Toepassingsbereik instructieregels geluid en activiteiten
Paragraaf 5.1.4.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) bevat instructieregels voor geluid om de gezondheid en het milieu te beschermen. Het toepassingsbereik van deze instructieregels is gekoppeld aan een combinatie van geluidgevoelige gebouwen én aan op een locatie toegelaten activiteiten.
Situaties waar de instructieregels van toepassing zijn
De instructieregels gelden voor:
- het toelaten van nieuwe – en het aanpassen van op een locatie toegelaten – geluidgevoelige gebouwen
- het toelaten van een nieuwe – en het aanpassen van een op een locatie toegelaten – activiteit, waaronder het aanpassen van een bestaand beschermingsniveau
- een combinatie van bovenstaande situaties
Het toelaten of aanpassen kan via het vaststellen van een omgevingsplan, een projectbesluit of een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit.
Geluidgevoelige gebouwen
De instructieregels richten zich op de bescherming van door het Rijk aangewezen geluidgevoelige gebouwen. Het gaat om toe te laten nieuwe geluidgevoelige gebouwen en al eerder toegelaten geluidgevoelige gebouwen.
Een uitzondering zijn geluidgevoelige gebouwen op een industrieterrein met een geluidproductieplafond (artikel 5.55, lid 2 onder a, Bkl). Deze vallen niet onder de instructieregels voor activiteiten en krijgen geen bescherming.
Tijdelijke geluidgevoelige gebouwen
Voor tijdelijke geluidgevoelige gebouwen die het omgevingsplan voor niet meer dan 10 jaar toelaat, gelden alleen 2 instructieregels (artikel 5.55, lid 2 onder b, Bkl):
- artikel 5.58 (meerdere activiteiten beschouwen als één activiteit)
- artikel 5.59 (geluid door activiteiten – 'rekening houden met' en aanvaardbaarheid)
Meer informatie vindt u op de pagina Geluidgevoelige gebouwen en het toepassen van de instructieregels.
Het omgevingsplan bepaalt op welke locatie de immissiewaarde van het geluid voor 1 activiteit geldt (artikel 5.60 Bkl). Deze locaties zijn:
- op een geluidgevoelig gebouw:
- op de gevel, als het gaat om een geluidgevoelig gebouw
- op de locatie waar een gevel mag komen, als het gaat om een nieuw te bouwen geluidgevoelig gebouw
- op een woonschip of woonwagen, op de begrenzing van de locatie voor het plaatsen van dat woonschip of die woonwagen
- in een geluidgevoelige ruimte
De waarden die in het omgevingsplan zijn opgenomen gelden niet op 1 specifieke gevel of locatie. De waarden gelden op alle gevels van het (te realiseren) geluidgevoelige gebouw.
Paragraaf 8.2.3.2 'Geluid' van de Omgevingsregeling beschrijft op welk punt het geluid wordt bepaald.
Toelaten activiteit op een locatie
De instructieregels voor geluid zijn alleen van toepassing op activiteiten 'op een locatie'. Dit zijn activiteiten die het bevoegd gezag bij toelating of aanpassing moet beoordelen met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Voor verschillende activiteiten en gebieden gelden andere instructieregels:
- standaardactiviteiten
- uitgezonderde activiteiten Doorgaand verkeer op wegen, spoorwegen en waterwegen
- specifieke activiteiten
- activiteiten industrieterrein met een geluidproductieplafond
- activiteiten in de openbare buitenruimte en evenementen
- geluid dat niet representatief is voor een activiteit, zoals uitzonderlijke bedrijfssituaties
Voor de activiteit wonen gelden geen instructieregels. Er kunnen in het omgevingsplan wel regels aan worden gesteld.
Standaardactiviteiten
Voor standaardactiviteiten gelden de instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2.1 'Algemene bepalingen' en paragraaf 5.1.4.2.2 'Geluid door activiteiten, anders dan door specifieke activiteiten' van het Bkl. Standaardactiviteiten zijn alle activiteiten, met uitzondering van de 4 eerder genoemde activiteiten.
Uitgezonderde activiteiten
In het Bkl staan instructieregels voor inpassing van de infrastructuur op een locatie en de inpassing van geluidgevoelige gebouwen bij deze infrastructuur (paragraaf 5.1.4.2a van het Bkl). Deze paragraaf wordt ingevoerd via het Aanvullingsspoor geluid. In andere wetten, zoals de Wegenverkeerswet, staan regels specifiek gericht op de activiteit rijden en varen op een weg, spoorweg of waterweg. Het geluid van spoorwegemplacementen wordt gezien als geluid van een spoorweg en valt ook onder deze instructieregels.
