Wegwijzer veelgestelde vragen houtstook

Er gelden verschillende regels voor houtkachels als de Omgevingswet in werking is:

• Een houtkachel mag niet zorgen voor overlast voor buurtbewoners.
• Iemand mag in een houtkachel alleen onbehandeld hout verbranden. Dit geldt ook voor zogenaamde allesbranders en vuurkorven.
• De schoorsteen van een houtkachel moet aan bepaalde eisen voldoen.

Geen overmatige hinder

Een houtkachel mag geen overlast geven voor buurtbewoners. We hebben het dan over rook, walm, roet, stof of ernstige stank. Dit staat in de eerste versie van het omgevingsplan van de gemeente als de Omgevingswet in werking treedt. De gemeente kan deze regel zelf aanpassen of verduidelijken. Eerder stond dit hinderartikel in het landelijke Bouwbesluit (artikel 7.22).

Alleen onbehandeld hout verbranden

Verder mag iemand in een houtkachel, allesbrander of vuurkorf alleen onbehandeld hout verbranden. Ander hout, zoals geïmpregneerd, geverfd of gebeitst hout, moeten mensen weggooien via het huishoudelijk afval of wegbrengen naar de milieustraat van de gemeente. Dit verbod om afvalstoffen te verbranden staat in artikel 10.2 van de Wet milieubeheer en geldt ook nog vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Eisen aan schoorstenen

Ook moeten schoorstenen van houtkachels aan bepaalde eisen voldoen. Deze eisen voor bijvoorbeeld de plaats en hoogte staan vanaf 2024 in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Er horen ook verschillende NEN-normen bij. De precieze eisen hangen af van de situatie ter plaatse. Een installateur moet ervoor zorgen dat een schoorsteen aan deze regels voldoet. Een bouwkundig inspecteur van de gemeente kan controleren of een schoorsteen inderdaad voldoet.

Meer informatie

Meer informatie leest u op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO):

• Regels voor houtstook vanuit woningen
• Houtkachels: regels bij nieuwbouw

Denkt u dat de regels worden overtreden bij het gebruik van een houtkachel? Dit kunt u melden bij uw gemeente.

Gemeenten handhaven de regels voor houtkachels. Deze regels staan in het omgevingsplan, het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) en de Wet milieubeheer.

Het stoken van hout door inwoners zorgt voor schadelijke stoffen in de lucht. Ook kan dit overlast geven voor buurtbewoners. Daarom kunnen gemeenten regels maken voor het gebruik van houtkachels en open haarden. En voor het verbranden van hout buitenshuis, zoals voor vuurkorven en buitenhaarden. Ook zijn er landelijke regels.

Meer informatie leest u op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO):

• Regels voor houtstook vanuit woningen

De Stookwijzer en het stookalert geven allebei advies over wanneer mensen beter geen houtvuur kunnen maken. Dit hangt af van de weersomstandigheden en de luchtkwaliteit. Deze 2 hulpmiddelen kunnen helpen om overlast voor de buurt te beperken.

Stookwijzer

De Stookwijzer geeft een ‘realtime' melding op postcodeniveau (4 cijfers). De melding kan Code geel, Code oranje of Code rood zijn. De meldingen van de Stookwijzer gaan dus over het 'hier en nu' en zijn lokaal. De Stookwijzer kijkt daarnaast ook naar de situatie voor de komende 24 uur. Iedereen kan op elk moment van de dag de Stookwijzer raadplegen via www.atlasleefomgeving.nl/stookwijzer.

Stookalert

Een stookalert werkt anders. Het is een oproep vooraf om niet te stoken bij extreem ongunstige weersomstandigheden in een groot gebied (provincie) of bij smog. Bijvoorbeeld: stook deze middag en avond niet in de provincie Utrecht. Het RIVM geeft het stookalert af via www.rivm.nl/stookalert. Via die website kunt u zich ook aanmelden om een stookalert per e-mail te ontvangen.

Meer informatie

Meer informatie leest u op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO):

• Houtstook: de Stookwijzer en het stookalert

Vindt u het antwoord op uw vraag daar niet? Via info@rivm.nl kunt u een vraag stellen over de werking van de Stookwijzer of het stookalert.