Algemene bepalingen' en de instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2.3 'Geluid door specifieke activiteiten' van het Bkl. Het gaat om:
- windturbines en windparken
- paragraaf 5.1.4.2.1 en artikel 5.74 en artikel 5.75 van het Bkl
- civiele buitenschietbanen, militaire buitenschietbanen en militaire springterreinen
- paragraaf 5.1.4.2.1 en artikel 5.76 en artikel 5.77 van het Bkl
Voor deze specifieke activiteiten gelden dus niet de instructieregels voor standaardactiviteiten uit paragraaf 5.1.4.2.2 'Geluid door activiteiten, anders dan door specifieke activiteiten' (artikel 5.63 lid 1 onder a Bkl).
Activiteit op industrieterrein met een geluidproductieplafond
Voor activiteiten op een industrieterrein gelden deels de instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2 (artikel 5.55 Bkl) en die uit paragraaf 5.1.4.2a 'Geluid afkomstig van wegen, spoorwegen en industrieterreinen'. Voor activiteiten op een industrieterrein met een gpp gelden dus niet de instructieregels voor standaardactiviteiten uit paragraaf 5.1.4.2.2 'Geluid door activiteiten, anders dan door specifieke activiteiten' (artikel 5.63, lid 1, onder b Bkl).
Activiteit in de openbare buitenruimte en evenement
Bij activiteiten in de openbare buitenruimte gaat het om locatiegebonden activiteiten, zoals ambulante handel en parkeren. Hiervoor gelden de instructieregels van paragraaf 5.1.4.2.1 'Algemene bepalingen' en artikel 5.73 (uitzonderingen geluidbronnen). Dit staat in artikel 5.63 lid 2 van het Bkl. Deze paragraaf en artikel 5.73 Bkl gelden ook voor het toelaten van een beperkt aantal evenementen die met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in een omgevingsplan worden toegelaten:
- in een openbare buitenruimte
- op een aangewezen locatie die in hoofdzaak voor een andere activiteit is bedoeld (bijvoorbeeld een weiland, park of parkeerterrein)
Activiteiten op een evenemententerreinen zijn standaardactiviteiten waarvoor de uit paragraaf 5.1.4.2.1 'Algemene bepalingen' en paragraaf 5.1.4.2.2 'Geluid door activiteiten, anders dan door specifieke activiteiten' van het Bkl gelden. Voor straatfeesten of andere evenementen die de gemeente niet expliciet op een locatie toelaat, gelden geen instructieregels. De gemeente kan voor deze activiteiten wel regels stellen in het omgevingsplan (artikel 4.1 Omgevingswet).
Activiteiten waarvoor het Bkl geen instructieregels bevat
De instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2 'Geluid door activiteiten' van het Bkl gelden niet voor niet aan locatie gebonden activiteiten. Bijvoorbeeld de inzameling van afvalstoffen, voertuigen met omroepinstallaties zijn niet aan een locatie gebonden. Voor de activiteiten gelden dus geen instructieregels. De gemeente kan voor deze activiteiten wel regels stellen in het omgevingsplan (artikel 4.1 Omgevingswet).
Voor de activiteit 'wonen' gelden geen instructieregels. Ook gelden de instructieregels niet voor geluid dat niet representatief is voor een activiteit (artikel 5.55, lid 2 Bkl). Voor de activiteit ‘wonen’ en ‘uitzonderlijke bedrijfssituaties’ kunnen wel regels in het omgevingsplan worden gesteld.
Ook voor doorgaand verkeer op wegen, spoorwegen en waterwegen bevat het Bkl geen instructieregels (artikel 5.55, lid 2 Bkl). In paragraaf 5.1.4.2a 'Geluid door wegen, spoorwegen en industrieterreinen' van het Bkl staan instructieregels gericht op de inpassing van de infrastructuur op een locatie. Het omgevingsplan mag geen regels over activiteiten op wegen en spoorwegen (doorgaan verkeer, de verkeersdeelnemers) bevatten. In andere wetten, zoals de Wegenverkeerswet 1994 en de Scheepvaartverkeerswet, staan regels specifiek gericht op de activiteit 'rijden of varen op een weg, spoorweg of waterweg'.
Informatie over werking instructieregels voor geluid
Begrip: Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Lees meer op de pagina Inhoud Besluit kwaliteit leefomgeving.