Specifieke activiteiten
Voor een aantal specifieke activiteiten gelden de instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2.1 'Algemene bepalingen' en de instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2.3 'Geluid door specifieke activiteiten' van het Bkl. Het gaat om:
- windturbines en windparken
- paragraaf 5.1.4.2.1 en artikel 5.74 en artikel 5.75 van het Bkl
- civiele buitenschietbanen, militaire buitenschietbanen en militaire springterreinen
- paragraaf 5.1.4.2.1 en artikel 5.76 en artikel 5.77 van het Bkl
Voor deze specifieke activiteiten gelden dus niet de instructieregels voor standaardactiviteiten uit paragraaf 5.1.4.2.2 'Geluid door activiteiten, anders dan door specifieke activiteiten' (artikel 5.63, lid 1 onder a, Bkl).
Activiteiten industrieterrein met een geluidproductieplafond
Voor activiteiten op een industrieterrein gelden deels de instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2 (artikel 5.55, Bkl). Daarnaast gelden voor deze activiteiten ook instructieregels die met het Aanvullingsspoor geluid aan het Bkl worden toegevoegd. Het gaat om:
- paragraaf 5.1.4.2 'Geluid door activiteiten'
- paragraaf 5.1.4.2.1 'Algemene bepalingen'
- paragraaf 5.1.4.2.3 'Geluid door specifieke activiteiten'
- paragraaf 5.1.4.2a 'Geluid afkomstig van wegen, spoorwegen en industrieterreinen'
- paragraaf 5.1.4.2a.1 'Algemene bepalingen'
- paragraaf 5.1.4.2a.2 'Geluid afkomstig van industrieterreinen met geluidproductieplafonds'
Voor deze activiteiten op een industrieterrein met geluidproductieplafond gelden dus niet de instructieregels voor standaardactiviteiten uit paragraaf 5.1.4.2.2 'Geluid door activiteiten, anders dan door specifieke activiteiten' (artikel 5.63, lid 1 onder b Bkl).
Activiteiten in de openbare buitenruimte en evenementen
Bij activiteiten in de openbare buitenruimte gaat het om locatiegebonden activiteiten, zoals ambulante handel en parkeren. Deze instructieregels gelden ook voor een beperkt aantal evenementen die met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in een omgevingsplan worden toegelaten:
- in een openbare buitenruimte
- op een aangewezen locatie die in hoofdzaak voor een andere activiteit is bedoeld (bijvoorbeeld een weiland, een park of parkeerterrein)
Voor bovenstaande activiteiten gelden alleen de instructieregels van paragraaf 5.1.4.2.1 'Algemene bepalingen' en artikel 5.73 (uitzonderingen geluidbronnen) uit paragraaf 5.1.4.2 van het Bkl. Dit staat in artikel 5.63, lid 2 van het Bkl.
Voor straatfeesten of andere evenementen die de gemeente niet expliciet op een locatie toelaat, gelden de instructieregels uit paragraaf 5.1.4.2 van het Bkl niet.
Informatie over werking instructieregels voor geluid en activiteiten
Begrip: Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Lees meer over het Besluit kwaliteit leefomgeving.
Begrip: Instructieregel
De instructieregel is een bindende regel voor bestuursorganen over:
- de uitvoering van bepaalde taken, of
- de inhoud van bepaalde te nemen besluiten (bijv. programma’s, omgevingsplannen, vergunningen)
Zij kunnen door provincies en het Rijk worden vastgesteld. Die van het Rijk staan in het Besluit kwaliteit leefomgeving. Lees meer over de instructieregel.
Begrip: Industrieterrein met geluidproductieplafond
Aangewezen industrieterrein waarbij het geluid van de activiteiten op het terrein wordt beheerst met behulp van het instrument geluidproductieplafond.
Begrip: Evenwichtige toedeling van functies aan locaties
Evenwichtige toedeling van functies aan locaties betekent dat er een balans bestaat tussen verschillende functies die locaties binnen een gebied kunnen vervullen. Deze regels houden meer in dan alleen het bestemmen in een bestemmingsplan. Denk bij een functie bijvoorbeeld aan een netwerkfunctie (kabels en leidingen) of waterbergende functie (milieu).
Lees meer over evenwichtige toedeling van functies aan locaties.